Mantelzorgers zijn geen doelgroep in de gezondheidszorg. Zelfs de huisarts weet vaak niet hoeveel zorg ze thuis voor anderen dragen.
Af en toe lezen we iets over mantelzorgers in de media: ze krijgen het nog zwaarder als er vanwege corona weer reguliere zorg wordt uitgesteld, ze lijden in groten getale aan burn-outverschijnselen, ze zitten vaak bij de huisarts, verzuimen veel van hun werk, enzovoort.
Zal ik heel eerlijk zijn? Die onderzoeken zeggen mij helemaal niets. Want wie is er mantelzorger? Kennen we alle mensen die deze loodzware taak vervullen in het leven van een dierbare? We denken bij mantelzorgers snel aan oudere mensen, die een partner hebben met dementie of kanker, en in mijn gevoel gaan de onderzoeken ook precies over hen: de geïdentificeerde mantelzorgers, de mannen en vrouwen waarvan iedereen het weet. En wellicht ook nog een beetje begrijpt hoe zwaar dat moet zijn.
“Er zijn talloze mantelzorgers die we niet als zodanig herkennen. Broers, zussen, vriend(inn)en en buren. En kinderen, zorgend voor hulpbehoevende ouders, zonder dat er voor hen wordt gezorgd.”
Iedereen vervult bij tijd en wijle de rol van mantelzorger. En behalve dat het je misschien iets kost kan het je ook veel opleveren. Een ander helpen is ook een vorm van zingeving. Betekenis hebben voor een ander geeft een bevredigend gevoel, bij mij althans. Zoals bij bijna alles in het leven speelt ook hier een balansvraag: wanneer wordt de belasting te hoog, wanneer wegen de voordelen niet meer op tegen de nadelen? Tegen welke prijs probeer je een geliefde thuis te blijven verzorgen, terwijl er al een indicatie voor een verpleeghuis te verkrijgen zou zijn?
Iedereen weet dat je in een vliegtuig in nood eerst zelf een mondmasker moet opzetten alvorens andere mensen te gaan helpen. Maar wie lukt dat altijd? De mantelzorgers die ik ken zorgen vrijwel zonder uitzondering beter voor hun geliefden dan voor zichzelf. Ze zetten zichzelf opzij, totdat het niet meer gaat. En dan krijg je de toestanden uit de bovengenoemde onderzoeken.
Hoe lossen we dit op? Mantelzorgers zijn geen doelgroep in de gezondheidszorg. Zelfs de huisarts weet vaak niet hoeveel zorg ze thuis voor anderen dragen. Ze schamen zich ook vaak, voor een depressieve of verslaafde huisgenoot. Zorg die zich specifiek richt op mantelzorgers is zeldzaam, en mantelzorgers noemen die rol niet snel als onderdeel van een hulpvraag.
Toch zouden we hier als samenleving iets mee moeten doen. Behalve hun informele kracht leveren ze de maatschappij ook heel veel op. Zonder mantelzorgers explodeert de zorgconsumptie en dreigt een financiële ramp die groter is dan de hele coronapandemie.
Er is genoeg te verzinnen waarmee we ze zouden kunnen helpen, of beter nog: ondersteunen. Structurele aandacht bijvoorbeeld. Ze de mogelijkheid bieden om de ambivalente gevoelens te delen die het zorgen voor een geliefde oproept. Ze aanmoedigen om af en toe zichzelf voorop te stellen, omdat iedereen daar uiteindelijk bij gediend is. Eigenlijk hebben we het (opnieuw) over preventie. Maar zorg voor mantelzorgers is geen product. Wel noodzakelijk, voor ons allemaal.
Lees de originele column en reacties op Joop.nl
Reacties