Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen maandelijks over de geestelijke gezondheid. Dit is de tiende aflevering.
Mijn idee is dat grensoverschrijdend seksueel gedrag ook beschouwd kan worden als een vorm van verslaving.
Beste Bram,
Ik zou het me goed kunnen voorstellen als mensen zo langzamerhand beginnen te denken dat artiesten niet helemaal jofel in de bovenkamer zijn.
#Metoo kent een voorlopig hoogtepunt in de onthullingen over de welbekende talentenshow. Maar liefst drie artiesten (plus een regisseur, waar opvallend genoeg nooit de naam van wordt genoemd) hebben zich in mindere of meerdere mate vergrepen aan beginnende artiesten.
Goed: in medialand zijn het ook machtige mensen van áchter de schermen die intimideren en misbruiken, maar de artiest die zijn “eigen soort” belaagt valt mij het meest op. Hier is de knuppel in het hoenderhok; ik denk dat vrij veel artiesten inderdaad rondlopen met een bepaalde verwarring op emotioneel gebied, die deels de voedingsbodem zouden kunnen vormen voor dit soort excessen.
Pas op: ik bedoel niet dat dat een excuus is voor dit wangedrag. Een artiest zou als geen ander moeten weten hoe kwetsbaar je bent als je beginnend artiest bent. Dat maakt dit geval des te schrijnender. Dat een producent een narcistische machtswellusteling is ligt meer voor de hand, maar in de praktijk pakt het ook tussen artiesten onderling vaker verkeerd uit dan leuk is om te weten. Ik ben zelf van origine actrice en kan helaas beamen dat te veel gearriveerde acteurs ook op onfrisse wijze gebruik maken van hun “gewicht”.
Ieder beroep kent zijn gevaren. Het gevaar voor de artiest begint denk ik al bij hoe hij (of zij) gebakken is. Onze behoefte om te performen komt uit onszelf voort. Onze behoefte om in menselijke emoties te spitten, of dat nou acterend, dansend, zingend of musicerend is, komt ook uit onszelf voort. Het is een cliché, maar dat is het niet voor niets: in veel artiesten schreeuwt een kinderstemmetje; “Zie mij! Houd van mij!”.
Dit klinkt misschien afkeurender dan ik bedoel, maar mijn vermoeden is dat die hunkering naar erkenning vaak het primaire gevoel is, waar de interesse voor mensen en emoties dan secundair achteraankomt. Vaker zo, dan andersom. Daarnaast (of daardoor) zijn veel artiesten van nature al mensen die graag intens leven. Op zoek naar gevoels-pieken, wars van gekabbel. Dat geldt voor emotioneel gebied, maar ook voor seksueel gebied. Alles in ons vak draait om intimiteit en kwetsbaarheid. Als je je niet openstelt voor de rol die je vertolkt, voor de emotie die je vertolkt, is het niets meer dan een technisch kunstje dat snel verveelt.
In de beslotenheid van je opleiding of de repetitieruimte ga je met je mentoren de diepte in. Er wordt je al snel bijgebracht dat het zaak is dat je er niet lang over doet om bij je diepste gevoelens te komen; plat gezegd moet er geleverd worden. Het is zeer bijzonder dat wij contact maken met diepe trauma’s en oude pijn in onszelf om invulling te geven aan een gevoelige scène, lied, dans of muziekstuk. Dat is iets heel moois, maar ook iets om zeer secuur te hanteren.
Nou, Bram, dat gebeurt niet. We weten te vaak niet wat we doen met elkaar. Ik herinner me een dag op de toneelacademie dat we weer eens een emotional memory oefening gingen doen, onder leiding van -let op- een bewegingsdocent. Hierbij laat je door associatie en ademhaling een oude, pijnlijke herinnering in jezelf naar boven komen, om die mee te laten werken in je toneelspel. Het meisje dat de docent aanwees was in het voorafgaande weekend aangerand. Alerte medestudenten hadden dit vooraf aan de docent kenbaar gemaakt; misschien moest zij even overgeslagen worden, deze week? Nee hoor! Een unieke kans juist! Terwijl het meisje helemaal stuk stond te gaan, stond hij naar buiten te kijken, wachtend op het punt dat zij aan zou geven dat ze “er was”. Ze was er al spoedig ver voorbij, maar dat merkte hij niet. Bovendien was de man aan het eind niet in staat om de geest terug in de fles te krijgen, ik bedoel daarmee om het opgerakelde gevoel op één of andere manier weer een goed plekje te geven. Dit is niet uniek. Het is een koud kunstje om dingen los te maken, maar goed afronden kan bijna geen enkele mentor, en wat erger is: men vindt het normaal dat je dit zelf oplost!
Emotioneel gerotzooi met elkaar leidt gemakkelijk tot fysiek gerotzooi. We staan open en gaan helemaal niet meer dicht, dat wordt een constante staat van zijn als je niet uitkijkt. Het maakt zowel weerloos als grenzeloos. We nemen niet de tijd en bieden geen veiligheid aan iemand die zich overgeeft, vermoedelijk omdat we zelf niet beter weten.
Als de artiest zelf een mentor wordt, is dit zijn basis, Bram… Kijken we eigenlijk niet naar een ouder die zijn kind slaat, omdat ie zelf geslagen is? Zouden we gebaat zijn bij psychologische begeleiding op de werkvloer, om onszelf en het vak gezonder te maken?
Warme groet,
Mirjam
Ha Mirjam,
Ha Mirjam,
Mijn antwoord begint op een andere plek dan jij verwacht, denk ik. De verslavingszorg. In mijn leven als psychiater werkte ik op veel plekken waar dat behandeld zou moeten kunnen worden (de succespercentages zijn dramatisch laag in deze probleemcategorie…)
Waar ik ook werkte: in verhouding kwamen er altijd veel artiesten voorbij. Misschien niet met de naam en faam van de viespeuken van dat ene tv-programma, maar toch: mensen die werken vanuit emotie lijken bovengemiddeld vaak problemen te hebben met het hanteren van de eigen emoties. Dat uit zich in zeer uiteenlopende gedaanten: angst, depressie, zelfbeschadigend gedrag en pogingen tot suïcide bijvoorbeeld. Maar ook buitensporig veel alcohol en/of drugs. En de combinatie natuurlijk: ik kende een cabaretier die naar eigen zeggen nergens last van had, maar die wel een fles jenever nodig had om de avonden dat hij moest optreden door te komen.
Gebruik van drank en drugs (‘verdovende middelen’) is een vorm van zelfmedicatie: paracetamol bij hoofdpijn, een borrel of een lijntje bij te veel spanning.
Maar we gingen het toch over grensoverschrijdende seksuele gedragingen hebben? Dat is waarschijnlijk wat er nu bij jou opkomt. Hier gaan we: mijn idee is dat grensoverschrijdend seksueel gedrag ook beschouwd kan worden als een vorm van verslaving. Al eindeloos lang betwisten de experts of er zoiets bestaat als seksverslaving, of dit een nieuwe diagnose zou moeten worden. Gokverslaving kent inmiddels iedereen, maar wat te denken van gamen, porno kijken, internetten, onlosmakelijk met je mobiel verbonden zijn?
Als seksverslaving een ‘officieel erkende stoornis’ zou zijn, zou er meer wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden en, veel belangrijker, zou de drempel naar professionele hulp lager worden. Waarbij de kans dat een beroemdheid zich spontaan aan zou melden voor psychotherapie natuurlijk klein is, vanwege het ego dat meestal onlosmakelijk met de bekendheid verweven is.
Ik reken mezelf tot de groep professionals die vindt dat ‘mateloosheid in gedrag’ even ongezond is, en niet zelden levensgevaarlijk, als drank- of drugsproblematiek. De jonge mensen die slachtoffer worden van de onbeteugelde driften van macho entertainmenttypes kun je vergelijken met het slachtoffer van een aanrijding die is veroorzaakt door een dronken automobilist. Dat die slachtoffers goede zorg verdienen en geholpen moeten worden om de schuldgevoelens te verwerken die er vreemd genoeg toch altijd wel zijn, laat ik verder buiten beschouwing. Ik wil me even focussen op de mannen en vrouwen die hun lusten niet kunnen bedwingen. Als jong ventje maakte ik dat zelf mee, het is geen kattenpis.
Je hintte zelf ook al aan de mogelijke verklaringen van dat grensoverschrijdende gedrag (laten we het maar ‘aanranding of erger’ noemen, dat past beter bij de impact die het heeft). Vanuit mijn professionele ervaring, goede wetenschappelijke onderzoeken hierover ken ik niet, zijn mensen met verslavingsproblemen vrijwel zonder uitzondering heel gevoelig. En vrijwel altijd is dat direct te koppelen aan hun familiegeschiedenis, waar bij vader en/of moeder vaak vergelijkbaar gedrag speelde.
In het verleden had je de ‘nature or nurture’-discussie: heb je het gedrag geërfd (is het genetisch?) of is het de opvoeding (of het gebrek daaraan!) die aan de basis stond van het mateloosheidsprobleem (ik vind ‘mateloos’ veel minder stigmatiserend klinken dan ‘verslaafd’ en het onderscheid tussen middelen en gedrag hoef je ook niet meer te maken)? We zijn met deze discussie gestopt, omdat het allebei is. Met bij ieder mens een andere cocktail van beide ingrediënten.
Natuurlijk verdienen de daders straf, als ze schuldig worden bevonden. Maar nog veel liever zou je willen dat ze zich laten helpen. En dat brengt me terug naar jouw artiestenwereld: in een beroep waarbij emoties een cruciale factor spelen om succesvol te kunnen worden lopen bovengemiddeld veel emotionele mensen rond. Vaak ook mensen die willen compenseren voor een jeugd waarin ze zich niet gezien hebben gevoeld, waarin ze werden gepest, of domweg niet voor vol aangezien. Op een podium kun je daar compensatie voor zoeken, niet zelden met behoorlijk succes.
Maar: dat gebrekkige ego, die onverzadigbare behoefte aan erkenning en bewondering, is er ook als de spotlights doven. En daar gebeuren de ongelukken: achter de schermen… Iedere expert zal bevestigen dat het aantal daadwerkelijke aangiftes nooit meer is dan het topje van een ijsberg. Dus dit is een heel groot probleem in artiestenland, over de gehele wereld.
Wat doen we hieraan wil je nu natuurlijk weten. Ik heb twee gedachten: veel meer aandacht voor deze materie in de kunstopleidingen, om te beginnen. Vergroot bij iedereen de ‘awareness’ en kan daardoor een belangrijk preventief effect hebben. En, wat discutabeler in de ogen van sommige mensen, denk ik: dwing die daders zich te laten helpen! Als je onder invloed hebt gereden kom je ook bij het CBR terecht voor een verplichte cursus of training. Waarom doen we dat niet met artiesten met grijpgrage handjes? Hulp accepteren of wegwezen.
Ik hoop dat je me volgt, en ik groet je hartelijk,
Bram
Lees de originele column en reacties op Joop.nl
Reacties