‘‘Steeds meer word ik een sentimentele oude dwaas. Het bevalt uitstekend…”

– BB

Lees meer

Leve het niet-weten

Het liefst willen we alles begrijpen. Het is een typisch menselijke eigenschap, die ook te maken heeft met nieuwsgierigheid: onderzoeken hoe het zit.

Begrijpen komt van beet-grijpen, wist je dat? Je pakt iets vast, zodat je het van alle kanten kunt bekijken, betasten, enzovoort. Soms lukt dat niet, dan krijg je geen grip (komt ook van grijpen) op iets. Sommige fenomenen zijn ongrijpbaar, denk ik.

Een grote groep mensen hangt het geloof aan dat in principe alles toch verklaarbaar is, dat ieder natuurverschijnsel aan de wetten der logica voldoet. Vooral veel wetenschappers zijn hier nogal fanatiek in: onverklaarbaar bestaat in principe niet, iedere vraag zou met meer en/of beter onderzoek alsnog beantwoord moeten kunnen worden.

Professor Dick Swaab is zo’n iemand: in zijn boek ‘Wij zijn ons brein’ demonstreert hij een grenzeloos optimisme dat iedere vorm van gedrag uiteindelijk is terug te voeren op een proces in de hersenen.

Het zou kunnen, ik weet het niet.

In mijn jonge jaren als arts en onderzoeker hing ik dit geloof ook aan. Als ik eerlijk ben: het was een vorm van indoctrinatie door de imposante professoren waar ik onder diende. Als iets niet wetenschappelijk bewezen was, was het ‘dus’ niet waar, onzin. On-zin: geen betekenis, niets waard.

Hoe ouder ik werd, hoe meer onbegrijpelijke verschijnselen ik ontdekte in mijn werk. Ik herinner me de eerste kennismaking met familieopstellingen: mysterieus, en indrukwekkend, het ging mijn verstand te boven wat er gebeurde. Wetenschappelijk niet verklaarbaar en ‘dus’ niet toegestaan in het aanbod van de psychiater, oordeelde de nascholingscommissie. Wat een gemiste kans!

“Ik ben van mijn geloof gevallen. Wetenschap is mooi, en het beste wat we met ons verstand kunnen doen, maar het is niet heilig.”

De mogelijkheden van de hersenschors, de plek waar de ratio schuilt, worden overschat. Dat geloof ik nu tenminste.

Moet je alles willen begrijpen? Of kun je ook ervaren zonder te denken? Ja toch? Het is heerlijk om niet alles te hoeven begrijpen, om sommige gebeurtenissen ‘gewoon’ een mysterie te laten zijn.

De overschatting van ons brein kan zich ook tegen ons keren, denk ik. Niet-weten heeft toch ook voordelen? Verkennen zonder doel, heerlijk!

Binnenkort ga ik een week aan de slag met trauma, vanuit een totaal ander, niet-wetenschappelijk perspectief. Bij een man die daar totaal anders naar kijkt, op een plek (Terra Nova Center) met een bijzondere energie. Zo voel ik dat.

Onzin?

Mij maakt het niet uit, accepteren dat we niet alles kunnen begrijpen geeft ook rust…

 

IJsselmuiden

IJsselmuiden

Mijn theatertour voert me naar Kampen. In de Stadsgehoorzaal stond ik in 1977 voor het eerst op een podium.

Dat was als brugklasser in het schooltoneel van het Johannes Calvijn Lyceum. Ik ben ruim op tijd en kan nog een uurtje gaan rennen. Dus trek ik de stoute hardloopschoenen maar aan, en steek direct de brug over naar IJsselmuiden, het dorp waar ik zeven jaar woonde, van mijn 7e tot mijn 14e.

Het was geen fijne tijd. Ik heb de laatste jaren last van wat daar gebeurd is.

Details zijn niet nodig. Ik voel me misselijk als ik het dorp inren over de Baan, langs de plek waar ooit de tennisbanen waren. Ik weet nu dat het angst is, ik ben bang dat ik wordt bespied. De vreemdeling die het dorp binnendringt, zoals wij met ons gezin deden in 1971, toen we van buiten neerstreken in deze gesloten gemeenschap. Het voelt alsof ik vanuit de huizen wordt bespied, een effect dat nog wordt versterkt doordat het al flink schemert…

Ik weet helemaal niets van IJsselmuiden anno 2022, alles wat ik voel verwijst naar vroeger. De lichamelijke verschijnselen die ik bij mezelf waarneem zijn vreemd voor me. Heb ik dit ook gevoeld toen ik tien was? En het daarna heel lang verdrongen? Of is het ‘slechts’ een hernieuwd bewustzijn?

Op sommige plekken is het flink veranderd, en daar komt ook weinig naar boven. De voetbalclub, IJVV natuurlijk, is verhuisd en de manege afgebroken. Maar ik moet slikken bij de aanblik van ‘onze’ kerk en de winkels een paar honderd meter van ons huis. We woonden in de Erfgenamenstraat. Het huis ziet er vreemd uit, onwerkelijk. Ik maak een foto. Er is veel aan veranderd, ik voel dat er een andere energie is nu.

Ik ren terug naar Kampen over de brug, maak een rondje langs mijn oude middelbare school. Dat bezorgt me wel een gevoel dat ik herken, zonder er woorden bij te hebben. Terug in de Stadsgehoorzaal herken ik eigenlijk niets, wel zo rustig.

Ik stond zojuist in nauw contact met een basaal gevoel van onveiligheid, bedenk ik me in de kleedkamer. Zaterdag lekker optreden in Soest, een plek zonder voor mij beladen geschiedenis…

 

(un)happiness at work

(un)happiness at work

Bram Bakker happiness@work

We hadden een mooi gesprek, denk ik, Asha Lalai en ik, over nog heel veel meer dan (un)happiness@work
Hieronder kun je terugkijken/naluisteren…

Bram

Happiness@Work webinar

Voor het tweede Happiness@Work webinar van het jaar zijn we ontzettend blij om Bram Bakker oud-psychiater, auteur van het boek ‘Gevoelsarm’ en initiatiefnemer van de ‘Balanskliniek’ in Nederland te mogen uitnodigen. Onze host Asha Lalai zal met Bram het thema: ‘Unhappiness at Work’ verkennen. Happiness at Work gaat immers niet alleen om het versterken van ‘happiness’ maar ook om het verminderen van ‘unhappiness’.

Wil je je laten inspireren hoe je de kracht van kwetsbaarheid en verbinding kunt inzetten voor een positieve cultuur? Een cultuur waar mensen zich veilig voelen om volledig zichzelf te zijn tijdens alle happy en unhappy dagen in het leven en op werk?

Beluister en bekijk het webinar hier

 

Asha Lalai lees ter voorbereiding het boek van Bram Gevoelsarm

 

 

‘Geld en geluk’ podcast

‘Geld en geluk’ podcast

Dit is een leuke podcast: ‘Geld en geluk’

Ik mocht aanschuiven bij Emma Hafkamp, GZ-psychologe en net als ik vertrokken uit de reguliere GGZ.

Emma is werkzaam als vrijgevestigd psycholoog in Naarden en ze maakt dus deze podcast…

Bram

 

geld en geluk podcast Bram Bakker

Bram Bakker: oud psychiater, auteur, theatermaker, uitgever en ondernemer

In deze achtste aflevering van de Geld & Geluk Podcast wordt Bram Bakker geïnterviewd, oud-psychiater, auteur, uitgever, ondernemer, theatermaker en sporter.

Bram vertelt dat hij in dit alles vooral gedreven wordt door de waarde om anderen te kunnen helpen. De waarde die hij kan hebben voor anderen is veel belangrijker voor hem dan de waarde van geld. Wat hij hiermee precies bedoelt en hoe dit een rol speelt in zijn leven, hoor je in dit interview.

Daarnaast geeft Bram zijn visie als oud-psychiater op hoe het streven naar geluk juist het ervaren van geluk in de weg staat. En hoe je geluk niet kunt kopen met geld.

Luister gauw en leer van zijn inzichten!

 

 

 

Vroon Bouter (18) over de spoken in haar hoofd

Vroon Bouter (18) over de spoken in haar hoofd

Bram Bakker podcastserie-de-balanskliniek Vroon Bouter

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Vroon Bouter

Ze kon geen goed boek vinden over mentale problemen bij jongeren. Toen besloot Vroon haar eigen depressie, automutilatie en suïcidaliteit publiek te maken.

Meer over haar boek ‘Humeurkanker’ vind je hier.

 

 

 

Seksverslaving en #MeToo in de artiestenwereld

Seksverslaving en #MeToo in de artiestenwereld

Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen maandelijks over de geestelijke gezondheid. Dit is de tiende aflevering.

 

Mijn idee is dat grensoverschrijdend seksueel gedrag ook beschouwd kan worden als een vorm van verslaving.

Beste Bram,

Ik zou het me goed kunnen voorstellen als mensen zo langzamerhand beginnen te denken dat artiesten niet helemaal jofel in de bovenkamer zijn.

#Metoo kent een voorlopig hoogtepunt in de onthullingen over de welbekende talentenshow. Maar liefst drie artiesten (plus een regisseur, waar opvallend genoeg nooit de naam van wordt genoemd) hebben zich in mindere of meerdere mate vergrepen aan beginnende artiesten.

Goed: in medialand zijn het ook machtige mensen van áchter de schermen die intimideren en misbruiken, maar de artiest die zijn “eigen soort” belaagt valt mij het meest op. Hier is de knuppel in het hoenderhok; ik denk dat vrij veel artiesten inderdaad rondlopen met een bepaalde verwarring op emotioneel gebied, die deels de voedingsbodem zouden kunnen vormen voor dit soort excessen.

Pas op: ik bedoel niet dat dat een excuus is voor dit wangedrag. Een artiest zou als geen ander moeten weten hoe kwetsbaar je bent als je beginnend artiest bent. Dat maakt dit geval des te schrijnender. Dat een producent een narcistische machtswellusteling is ligt meer voor de hand, maar in de praktijk pakt het ook tussen artiesten onderling vaker verkeerd uit dan leuk is om te weten. Ik ben zelf van origine actrice en kan helaas beamen dat te veel gearriveerde acteurs ook op onfrisse wijze gebruik maken van hun “gewicht”.

Ieder beroep kent zijn gevaren. Het gevaar voor de artiest begint denk ik al bij hoe hij (of zij) gebakken is. Onze behoefte om te performen komt uit onszelf voort. Onze behoefte om in menselijke emoties te spitten, of dat nou acterend, dansend, zingend of musicerend is, komt ook uit onszelf voort. Het is een cliché, maar dat is het niet voor niets: in veel artiesten schreeuwt een kinderstemmetje; “Zie mij! Houd van mij!”.

Dit klinkt misschien afkeurender dan ik bedoel, maar mijn vermoeden is dat die hunkering naar erkenning vaak het primaire gevoel is, waar de interesse voor mensen en emoties dan secundair achteraankomt. Vaker zo, dan andersom. Daarnaast (of daardoor) zijn veel artiesten van nature al mensen die graag intens leven. Op zoek naar gevoels-pieken, wars van gekabbel. Dat geldt voor emotioneel gebied, maar ook voor seksueel gebied. Alles in ons vak draait om intimiteit en kwetsbaarheid. Als je je niet openstelt voor de rol die je vertolkt, voor de emotie die je vertolkt, is het niets meer dan een technisch kunstje dat snel verveelt.

In de beslotenheid van je opleiding of de repetitieruimte ga je met je mentoren de diepte in. Er wordt je al snel bijgebracht dat het zaak is dat je er niet lang over doet om bij je diepste gevoelens te komen; plat gezegd moet er geleverd worden. Het is zeer bijzonder dat wij contact maken met diepe trauma’s en oude pijn in onszelf om invulling te geven aan een gevoelige scène, lied, dans of muziekstuk. Dat is iets heel moois, maar ook iets om zeer secuur te hanteren.

Nou, Bram, dat gebeurt niet. We weten te vaak niet wat we doen met elkaar. Ik herinner me een dag op de toneelacademie dat we weer eens een emotional memory oefening gingen doen, onder leiding van -let op- een bewegingsdocent. Hierbij laat je door associatie en ademhaling een oude, pijnlijke herinnering in jezelf naar boven komen, om die mee te laten werken in je toneelspel. Het meisje dat de docent aanwees was in het voorafgaande weekend aangerand. Alerte medestudenten hadden dit vooraf aan de docent kenbaar gemaakt; misschien moest zij even overgeslagen worden, deze week? Nee hoor! Een unieke kans juist! Terwijl het meisje helemaal stuk stond te gaan, stond hij naar buiten te kijken, wachtend op het punt dat zij aan zou geven dat ze “er was”. Ze was er al spoedig ver voorbij, maar dat merkte hij niet. Bovendien was de man aan het eind niet in staat om de geest terug in de fles te krijgen, ik bedoel daarmee om het opgerakelde gevoel op één of andere manier weer een goed plekje te geven. Dit is niet uniek. Het is een koud kunstje om dingen los te maken, maar goed afronden kan bijna geen enkele mentor, en wat erger is: men vindt het normaal dat je dit zelf oplost!

Emotioneel gerotzooi met elkaar leidt gemakkelijk tot fysiek gerotzooi. We staan open en gaan helemaal niet meer dicht, dat wordt een constante staat van zijn als je niet uitkijkt. Het maakt zowel weerloos als grenzeloos. We nemen niet de tijd en bieden geen veiligheid aan iemand die zich overgeeft, vermoedelijk omdat we zelf niet beter weten.

Als de artiest zelf een mentor wordt, is dit zijn basis, Bram… Kijken we eigenlijk niet naar een ouder die zijn kind slaat, omdat ie zelf geslagen is? Zouden we gebaat zijn bij psychologische begeleiding op de werkvloer, om onszelf en het vak gezonder te maken?

Warme groet,

Mirjam

 

Ha Mirjam,

Ha Mirjam,

Mijn antwoord begint op een andere plek dan jij verwacht, denk ik. De verslavingszorg. In mijn leven als psychiater werkte ik op veel plekken waar dat behandeld zou moeten kunnen worden (de succespercentages zijn dramatisch laag in deze probleemcategorie…)

Waar ik ook werkte: in verhouding kwamen er altijd veel artiesten voorbij. Misschien niet met de naam en faam van de viespeuken van dat ene tv-programma, maar toch: mensen die werken vanuit emotie lijken bovengemiddeld vaak problemen te hebben met het hanteren van de eigen emoties. Dat uit zich in zeer uiteenlopende gedaanten: angst, depressie, zelfbeschadigend gedrag en pogingen tot suïcide bijvoorbeeld. Maar ook buitensporig veel alcohol en/of drugs. En de combinatie natuurlijk: ik kende een cabaretier die naar eigen zeggen nergens last van had, maar die wel een fles jenever nodig had om de avonden dat hij moest optreden door te komen.

Gebruik van drank en drugs (‘verdovende middelen’) is een vorm van zelfmedicatie: paracetamol bij hoofdpijn, een borrel of een lijntje bij te veel spanning.

Maar we gingen het toch over grensoverschrijdende seksuele gedragingen hebben? Dat is waarschijnlijk wat er nu bij jou opkomt. Hier gaan we: mijn idee is dat grensoverschrijdend seksueel gedrag ook beschouwd kan worden als een vorm van verslaving. Al eindeloos lang betwisten de experts of er zoiets bestaat als seksverslaving, of dit een nieuwe diagnose zou moeten worden. Gokverslaving kent inmiddels iedereen, maar wat te denken van gamen, porno kijken, internetten, onlosmakelijk met je mobiel verbonden zijn?

Als seksverslaving een ‘officieel erkende stoornis’ zou zijn, zou er meer wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden en, veel belangrijker, zou de drempel naar professionele hulp lager worden. Waarbij de kans dat een beroemdheid zich spontaan aan zou melden voor psychotherapie natuurlijk klein is, vanwege het ego dat meestal onlosmakelijk met de bekendheid verweven is.

Ik reken mezelf tot de groep professionals die vindt dat ‘mateloosheid in gedrag’ even ongezond is, en niet zelden levensgevaarlijk, als drank- of drugsproblematiek. De jonge mensen die slachtoffer worden van de onbeteugelde driften van macho entertainmenttypes kun je vergelijken met het slachtoffer van een aanrijding die is veroorzaakt door een dronken automobilist. Dat die slachtoffers goede zorg verdienen en geholpen moeten worden om de schuldgevoelens te verwerken die er vreemd genoeg toch altijd wel zijn, laat ik verder buiten beschouwing. Ik wil me even focussen op de mannen en vrouwen die hun lusten niet kunnen bedwingen. Als jong ventje maakte ik dat zelf mee, het is geen kattenpis.

Je hintte zelf ook al aan de mogelijke verklaringen van dat grensoverschrijdende gedrag (laten we het maar ‘aanranding of erger’ noemen, dat past beter bij de impact die het heeft). Vanuit mijn professionele ervaring, goede wetenschappelijke onderzoeken hierover ken ik niet, zijn mensen met verslavingsproblemen vrijwel zonder uitzondering heel gevoelig. En vrijwel altijd is dat direct te koppelen aan hun familiegeschiedenis, waar bij vader en/of moeder vaak vergelijkbaar gedrag speelde.

In het verleden had je de ‘nature or nurture’-discussie: heb je het gedrag geërfd (is het genetisch?) of is het de opvoeding (of het gebrek daaraan!) die aan de basis stond van het mateloosheidsprobleem (ik vind ‘mateloos’ veel minder stigmatiserend klinken dan ‘verslaafd’ en het onderscheid tussen middelen en gedrag hoef je ook niet meer te maken)? We zijn met deze discussie gestopt, omdat het allebei is. Met bij ieder mens een andere cocktail van beide ingrediënten.

Natuurlijk verdienen de daders straf, als ze schuldig worden bevonden. Maar nog veel liever zou je willen dat ze zich laten helpen. En dat brengt me terug naar jouw artiestenwereld: in een beroep waarbij emoties een cruciale factor spelen om succesvol te kunnen worden lopen bovengemiddeld veel emotionele mensen rond. Vaak ook mensen die willen compenseren voor een jeugd waarin ze zich niet gezien hebben gevoeld, waarin ze werden gepest, of domweg niet voor vol aangezien. Op een podium kun je daar compensatie voor zoeken, niet zelden met behoorlijk succes.

Maar: dat gebrekkige ego, die onverzadigbare behoefte aan erkenning en bewondering, is er ook als de spotlights doven. En daar gebeuren de ongelukken: achter de schermen… Iedere expert zal bevestigen dat het aantal daadwerkelijke aangiftes nooit meer is dan het topje van een ijsberg. Dus dit is een heel groot probleem in artiestenland, over de gehele wereld.

Wat doen we hieraan wil je nu natuurlijk weten. Ik heb twee gedachten: veel meer aandacht voor deze materie in de kunstopleidingen, om te beginnen. Vergroot bij iedereen de ‘awareness’ en kan daardoor een belangrijk preventief effect hebben. En, wat discutabeler in de ogen van sommige mensen, denk ik: dwing die daders zich te laten helpen! Als je onder invloed hebt gereden kom je ook bij het CBR terecht voor een verplichte cursus of training. Waarom doen we dat niet met artiesten met grijpgrage handjes? Hulp accepteren of wegwezen.

Ik hoop dat je me volgt, en ik groet je hartelijk,

Bram

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Verdwenen vrienden

Verdwenen vrienden

De dag dat je gelooft dat je leven op orde is doen zich nieuwe uitdagingen voor, het is een soort natuurwet. Je bent lekker bezig orde op zaken te stellen, en terwijl je daar druk mee bent duikt er pijn en verdriet op waar je niet op had gerekend…

Een tijd verkeerde ik in de veronderstelling dat ik een vaste groep mensen om me heen had verzameld die er voor mij echt toe doen, en ik ook voor hen. Een stabiele vaste kern, met echte vriendschappen. Veel meer dan ‘goede bekenden van elkaar’. Maar: ik had me rijk gerekend, ontdekte ik tot mijn grote verrassing, verdriet en teleurstelling.

Ik ga hier niet boos of beledigd doen, ik ga ook niet proberen de schuld buiten mezelf te zoeken, maar ik wil mijn poging om het te analyseren wel met jullie delen.

Het gaat om twee mensen die ik leerde kennen in mijn hoedanigheid als psychiater. Patiënten dus… Ik voelde bij allebei vanaf de eerste seconde dat er persoonlijke chemie was, onafhankelijk van het probleem waarmee ze bij me kwamen. Niets in de man-vrouwsfeer, van gevoelens met een seksuele lading was geen sprake. Het is ook niet relevant of ze man of vrouw zijn, mijn verdwenen vrienden.

Wat ik me nu wel afvraag: vond ik het nu prettige mensen terwijl dat omgekeerd helemaal niet zo was? Kwamen ze bij mij voor iets zakelijks, en verder niet? Zat er bij hen geen chemie in de richting van mijn persoon?

Jaren duurde het professionele contact in beide gevallen. Met de grootste zorgvuldigheid werd het einde daarvan besproken. En er kwamen daarna mooie jaren, wat mij betreft. Gezien de afloop rijst de vraag of dat eigenlijk wel wederzijds was…

Al die tijd dat het contact niet meer professioneel was deed ik mijn uiterste best om op geen enkele manier misbruik van ze te maken. Geen gunsten accepteren, niet profiteren van de ander. Omdat het stemmetje van mijn geweten bleef piepen: ‘Dit hoort eigenlijk niet, dit contact.’ In het contact met een van hen, met veel meer geld dan ik, zorgde ik er altijd voor dat ik net iets meer euro’s uitgaf bij gezamenlijke activiteiten. Best een beetje zielig.

Ik bleef bij mezelf ook steeds checken of het voldoende gelijkwaardig was tussen ons. Of de vroegere behandelrelatie in het hier en nu geen rol meer speelde. Ik schreef erover in ‘Gevoelsarm’, om uit te leggen dat het wel kon, die vriendschappen. Wat mij betreft dan…

En toen: geheel onafhankelijk van elkaar (ze kennen elkaar niet) trokken ze zich de afgelopen maanden terug uit mijn leven. Zonder toelichting, zonder nog te reageren op berichten. Ik ben gekwetst, het doet me pijn. Vroeger zou ik woedend verhaal zijn gaan halen, maar die neiging is er gelukkig niet meer. Of nauwelijks, maar hoe dan ook goed te hanteren.

Slachtoffer wil ik me niet voelen, mijn beklag doen over hun aandeel evenmin, maar er is wel een diep verlangen te begrijpen wat hier speelt. Huiswerk: is het eigenlijk wel mogelijk, vriendschap na zo’n begin binnen een professioneel kader?

 

 

 

Mantelzorgers: wel problemen, geen producten

Mantelzorgers zijn geen doelgroep in de gezondheidszorg. Zelfs de huisarts weet vaak niet hoeveel zorg ze thuis voor anderen dragen.

Af en toe lezen we iets over mantelzorgers in de media: ze krijgen het nog zwaarder als er vanwege corona weer reguliere zorg wordt uitgesteld, ze lijden in groten getale aan burn-outverschijnselen, ze zitten vaak bij de huisarts, verzuimen veel van hun werk, enzovoort.

Zal ik heel eerlijk zijn? Die onderzoeken zeggen mij helemaal niets. Want wie is er mantelzorger? Kennen we alle mensen die deze loodzware taak vervullen in het leven van een dierbare? We denken bij mantelzorgers snel aan oudere mensen, die een partner hebben met dementie of kanker, en in mijn gevoel gaan de onderzoeken ook precies over hen: de geïdentificeerde mantelzorgers, de mannen en vrouwen waarvan iedereen het weet. En wellicht ook nog een beetje begrijpt hoe zwaar dat moet zijn.

“Er zijn talloze mantelzorgers die we niet als zodanig herkennen. Broers, zussen, vriend(inn)en en buren. En kinderen, zorgend voor hulpbehoevende ouders, zonder dat er voor hen wordt gezorgd.”

Iedereen vervult bij tijd en wijle de rol van mantelzorger. En behalve dat het je misschien iets kost kan het je ook veel opleveren. Een ander helpen is ook een vorm van zingeving. Betekenis hebben voor een ander geeft een bevredigend gevoel, bij mij althans. Zoals bij bijna alles in het leven speelt ook hier een balansvraag: wanneer wordt de belasting te hoog, wanneer wegen de voordelen niet meer op tegen de nadelen? Tegen welke prijs probeer je een geliefde thuis te blijven verzorgen, terwijl er al een indicatie voor een verpleeghuis te verkrijgen zou zijn?

Iedereen weet dat je in een vliegtuig in nood eerst zelf een mondmasker moet opzetten alvorens andere mensen te gaan helpen. Maar wie lukt dat altijd? De mantelzorgers die ik ken zorgen vrijwel zonder uitzondering beter voor hun geliefden dan voor zichzelf. Ze zetten zichzelf opzij, totdat het niet meer gaat. En dan krijg je de toestanden uit de bovengenoemde onderzoeken.

Hoe lossen we dit op? Mantelzorgers zijn geen doelgroep in de gezondheidszorg. Zelfs de huisarts weet vaak niet hoeveel zorg ze thuis voor anderen dragen. Ze schamen zich ook vaak, voor een depressieve of verslaafde huisgenoot. Zorg die zich specifiek richt op mantelzorgers is zeldzaam, en mantelzorgers noemen die rol niet snel als onderdeel van een hulpvraag.

Toch zouden we hier als samenleving iets mee moeten doen. Behalve hun informele kracht leveren ze de maatschappij ook heel veel op. Zonder mantelzorgers explodeert de zorgconsumptie en dreigt een financiële ramp die groter is dan de hele coronapandemie.

Er is genoeg te verzinnen waarmee we ze zouden kunnen helpen, of beter nog: ondersteunen. Structurele aandacht bijvoorbeeld. Ze de mogelijkheid bieden om de ambivalente gevoelens te delen die het zorgen voor een geliefde oproept. Ze aanmoedigen om af en toe zichzelf voorop te stellen, omdat iedereen daar uiteindelijk bij gediend is. Eigenlijk hebben we het (opnieuw) over preventie. Maar zorg voor mantelzorgers is geen product. Wel noodzakelijk, voor ons allemaal.

 

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Vroon

Vroon

Ze is net 18 jaar, en vandaag gebeurt er iets heel bijzonders. Er verschijnt een boek waar ze lang en hard aan heeft gewerkt. Over een ‘groot’ onderwerp: de mentale problemen waar ze al jaren mee worstelt, tegen strijdt.

Vroon Bouter schreef ‘Humeurkanker’, omdat ze zo’n boek zelf had kunnen gebruiken. En het was er niet.

Een paar jaar geleden was ze bijna dood, door een overdosis pillen. Maar vandaag is ze sterker dan ooit. Niet genezen of symptoomvrij, maar wel met meer inzicht, overzicht en regie. Ze hoopt dat haar boek veel aandacht krijgt, omdat het zo hard nodig is met al die jonge mensen die last hebben van ‘spoken in hun hoofd’

Vroon wil geneeskunde gaan studeren en psychiater worden, en ik weet zeker dat het haar gaat lukken, met haar enorme wilskracht. Ze heeft medemensen met psychische problemen veel te bieden. En ze gaat een belangrijke bijdrage leveren aan de strijd tegen vermijdbare suïcides. Dat doet ze al met ‘Humeurkanker’.

Vanavond hebben we een boekenfeestje in Haarlem waar ik enorm van ga genieten. Ik ben blij dat Vroon bestaat en dat ik een deel van haar reis heb meegemaakt. Ze is klein van stuk, maar schreef een reusachtig boek…

 

Lees hier het Interview in tijdschrift Linda.

 

Je kan het boek hier bestellen.

 

 

 

‘‘Tot je vijftigste moet je laten zien wat je kunt, daarna mag je laten zien wie je bent”

– BB

Lees meer
De weduwe van de beroemdste psychiater van Nederland

De weduwe van de beroemdste psychiater van Nederland

Bram Bakker podcastserie de balanskliniek-31-Marijke Foudraine Kranenburg

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Marijke Foudraine-Kranenburg

Een extra speciale podcast deze week Balanskliniek: psychiater Jan Foudraine schreef in 1971 ‘Wie is van hout?’, een boek dat mij inspireerde psychiater te worden. Het boek is onverminderd actueel en er is een biografie. Omdat Foudraine niet meer onder ons is sprak ik zijn vrouw Marijke, en ik ben heel blij met het resultaat.

 

 

 

De getraumatiseerde redder

De getraumatiseerde redder

de getraumatiseerde redder

Niet voor het eerst wil ik iets met jullie delen over de mens achter de hulpverlener. Ik schreef al eerder dat we stiekem ook aan onszelf sleutelen, terwijl we als therapeut aan het werk zijn. En dat we vaak krampachtig proberen te verhullen wat onze persoonlijke thema’s zijn.

De aanbevolen professionele distantie is vaak ook een vorm van vermijding voor angstige behandelaren. Een beetje afstand is altijd veiliger.

Zonder dat ik me het bewust was had ik in mijn werk altijd een voorkeur voor getraumatiseerde mensen, om mee te werken. Liefst zwaar getraumatiseerd, en ook nog seksueel. Ik ging ze redden, zonder me mijn eigen onderliggende motieven bewust te zijn. Wat me dreef? Ik wilde heimelijk ook gered worden natuurlijk. Ik trek ze ook aan, mensen met dit soort trauma’s. Al vroeg in mijn loopbaan had ik mensen met extreem heftige seksuele trauma’s als patiënt. En ook mensen waarmee ik bevriend raakte bleken vaak vergelijkbare ervaringen te hebben als ikzelf. En toch had ik het niet door.

“Ik schreef zelfs een boek over seks, zonder dat ik me realiseerde wat het belangrijkste motief daarvoor was: mezelf leren kennen, mijn trauma’s beter kunnen hanteren.”

Mijn eigen geschiedenis is best serieus, qua ellendige gebeurtenissen, maar de meeste mensen waar ik mee werk zijn nog veel ernstiger beschadigd dan ik. Daar heb ik me iets over bedacht: ik denk dat het mijn eigen verhaal relativeert. Vergeleken bij de meeste vrouwen en mannen waar ik mee praat viel het bij mij nog wel mee. Cognitieve dissonantiereductie. Het kan veel erger! of misschien toch ook: stel je niet aan…

Ik heb moeten leren mijn levensverhaal te aanvaarden, om mezelf okay te vinden ondanks de dingen die me zijn overkomen, nee aangedaan. Daar probeer ik anderen mee te helpen, maar mezelf dus ook.

Ik ben als de ervaringsdeskundige in de verslavingszorg die tegen de cliënt zegt: stop met drinken, ik weet hoeveel schade het aanricht en hoe goed het je zal doen om te stoppen…

De getraumatiseerde redder zegt tegen zijn cliënt: je bent wel de moeite waard, wat je is aangedaan heb je niet verdiend en ook niet uitgelokt. Het was fout, en jij bent dat niet. En ik kan het weten, want ik ben daar ook geweest, waar jij nu zit…

 

 

Psychiater Bram Bakker neemt afscheid van zijn beroepsgroep: ‘Wat een bevrijding’

Psychiater Bram Bakker neemt afscheid van zijn beroepsgroep: ‘Wat een bevrijding’

psychiater Bram Bakker neemt afscheid van zijn beroepsgroep

De bekende psychiater Bram Bakker heeft afscheid genomen van zijn beroepsgroep. Hij wil de psychiatrie nu van buitenaf veranderen. Mega-ambitieus, noemt hij dat zelf.

Psychiater Bram Bakker doet de dingen graag op zijn eigen manier: kritiek leveren op collega’s, met patiënten omgaan. Hij voelde zich lang als een topsporter die doping gebruikte, het ging goed, maar hij wist dat hij de dingen niet deed zoals het ‘hoorde’. Tot hij eind vorig jaar zijn titel als psychiater opgaf, zodat hij kan werken zonder regels.

“Wat een bevrijding: ik kan er gewoon mee doorgaan.”

In het najaar van 2021 moest zijn accreditatie worden verlengd, na lang aarzelen besloot hij het moment voorbij te laten gaan. Jarenlang bekritiseerde hij als zelfbenoemd ‘cowboy’ of ‘hofnar’ de ggz en collega-psychiaters. Zelf bleef hij ook niet bepaald onbesproken. Zo kwam hij in opspraak toen hij in 2005 een waarschuwing kreeg van het Medisch Tuchtcollege omdat hij had gezoend met een vriendin van een vrouwelijke patiënt en omdat hij een andere vrouwelijke patiënt in contact had gebracht met een van zijn vrienden. Nu concludeert hij dat het vak hem niet meer past. In het boek Gevoelsarm, dat hij bij wijze van afscheid schreef, legt hij uit hoe hij persoonlijk denkt over de dilemma’s in zijn vak. “Ik heb twintig jaar geprobeerd me te verhouden tot hoe het hoorde, en dat is niet gelukt”, vertelt hij in de behandelkamer van zijn eigen praktijk in Amsterdam.

Waarom past het vak je je niet meer?

“De afstand is te groot tussen wat ik denk dat goed of noodzakelijk is voor de klant (Bakker noemt mensen die hij helpt ‘klanten’, red.) en wat de bureaucratie van me vraagt. Ik moet steeds rekening houden met veiligheidskleppen, protocollen en registraties: dat zijn allemaal beperkingen die in mijn ogen de kwaliteit van zorg niet dienen. Ik geef bijvoorbeeld aan iedereen mijn 06-nummer, omdat ik denk dat het klanten helpt als ze mij midden in de nacht of in het weekend kunnen bereiken als ze me nodig hebben. Dat is tegen de protocollen. En al die appjes en telefoontjes buiten kantooruren komen natuurlijk niet in het elektronisch patiëntdossier terecht.

“Stel dat er iets misgaat – die kans is in dit vak altijd aanwezig – en er komt een klacht, dan duiken instanties op de bureaucratische kant van de zaak. Heb je het dossier wel op orde? In een tuchtcollege zitten collega’s en die je de les gaan lezen: dat je zo nodig op zaterdagnacht de reddende engel moest uithangen. Dat is overigens geen totale onzin. Maar het is wel wie ik ben.”

In je boek haal je een bevriende gepensioneerde psychiater aan die stelt dat uiteindelijk iedere psychiater zijn vak beoefent om zichzelf te leren kennen. Lange tijd was jij het daarmee niet eens.

“Ik denk dat de meeste psychiaters het daar niet mee eens zijn. We moeten tijdens de opleiding verplicht naar leertherapie om onszelf te doorgronden, maar ik merkte bij collega’s dat ze dat niet erg serieus namen. Zelf heb ik mijn hele leven therapeuten bezocht, omdat ik wilde begrijpen waarom ik er bijvoorbeeld niks van bakte met vrouwen, maar nooit linkte ik mijn eigen problemen aan het psychiater-zijn. Want psychiaters hebben met elkaar afgesproken: je eigen sores hou je buiten je werk. Volgens de beroepscode is het niet professioneel als de psychiater gaat zitten huilen wanneer de klant een vreselijk traumatisch verhaal vertelt.

“Tijdens mijn opleiding had ik een keer een T-shirt aan van een triatlon. Mijn supervisor, een traditionele psychiater, vond dat niet kunnen. Want de klant zou zien dat ik aan triatlon doe en dat zou reacties kunnen oproepen. Maar ik denk: ja, en jij hebt grote borsten, die kun je ook niet verbergen. Die roepen óók wat op. Tegenover je zit een mens, met allerlei kenmerken waartoe je je moet verhouden. Natuurlijk moet je nadenken over hoe je overkomt op klanten, maar het heeft geen zin om alles dicht te timmeren met regeltjes.

“Ik dacht dat ik in dit vak enkel werd gedreven door de interesse in andere mensen, maar stiekem was ik ook met mezelf bezig. Stel je zit tegenover iemand die je doet denken aan je vader of moeder: dan gebeuren er allemaal dingen met je. Maar de voorschriften zijn: die gevoelens mogen geen rol spelen, je trekt de juiste pillen uit de kast, adviseert cognitieve gedragstherapie en het maakt niet uit wat je er zelf bij voelt. Maar voor mij maakt dat wél uit! Als ik iemand aardig vind, ben ik gewoon een betere behandelaar dan wanneer iemand mij irriteert. Psychiaters zijn namelijk ook mensen. Maar dat is een taboe.”

Dus nu wil je niet meer behandelen zonder je eigen gevoelens erbij te betrekken?

“Het werd me steeds meer duidelijk dat ik m’n persoon meeneem naar mijn werk. Ik heb er altijd met het grootste gemak dingen uitgeflapt over mijn eigen leven. Als ik hoor dat een klant worstelt met de opvoeding van zijn kinderen, dan ga ik me toch niet inhouden om iets over mijn eigen kinderen te vertellen wanneer ik denk dat dat helpt? Maar het moet wel functioneel zijn. Ik zou mezelf een enorme pannenkoek vinden als ik het alleen maar over mezelf ga hebben.”

Bakker is groot liefhebber van de uitdrukking dat bij de loodgieter thuis de kraan lekt, schrijft hij in Gevoelsarm, omdat dat ook voor hem opgaat. Zo ziet hij pas na veertig jaar in dat zijn jeugd traumatisch was en dat hij daar nog steeds door wordt beïnvloed. “Ik realiseerde me dat ik in de basis echt weinig verschil van de mensen die ik in mijn werk probeer te helpen”, schrijft hij. Wanneer hij zijn geliefde het stadje laat zien waar hij opgroeide, barst hij bij de aanblik van een kerktoren onverwacht in tranen uit. Hij wordt letterlijk overvallen door zijn gevoel. “Het was heel heftig. Ineens was ik weer het jongetje dat eenzaam en ongelukkig naar school rijdt. Ik wist heus wel dat mijn kindertijd niet fijn was – ik werd gepest en had geen vriendjes – maar ik wist het in mijn hoofd. Ik was me niet bewust van de ernst tot ik het gevoel zo intens aan den lijve ervoer.”

Wat kun je daarmee als behandelaar?

“Je kunt alles wel rationeel benaderen, maar het gevoel zit veel meer in je lichaam dan in je hoofd. Het lichaam is dus een heel belangrijke informatiebron. De psychiatrie is daar ver, ver vandaan geraakt met z’n pillen en cognitieve gedragstherapieën. We spreken mensen vooral aan op hun hoofd en het verstand: het gevoel zit ergens diep weggestopt. Anders dan tien jaar geleden zeg ik nu tegen klanten: ‘Ik hoor wat je zegt, maar ik voel het niet’. Ik maak nu ook gebruik van niet-wetenschappelijk bewezen lichaamsgerichte technieken om mensen met hun gevoel in contact te laten komen.”

Je begeeft je richting het alternatieve circuit?

“Mensen die vinden dat het anders moet in de zorg worden nog steeds erg geframed als alternatievelingen of kwakzalvers. Ik denk dat ik een brug kan zijn tussen die twee werelden. Hetzelfde geldt voor een kruidenvrouwtje dat besluit alsnog psychologie te gaan studeren: je moet bereid zijn te zien dat er in die andere wereld óók kwaliteiten liggen.

“Ik zal nooit tegen iemand die zwaar manisch depressief is zeggen dat hij vooral geen lithium moet nemen. Doe gewoon lithium, ik weet dat dat werkt. En we moeten ook ons verstand blijven gebruiken. Alleen, de volgorde moet zijn: begin bij het gevoel, en eindig bij het verstand. Terwijl de heersende opvatting is dat verstand het allerhoogste is, en dat gevoel daarbij niet vereist is. Dat klopt niet.”

Wat ga je nu doen als niet-psychiater?

“Ik ga niet meer van binnenuit het zorgstelsel bekritiseren, maar ik wil proberen het van buitenaf te veranderen. Dat is mega-ambitieus – ik zeg ook niet dat het gaat lukken. Samen met anderen ga ik een platform bouwen, een soort Airbnb waarop mensen met een hulpvraag iemand kunnen vinden die hun hulpvraag kan beantwoorden.”

Een professioneel iemand?

“Een bekwaam iemand. Wat professioneel is, bepaalt de klant. En wie er op dat platform mogen, bepaal ik. Dat zijn niet per se de mensen met bepaalde diploma’s of registraties, al moeten ze wel een Verklaring Omtrent Gedrag hebben.”

De hulpverleners op het platform kunnen volgens Bakker uiteenlopen van yogaleraren en ademhalingsexperts tot maatschappelijk werkers en psychologen. Het kan een sportschoolhouder zijn die een cursus runningtherapie heeft gevolgd, een door Bakker ontwikkelde wetenschappelijk bewezen methode om psychische klachten te verminderen via hardlopen, een stewardess met veel levenservaring die op latere leeftijd psychologie is gaan studeren, of ‘teleurgestelde psychiaters’ zoals Bakker zelf die dreigen het vak te verlaten. De kwaliteit wordt volgens hem gewaarborgd door klanten structureel te vragen of ze tevreden zijn – net zoals Airbnb en booking.com dat doen. “Als klanten doorlopend negatief over iemand rapporteren, gaan we in gesprek met die aanbieder.”

Dit kan niet worden vergoed voor de zorgverzekeraar. Jullie gaan alleen mensen helpen die het kunnen betalen?

“Ik wil niks met zorgverzekeraars te maken hebben, want die eisen een diagnose en die is helemaal niet nodig om iemand te helpen. Een deel van de winst storten we in een pot die we gebruiken om mensen te behandelen die het niet kunnen betalen – met één voorwaarde: ze moeten goed kunnen motiveren waarom ze specifiek die hulp willen.”

Alleen voor mondige patiënten dus?

“Je kan niet iedereen bedienen. Het gaat erom dat we voor zoveel mogelijk mensen zorg willen bieden die bij hen past. Ik vind dat klanten wat te kiezen moeten hebben. Bij de reguliere ggz is er geen sprake van vraag en aanbod: er is alleen maar vraag. Het is daar als een Oost-Europese supermarkt in Sovjettijd. De exploitant zegt: ‘Kijk hoe populair onze winkel is, want er staan lange rijen voor’. Maar eenmaal binnen ligt er niks in de schappen. Al decennia lang probeert de ggz het hoofdzakelijk met cognitieve gedragstherapie en medicatie, echt radicale innovaties heb ik al die tijd dat ik er rondliep niet meegemaakt. Ik gun iedereen prozac als het werkt, maar we moeten nadenken over al die mensen die dat al lang geprobeerd hebben.”

 


 

Oorspronkelijk gepubliceerd in Trouw. Lees het artikel in Trouw.

 

‘Gevoelsarm’  – Bram’s boek over zijn afscheid van de psychiatrie-  is te bestellen bij Uitgeverij Lucht of gewoon hier (dan krijg je een gesigneerd exemplaar).

 

Diëtiste Brenda Frunt over de zegeningen van intermittent fasting

Diëtiste Brenda Frunt over de zegeningen van intermittent fasting

Bram Bakker podcastserie de balanskliniek Brenda Frunt

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Brenda Frunt.

Brenda begon op het CIOS, en werd daarna diëtiste. Het werkte allebei niet helemaal voor haar, en zo ontstond De Voedingsacademie. En schreef ze ‘Vast wel’.

Bestel haar boek: ‘Vast wel!’ 

 

‘Laat zo min mogelijk van jezelf zien’

Het was wel even spannend. Je laten interviewen door een schrijver die je kent en waar je je vriendschappelijk toe verhoudt…

Maar goed, eerder stelde ik Elvin Post vragen voor mijn podcast, en zo’n aardige man kun je niets weigeren. Ik ben benieuwd wat jullie er van vinden, naar mijn idee is het een prachtige ondersteuning bij wat ik heb geprobeerd te doen in ‘Gevoelsarm’…

thnx Elvin

Bram

Lees hier het interview ‘Laat zo min mogelijk van jezelf zien’. 

 

Grens overschrijdend gedrag, het jongetje

Grens overschrijdend gedrag, het jongetje

Een jaar lang deelde ik op Facebook de meest persoonlijke dingen uit mijn vroegere leven. Omdat ik toch geen psychiater meer wilde zijn mocht ik hier van mezelf uiten hoe ingewikkeld (of nog eerlijker: traumatisch) mijn jonge jaren zijn geweest, en wat dat met me heeft gedaan. Ik vond dat belangrijk, omdat het zo’n grote rol had gespeeld in de keus om psychiater te worden…

Uiteindelijk resulteerden deze stukjes in een serieus boek, ‘Gevoelsarm’.

In dat hele boek komt seksueel grensoverschrijdend gedrag niet voor. Terwijl het er wel was… In een gesprek met Coen Verbraak naar aanleiding van het verschijnen van datzelfde boek flapte ik het er ineens uit. En toen stond het in de krant.

Tot dat moment kenden slechts een paar mensen de feiten: tussen mijn 14e en 21e jaar ben ik door drie (oudere) vrouwen seksueel misbruikt. En dit is letterlijk de eerste keer dat ik het zelf opschrijf. Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar dat doet iets met me, in het hier en nu. Ruim veertig jaar later voel ik pijn in mijn buik en ook misselijkheid bij deze poging woorden te geven aan wat mij overkwam.

De feiten kende ik al die jaren, ik deelde ze met geliefden zelfs, maar met de emoties die aan de gebeurtenissen kleefden had ik geen contact. Gedissocieerd noemen de psychiaters dat…

Toen ik de uitzending van BOOS over The Voice bekeek werd ik ook misselijk. Waarom? Omdat het ook mijn verhaal is dat daar werd verteld. Ik ben geen meisje en ik was ook niet op jacht naar een carrière in de muziek, maar ik was wel op zoek naar erkenning, wilde gezien worden en waarschijnlijk ook de liefde van een vrouw.

Net als de slachtoffers van die enge Ali B voelde ik me schuldig: ik was zelf naar die vrouwen toe gegaan, op mijn fietsje. Ik heb gedacht dat het ‘gewoon’ vriendschappelijk contact betrof en ik heb ook niet echt tegengesputterd toen ze me vroegen dingen te doen. Nog erger zelfs: ik kreeg gewoon een erectie. En ik werd toch ook niet echt gedwongen? Van fysiek geweld was in het geheel geen sprake.

Wat moet jij hiermee als lezer, denk je ondertussen waarschijnlijk? Waarom moet ik dit lezen? Gaat die man ook nog het slachtoffer uithangen, midden in een mediahype…

Mijn argument: Ik wil laten weten hoe naar seksueel grensoverschrijdend gedrag is, voor meisjes én jongens. Hoe beschadigend onvrijwillige gebeurtenissen voor jonge mensen kunnen zijn, hoe misvormend voor hun gehele ontwikkeling. En niet alleen in seksueel opzicht. Je wordt wantrouwend, ook naar mensen die dat niet verdienen. Een gelijkwaardige liefdesrelatie inclusief plezierige seksualiteit? Voor iedereen een enorme uitdaging, maar als je deze ervaringen met je draagt nog veel meer: nooit de regie durven weggeven vanwege de immense dreiging van onveiligheid… ‘De mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest, etc’

Ik ben blij met waar ik sta in dit leven, na 58 jaar. Het gaat beter dan ooit met me, denk ik. Maar waarom duurde het zo enorm lang om hier te komen? Het antwoord is simpel: omdat de impact van die traumatische gebeurtenissen zo enorm was. Dat zouden we ons allemaal veel meer bewust moeten worden.

Daar wil ik voor strijden, vanuit deze eigen ervaring, en eigenlijk geheel los van het beetje kennis dat ik er als professional over heb. Wordt vervolgd dus…

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!