‘Piekeraar’ Marleen Derks over de piekerpoli

‘Piekeraar’ Marleen Derks over de piekerpoli

Bram Bakker podcastserie-de-balanskliniek 25 Marleen Derks

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Deze week: Marleen Derks

Bij veel zorgprofessionals zijn eigen ervaringen het vertrekpunt voor een loopbaan als hulpverlener. Bij Marleen Derks werkte het ook zo: eerst overwon ze haar eigen demonen, nu helpt ze mensen in haar Piekerpoli om minder last te hebben van piekeren, de meest voorkomende psychische klacht. Lees hier meer over haar boek ‘Nooit meer piekeren.’

 

 

 

Meer over haar boek Nooit Meer Piekeren.

 

 

“Je kunt een harde lockdown afkondigen om problemen in ziekenhuizen te voorkomen of te beperken, maar bedenk ook even welke andere problemen daarmee alleen maar groter worden.”

– BB

Lees meer
Dilemma

Dilemma

Iedereen heeft inmiddels wel begrepen dat onze jongeren het meeste lijden onder de aanhoudende coronacrisis.

Als ze ziek worden hebben ze relatief weinig klachten, en de maatregelen die worden genomen om verspreiding van het virus te voorkomen hebben juist op hen heel veel impact. Mijn eigen tieners hebben horecagelegenheden nodig voor hun ontwikkeling, denk ik bijvoorbeeld. Omdat ze hier leeftijdgenoten tegenkomen die een bijdrage kunnen leveren aan hun psychosociale ontwikkeling (inderdaad: een doordenker).

Met mentale problemen bij jonge mensen ging het trouwens los van dat virus al niet lekker, suïcide heeft verkeersongelukken en kanker verdrongen van de eerste plek als mogelijke doodsoorzaak van jonge mensen.

Mijn gevoel geeft me al maanden in dat we iets leuks zouden moeten bedenken voor die jongelui. Het is sowieso al een beetje een treurige tijd met weinig zon en daglicht.

Depressiegala

Van 2016 tot en met 2020 organiseerden we op Blue Monday, de derde maandag van januari en zogenaamd de depressiefste dag van het jaar, een Depressiegala. Met een hele club mensen die daar niets, of een beperkte onkostenvergoeding aan verdienden.

Er werd door ons ook nog een hele stichting opgetuigd om jonge mensen te helpen op het terrein van psychische kwetsbaarheid. We kregen zelfs een flinke subsidie van de minister van VWS. Het is niet goed gegaan met die stichting. De directeur kreeg een mooi salaris, maar het lukte niet om inkomsten te genereren bij bijvoorbeeld het bedrijfsleven.

Het Depressiegala kostte vooral geld, bijvoorbeeld doordat we een televisie-uitzending financierden die geen inkomsten genereerde. Geld genereren voor de beoogde goede doelen lukte ons niet. Het programma Nieuwsuur stortte zich erop, en de mensen van de stichting, waar ik voorzitter van was, werden neergezet als oplichters en zakkenvullers. Eva Jinek liet me opdraven om me in haar programma onbehoorlijk hard aan te vallen, terwijl ze de feiten niet helder had.

Een pijnlijke periode, vooral ook omdat veel mensen die wisten dat er geen wetten waren overtreden en niemand zichzelf had verrijkt toch liever hun mond hielden en even wegkeken. De subsidie van de stichting werd keurig terugbetaald, de bestuursleden vulden het tekort (er was meer uitgegeven dan er was binnengekomen) uit eigen zak aan en toen werd de stichting opgeheven. Nergens een formele klacht, geen wet overtreden.

Niet meer over praten, snel andere dingen gaan doen, toch?

Doorstart?

Het blijft kriebelen bij me, dat Depressiegala. Wil ik revanche, vanuit mijn gekrenkte ego? Of is en blijft het een mooi moment om iets positiefs te doen met de mentale kwetsbaarheid van jonge mensen? Je bent zo somber niet of je hebt ook talenten. Zelfs tijdens een depressie zijn er soms momenten dat er om het leed gelachen kan worden. In de naam Depressiegala (ooit bedacht door psychiater Esther van Fenema) zit een prikkelende tegenstrijdigheid.

Wat moeten jullie hiermee?

Help me, geef me advies. Opnieuw proberen, of voor eeuwig als mislukt betitelen? Er is nog altijd veel, zoals vrijwilligers en een theater van waaruit het gala professioneel gestreamd kan worden. Die mensen willen gratis meewerken. Maar durven wij artiesten nog te vragen om belangeloos een bijdrage te leveren?

Ik lees graag wat jullie vinden, de knoop wordt binnen een paar dagen doorgehakt…

Dit bericht is eerder geplaatst op facebook

 

 

Bevoegd of bekwaam?

De mensen die in de zorg werken raken niet gedemotiveerd (of arbeidsongeschikt) door ernstig zieke mensen die ze proberen te helpen, maar door frustrerende protocollen en onbegrijpelijke verplichtingen die hun werkgeluk ondermijnen.

Mensen met enig verstand van de gezondheidszorg begrijpen zonder uitzondering dat het beteugelen van de gestaag stijgende zorgkosten niet los gezien kan worden van de ook immer nog uitdijende bureaucratie. De financiële pijn zit niet bij de handen aan het bed, maar bij de verplichte administratieve handelingen achter de computer, buiten beeld van de patiënt. Kostenbeheersing begint bij het terugdringen van de verrichtingen die geen directe bijdrage leveren aan de kwaliteit van de zorg. In een tijd met een focus op duurzaamheid verdient verspilling ook aandacht.

De mensen die in de zorg werken raken niet gedemotiveerd (of arbeidsongeschikt) door ernstig zieke mensen die ze proberen te helpen, maar door frustrerende protocollen en onbegrijpelijke verplichtingen die hun werkgeluk ondermijnen. En die letterlijk miljarden kosten…

“In mijn besluit om mijn registratie als psychiater te laten verlopen speelde regeldruk een grote rol.”

Ik ben niet tegen richtlijnen, maar een tuchtklachtprocedure moeten ondergaan omdat je als psychiater een brief hebt geschreven aan de advocaat van iemand die je behandelt (op zijn eigen verzoek, in zijn eigen belang) is zó frustrerend. Kost alleen maar heel veel tijd en energie, en behalve allerlei juristen wordt niemand er wijzer van. De link met de kwaliteit van de zorg? Het is maar een voorbeeld. Vol persoonlijke emoties, dat weet ik ook wel, maar in de beklaagdenbank staan terwijl je ‘het goede’ voor de patiënt deed?

Als je met iets meer afstand kijkt naar die bureaucratie zou je de stelling kunnen verdedigen dat veel samenhangt met bevoegdheden: zorgmedewerkers moeten doorlopend bewijzen dat ze bevoegd zijn. Niets op tegen, maar het staat op gespannen voet met bekwaamheid. Mensen die zich bekwaam voelen in hun werk ontlenen daar voor een belangrijk deel hun arbeidsgeluk aan. Een formulier invullen moet soms, maar als je psychotherapeut bent doe je liever andere dingen.

Toch?

Sturen op bekwaamheid

Om mijn registratie als psychiater te behouden had ik 200 uur geaccrediteerde nascholing moeten volgen. Dat na- en bijscholing belangrijk zijn zal niemand durven betwijfelen.

Het probleem zit in het ‘geaccrediteerde’: een commissie bepaalt wat de moeite waard is, precies binnen de overeengekomen kaders. Prima als je nog meer wilt leren over pillen tegen depressie, goed ook voor de aanbieders van dit soort (dure) nascholingen, maar ging ik me er bekwamer door voelen?

Nee, helaas.

De cursus smarttapping die me als behandelaar echt beter heeft gemaakt was niet geaccrediteerd, want smarttapping is niet ‘evidence based’…

Mijn bekwaamheid zit niet in een titel, maar vooral in ervaring op de werkvloer. De autoriteiten die de richtlijnen en protocollen uitvaardigen zien zelf meestal nog maar weinig patiënten/cliënten ofwel mensen van vlees en bloed.

Bevoegdheid is goed, maar zonder bekwaamheid wordt niemand er beter van. Te beginnen bij de mensen die zorg nodig hebben.

Het is natuurlijk nooit wetenschappelijk bewezen, en het zal ook wel nooit gaan gebeuren (er zijn geen belanghebbende partijen die het willen financieren), maar: als we meer zouden sturen op bekwaamheid dan op bevoegdheid zou de bureaucratie afnemen, de klanttevredenheid toenemen, het ziekteverzuim van zorgmedewerkers afnemen en de kosten zouden niet onnodig stijgen (of zelfs afnemen…).

De uitdaging in mijn werkzame leven als oud-psychiater ligt precies hier, de bureaucratie is nog niet van me af!

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

In een hospice staat het leven centraal

In een hospice staat het leven centraal

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Christiaan Rhodius. 

Als student geneeskunde werkte Christiaan al als vrijwilliger in een hospice, en nog steeds is het zijn lust en leven. Werken met mensen in de laatste fase geeft het leven extra kleur. Deze boodschap staat ook in het boek ‘Omdat we leven’, over ‘zijn’ hospice Bardo, dat twintig jaar bestaat.

Wat beweegt een specialist ouderengeneeskunde in een hospice te gaan werken? Wat kan een arts betekenen voor mensen in de allerlaatste fase van het leven? Hoe gaan dokters om met de onvermijdelijkheid van de dood? Waarom is ‘uitbehandeld’ zo’n nare term?

Het hospice Bardo / Leven in de laatste fase bestaat deze maand twintig jaar, en dokter Christiaan Rhodius werkt er met heel veel plezier. Hij maakte een prachtig boekje, dat een mooie inkijk geeft in het hospice. En in dit gesprek vertelt hij over zijn drijfveren, en veel meer

 

 

 

 

Over de de eerste medische leefstijl-kliniek in Nederland

Over de de eerste medische leefstijl-kliniek in Nederland

Bram Bakker podcastserie-de-balanskliniek Nathalie Schaafsma

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Nathalie Schaafsma. Zij is de drijvende kracht achter de eerste medische leefstijl-kliniek in Nederland.

Nathalie Schaafsma had een loopbaan die het midden hield tussen gezondheidszorg en sport. Tot ze een nieuwe vorm voor haar passie vond: medische leefstijl in multidisciplinair verband. Bij klachten, maar ook preventief.

 

Meer informatie over haar de leefstijl-kliniek.

 

 

Het coronabeleid mist gevoel

Door dit soort voorvallen verliest het beleid draagvlak en wordt de bereidheid om de regels te volgen steeds kleiner.

Zondagochtend, 10.30 uur, Amsterdam. Ik ga zitten op een verlaten terras. Druk zelf de knop aan van de straalverwarming, het is fris. Ik steek mijn hoofd om de hoek van de deur van het lege café, ze zijn duidelijk net open. Aan de andere kant van de zaak staan de twee dames die de bediening doen met elkaar te kletsen. Ik vraag om koffie. ‘U moet wel uw mondkapje opdoen’, is de eerste reactie. Ik sta meer dan tien meter verderop, in de deuropening.

Even later komt een van hen naar buiten. Ze wil mijn QR-code zien, en een ID. Aan die QR ben ik inmiddels gewend, en ook vaak de vraag op welke dag ik ben geboren. Maar op zondagochtend vroeg op een verlaten terras een ID moeten laten zien aan een medeburger?

Ik krijg er een heel akelig gevoel van.

De dame in kwestie, die zeer beleefd is, draagt ook buiten een mondkapje. Op minder dan anderhalve meter passeert op de stoep achter haar een oudere man met zijn hond. Zonder mondkapje. Ik vraag de bedienmevrouw waarom ze ook buiten een mondkapje draagt. ‘Er zijn ook undercover handhavers, meneer’, antwoordt ze een beetje bits. En ze verdwijnt weer naar binnen. Ik ben verbijsterd, echt waar…

Wat moet jij hiermee, als lezer? Om te beginnen zou ik je willen vragen om je echt even in te leven in deze situatie. En bedenk dan hoe het twee jaar geleden was. Mijn punt: ik kan het niet meer volgen. Je kunt keer op keer proberen het coronabeleid op basis van redelijkheid te verkopen, maar bij een snel groeiende groep mensen gaat het steeds vaker over een gevoelsmatige grens. Zoals bij mij, in de bovengenoemde situatie. En door dit soort voorvallen verliest het beleid draagvlak en wordt de bereidheid om de regels te volgen steeds kleiner.

“Regels moeten namelijk ook gevoelsmatig kloppen, anders houden mensen zich er niet aan.”

Op een verlaten snelweg met drie rijstroken maar 50 km/uur mogen rijden is ook lastig. Je kunt wel heel veel en streng gaan controleren, maar het gevoel dat je ook wel 100 km/uur zou kunnen rijden op die weg verandert er niet door…

En juist op de weg zie je hoe weinig draagvlak er nog is voor het coronabeleid: aan het begin van de crisis was het echt stil in het verkeer, nu zijn er ondanks de lockdown nog iedere dag files. Ik geloof in de welwillendheid van de regering en de (virus)deskundigheid van het OMT, maar wanneer wordt nu eindelijk het gevoel van de burgers eens serieus genomen en verdisconteerd in het beleid?

Dan haak ik graag weer aan.

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Waarom is simpel het moeilijkst?

Bram was gast bij de podcast van Kim Spinder, bekend innovatiestrateeg.  

Bram Bakker is als psychiater jarenlang bezig geweest met vernieuwing en verandering van het vak om mensen te helpen op een manier die bij hen past. Hij stopt nu met zijn werk als psychiater. Hij schreef daarover het boek ‘Gevoelsarm’.

Wat kunnen we van hem leren? Daarnaast schreef hij de bestseller ‘Verademing’. We staan tegenwoordig de hele dag aan, zitten urenlang achter onze beeldschermen en ademen daarbij veel te snel. Hoe vaak adem jij per minuut?

Leer in deze podcast van de lessen van Bram Bakker.

Luister de podcast hier.

Afscheidscollege

Afscheidscollege

Dat ik mijn registratie als psychiater liet verlopen is geen ramp. Het was een vrijwillige keuze.

En zo’n twee maanden nadat het officieel voorbij is voel ik nog altijd geen enkele spijt over dat besluit. Maar verdrietig vind ik het toch ook nog steeds, een licht zeurend pijntje in de bovenbuik meldt zich af en toe. Het voelt als een relatiebreuk: misschien onvermijdelijk, maar wel de scheiding van een grote liefde.

Ik had graag gezien dat het anders was gelopen. Dat ik gewoon met pensioen was gegaan, dat er een receptie was, en een etentje met de meest directe collega’s. Een dankwoordje met een paar kritische noten door de directeur, met humor gebracht: het had me echt wel wat geleken.

Kauwend op het bovenstaande verzon ik een list: ik organiseer mijn eigen afscheidsfeestje. Ik doe net alsof ik via de voordeur afzwaai, met een afscheidscollege dat in de regel alleen is voorbehouden aan de mannen en de vrouwen op de meest prominente plekken van het vak, de hoogleraren. Ik hoor het jullie wel denken hoor, weer die narcistische trekken. Eerst aandacht vragen via ‘Gevoelsarm’, een boek vol veel te persoonlijke ontboezemingen en dan ook nog de stand van zaken in het vak publiekelijk willen duiden.

En toch wil ik het er nog een laatste keer over hebben dat we onze oren te veel hebben laten hangen naar de farmaceutische industrie, dat behandeling met cognitieve therapie wel flinke vooruitgang kan opleveren, maar nooit de onderliggende trauma’s geneest.

Dat de vorm (qua tijd en aandacht) de inhoud van het werk is gaan overheersen, dat DSM-stickers in het dagelijkse leven geen enkele betekenis hebben en dat depressie misschien wel gepaard gaat met gestoorde hersenfuncties, maar dat lang niet zeker is of dat wel de kern is van stemmingsproblemen.

Krijg je er al zin in, als je dit leest? Ikzelf wel gelukkig…

Waar zo’n college meestal mee eindigt is een beschouwing van de afzwaaiende autoriteit over de toekomst: waar moeten we heen met het vak?

Een paar thema’s, als opwarmertje:

Het lichaam verdient een veel prominentere plaats. Niet in plaats van de aandacht voor het brein, maar wel daarnaast. En gelijkwaardig. Runningtherapie is gelijkwaardig aan antidepressiva, lichaamswerk doet niet onder voor inzichtgevende therapie.

De grootste gemene deler onder de meeste psychische problemen, een beschadigende gang van zaken in de jonge jaren, verdient naar mijn overtuiging aandacht bij iedere kwaal: mensen met een paniekstoornis, anorexia nervosa of een alcoholprobleem lijken veel meer op elkaar dan dat ze verschillen.

En als uitsmijter: behandeling is maatwerk. Zorg is het product van de relatie tussen twee mensen, die samen werken aan het kloppend maken van het verhaal van één van hen, de hulpvrager. Dat vereist een klik, weet iedereen. Dat kan zelfs binnen grootschalige ggz-instellingen worden bewerkstelligd, als we tenminste bereid zijn te investeren in onderzoek naar de manier waarop je de kans op zo’n klik maximaal maakt.

Daarin zou technologie belangrijke ondersteuning kunnen bieden, zonder de essentie van het vak aan te tasten: de veilige ontmoeting, het gesprek over de zaken des levens die pijn veroorzaken.

Iedereen, ook ex-collega’s, is welkom op zondagmiddag 12 december in het Posttheater in Arnhem. Via een livestream kijken kan ook, we leven in tijden van corona.

Check de website van dit fijne theater!

p.s. er zijn ook bijdragen van Sanne Winchester – Goemans en Fimme Bakker

 

De opbrengst gaat naar ‘Groeien door te delen’, het project van Allard Droste.

Vaarwel psychiatrie!

Een enquête onder psychiaters bracht onlangs aan het licht dat liefst één op de drie overweegt het vak te verlaten. Zelf hoor ik daar niet bij, want ik ben al vertrokken…

Daar ging een lang proces aan vooraf, dat ik beschreef in een boek, Gevoelsarm.

Bram Bakker gevoelsarm

Maar niet iedereen weet daarvan of leest dat boek, dus verzin dan eens een beknopt antwoord op de vraag waarom je een vak verliet waar je zo dol op bent. Ik doe een poging, waarbij een onderscheid tussen twee soorten argumenten behulpzaam kan zijn.

Werkplezier

Allereerst zijn er de beperkingen die los van mij als persoon het werkplezier van vrijwel iedere psychiater verminderen: de wetten en regels met bijpassende verantwoordelijkheden (en risico’s) die maar blijven toenemen. Bureaucratie, administratieterreur, hoe je het ook noemt, de tijd die moet worden besteed aan niet-patiëntgebonden werkzaamheden is enkel gegroeid de afgelopen jaren. Zonder dat de patiënt er beter door geholpen werd of de dokter een betere behandelaar.

Psychiaters besteden steeds meer tijd aan het plakken van diagnostische stickers ten behoeve van een zorgverzekeraar of het aanmaken van elektronische recepten voor mensen die ze vaak amper kennen. Steeds meer psychiaters ontvluchten het dienstverband om nog enige controle over de eigen werkzaamheden te behouden. Mij werd het teveel: ik wil mensen helpen, geen procedures volgen. Me geen slaaf voelen van een log en onpersoonlijk systeem.

Trauma

De tweede argumenten-categorie betreft het onpersoonlijke dat in de ggz (en misschien wel de hele zorg) domineert. Ik ben zelf minstens zo getraumatiseerd als veel van mijn klanten. Uiteraard wil ik ze daar niet mee lastig vallen, maar: ik heb ook geen zin meer (of geen energie) om te doen alsof bij mij persoonlijk alles perfect op orde is, in mentaal opzicht. Ik werd opgeleid met ‘professionele distantie’ als mantra. Zonder dat deze houding ooit ‘evidence based’ is bevonden.

“Psychiaters besteden steeds meer tijd aan het plakken van diagnostische stickers ten behoeve van een zorgverzekeraar…”

Mijn persoonlijk behoefte was tegenovergesteld: maximale betrokkenheid, minimale ongelijkheid in een persoonlijk contact. Hoe meer ik mezelf durfde te zijn, hoe beter ik werd… Met altijd de angst voor het tuchtcollege dat je al een sanctie oplegt als je van een richtlijn afwijkt. Ik heb mezelf bevrijd, en misschien heb ik ook de psychiatrie bevrijd van mij….

Ik blijf overigens gewoon zorgverlener, maar met beperkte status: arts en oud-psychiater. Om de cirkel rond te maken houd ik een heus afscheidscollege. Je bent van harte welkom, live of online….

Meer over het afscheidscollege lees je hier (er zijn nog tickets te koop, ook voor de link van de stream).

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.

 


 

‘Gevoelsarm’ is te bestellen bij Uitgeverij Lucht of gewoon hier.  

 

Er staan 750.000 mensen op wachtlijst ggz, hoorde ik van een expert. In coronatermen is dat code zwart !

– BB

Lees meer
Balanskliniek podcast #22: Mirjam Kaijer

Balanskliniek podcast #22: Mirjam Kaijer

Brambakker podcastserie de balanskliniek 22 Mirjam Kaijer

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag auteur: Mirjam Kaijer.

Mirjam Kaijer kwam er door vasthoudendheid achter dat ze een ernstige ziekte had, die veel meer vrouwen treft. Maar aan specifieke kennis over vrouwen is een enorm tekort bij artsen. Dit werd haar missie: ‘Ik ben geen man’. Ze schreef er een boek over.

 

Benieuwd naar haar boek? Bestel het boek dan bij Uitgeverij Lucht.

Ik ben geen man

‘Gevoelsarm’ is te bestellen bij Uitgeverij Lucht of gewoon hier.  

Een burn-out door thuiswerken?

Een burn-out door thuiswerken?

Een burn-out door thuiswerken?

Bram was te gast bij de podcast Out of Office, een podcast over hybride werken. 

Sinds mei 2020 is het aantal burn-outs in Nederland verdubbeld. Ziekteverzuim door werkstress kost de Nederlandse werkgevers maar liefst €3,1 miljard per jaar. Wat kun je als werkgever doen om dat te voorkomen en wat kunnen je werknemers zelf doen?

Daarover gaat deze tiende aflevering. Hoe herken je nou de eerste tekenen van een burn-out en wie is er gevoelig voor? En is er verschil tussen de generaties? Bestaat er ook zoiets als een bore-out? Deze en nog veel meer vragen bespreken we met Bram Bakker, hij was twintig jaar psychiater, is nu nog therapeut en basisarts en hij is expert op het gebied van burn-outs.

Beluister hier de podcast.

 

 

 

Onvoorwaardelijke liefde

Onvoorwaardelijke liefde

Zou het bestaan? Of is het een geloof dat je al dan niet kunt aanhangen?

De meeste ouders voelen vanaf de geboorte een diepe liefde voor hun kind, maar ook hoor ik wel eens iemand opbiechten dat de liefde voor het eigen nageslacht nooit echt tot volle bloei kwam. Met het schaamrood op de kaken werd me dat dan verteld. Het is een taboe-onderwerp, maar ik geloof eigenlijk wel dat het niet allemaal zo vanzelfsprekend is, die liefde tussen ouder en kind.

Als er iets vereist is voor oprechte en complete verbinding (‘voorwaardelijke liefde’) betekent dit vooral ook een belasting voor het kind. Ieder kind houdt in de basis van zijn ouders, lijkt me, en de problemen ontstaan als het omgekeerde niet het geval is. Bijvoorbeeld: het kind is ongewenst, vanwege de relatie waarin het werd verwekt. Of: de ouder voelt zich van meet af aan onbekwaam als opvoeder, en is daardoor nooit op zijn/haar gemak (wat het kind juist zo nodig heeft, een ontspannen mama of papa…)

Er zijn ouders die vol overtuiging en met maximale inzet voorzien in de materiële behoeften van het kind, maar die er tegelijkertijd niet in slagen tegemoet te komen aan de emotionele behoeften van datzelfde kind. Niet uit onwil, maar uit onvermogen. En ook nog zonder dat te beseffen. ‘Onbewust onbekwaam’ waar het de niet-materiële noden van het eigen nageslacht betreft. Au au au…

Veel kinderen, waaronder ikzelf, worstelen met hun gevoel dat er iets heeft ontbroken in hun jeugd. Ook al werd er in praktische zin uitstekend voor ze gezorgd, het was toch niet alles wat het kinderhartje begeerde.
De valkuil waar je vervolgens gemakkelijk inloopt (ik wel tenminste) is dat je gaat geloven dat je ‘gewoon’ wat harder je best moet doen. Dat de knuffel zal komen als jij maar lief genoeg bent…

Een misvatting, dat begrijpt iedereen, maar wel een hardnekkige: de meeste van deze kinderen blijven hun hele leven zoeken naar een partner die het ze wel gunt, liefde zonder voorbehoud. Die ze steeds maar niet vinden, doordat ze steeds uitkomen bij iemand die dit niet beheerst. Iemand die ze onbewust misschien toch kiezen vanwege overeenkomsten met de ouder die het ze eerder ook al niet kon geven.

‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’ zei de grote Cruijff al. En daar moeten we ons nu dan maar aan vastklampen, in de hoop dat dit inzicht ook uitzicht biedt.

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!