Hans Koeleman over hardlopen in vele vormen, schrijven en romantiek

Hans Koeleman over hardlopen in vele vormen, schrijven en romantiek

Bram Bakker podcastserie Balanskliniek Hans Koeleman

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Hans Koeleman

Hans moest ‘gewoon’ naar die Olympische Spelen, maar hardloper zijn is veel meer dan topsport.

Bestel zijn boek ‘Het blauwe uur’ hier.

 

 

 

Kwetsbaarheid kan ook een kracht zijn

Kwetsbaarheid kan ook een kracht zijn

Bram is de eerste gast in een nieuw seizoen van De verwondering.

Bram Bakker kan eindelijk zichzelf zijn nu hij psychiater-af is, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Met Annemiek Schrijver bespreekt hij zijn zoektocht naar het einde van de eenzaamheid.

Bekijk de aflevering hier

 

foto door Jerney Hakkenberg

Over Bram

Ex-psychiater Bram Bakker stond jarenlang bekend om zijn spraakmakende opinies. Hij bekritiseerde de vele protocollen en richtlijnen in de psychiatrie, die wat hem betreft niet bijdroegen aan de kwaliteit van de zorg. Hierdoor voelde hij zich vaak een eenling in zijn vak. Nu hij psychiater af is kan hij helemaal zichzelf zijn- maar dat ging niet zonder slag of stoot.

Eenzaamheid ligt in Bram Bakkers leven altijd op de loer. Toen hij in korte tijd vijf goede vrienden verloor, besloot hij in zijn eentje naar hun uitvaarten te gaan. Steeds weer ging hij kapot van verdriet, zonder dit te tonen aan zijn toenmalige partner. De relatie eindigde in een scheiding, waarna hij negen maanden thuis zat door een onverklaarbare afwijking aan zijn cerebellum. Hij gebruikte de tijd om te reflecteren op zijn jeugd én op zijn toekomst.

Het gaat nu beter dan ooit met Bram Bakker. Hij heeft omarmt dat -hoe cliché dat volgens hem ook is- kwetsbaarheid kracht is. Om dit inzicht in de praktijk te brengen zingt hij een stuk van zijn inspiratietekst: ‘De Wedstrijd’ van Bram Vermeulen, dat hij liefdevol zijn lijflied noemt.

Bekijk de aflevering hier

 

 

De Verwondering Podcast met Bram Bakker

Het uitgebreide (audio interview) van de Verwondering met Bram Bakker

Ex-psychiater Bram Bakker stond jarenlang bekend om zijn spraakmakende opinies. Hij bekritiseerde de vele protocollen en richtlijnen in de psychiatrie, die wat hem betreft niet bijdroegen aan de kwaliteit van de zorg. Hierdoor voelde hij zich vaak een eenling in zijn vak. Nu hij psychiater af is kan hij helemaal zichzelf zijn- maar dat ging niet zonder slag of stoot.

Eenzaamheid ligt in Bram Bakkers leven altijd op de loer. Toen hij in korte tijd vijf goede vrienden verloor, besloot hij in zijn eentje naar hun uitvaarten te gaan. Steeds weer ging hij kapot van verdriet, zonder dit te tonen aan zijn toenmalige partner. De relatie eindigde in een scheiding, waarna hij negen maanden thuis zat door een onverklaarbare afwijking aan zijn cerebellum. Hij gebruikte de tijd om te reflecteren op zijn jeugd én op zijn toekomst.

Het gaat nu beter dan ooit met Bram Bakker. Hij heeft omarmt dat -hoe cliché dat volgens hem ook is- kwetsbaarheid kracht is. Om dit inzicht in de praktijk te brengen zingt hij een stuk van zijn inspiratietekst: ‘De Wedstrijd’ van Bram Vermeulen, dat hij liefdevol zijn lijflied noemt.

Beluister hier het uitgebreide interview.

Bekijk hier de televisie aflevering met Bram Bakker De verwondering.

 

De zin van hyperventilatie

De zin van hyperventilatie

Ooit promoveerde ik op de behandeling van hyperventilatie-aanvallen, in het DSM-jargon bekend geworden als paniekstoornis.

Een paniekaanval is onverwacht, geeft veel vervelende lichamelijke sensaties (door dat over-ademen) en mensen zijn tijdens de aanval letterlijk doodsbang.

We vergeleken een oud medicijn (Anafranil), een nieuw medicijn (Seroxat), cognitieve therapie en placebo. Welke van de vier onderdrukt de aanvallen het doeltreffendst was de belangrijkste vraag. Seroxat won, en dat verbaasde niemand: de producent van het middel was de financier van het onderzoek… Opvallend was, ook toen al, hoe goed placebo bleek te werken. Veel vragen riep dat indertijd niet op, want statistisch significant verschil ten opzichte van dat placebo was het enige dat telde.

Verder veranderde het onderzoek niets wezenlijks, de diagnose paniekstoornis werd volgens plan wel steeds vaker gesteld, en het aantal gebruikers van antidepressiva (vooral SSRI’s als Seroxat) nam gestaag toe.

Eerste probleem: vrijwel nooit verdwenen alle klachten. Er bleven angsten over, somberheid stak regelmatig de kop op en ‘vage lichamelijke klachten’ (zo durfden dokters het toen nog te noemen) kwelden mensen met zo’n paniekstoornis vaak en langdurig.

Tweede probleem: mensen met paniekaanvallen gaan eerder dood dan vergelijkbare mensen zonder… En ook nog vaak aan iets met het hart. How come?

Het is mijn stellige overtuiging dat de toekomst van iedereen die hyperventileert pas echt meer kwaliteit van leven krijgt als iemand leert begrijpen wat de functie van zo’n paniekaanval is. Het is geen ziekte die we moeten bestrijden, het is een signaal van ons lichaam: IK WEET HET EVEN NIET MEER. Een alarmsignaal is het: er gaat iets niet goed.

Zelf dacht ik heel lang dat ik nooit bang was, maar ik ademde wel veel te snel. Zestien keer per minuut terwijl ik op een stoel een tijdschrift zat te lezen. Het duurde nog jaren (en het kostte veel therapie) voordat ik begreep waardoor ik hyperventileerde…

“Pas als we weten waarom we hyperventileren kunnen we hopen op heling.”

We moeten paniekklachten niet bestrijden, we moeten ze leren duiden (ja ja, daar is Freud ook weer even). Als we dat willen, of durven. Waar zoek je dan?

In je verleden is het meest te vinden, als je hyperventileert. Dus: kijk de demonen uit je vroegere leven aan, ga de confrontatie met ze aan. Als de spoken verdwijnen komt er rust, en is er ineens ook geen versnelde ademhaling of angst meer. Hoe dan? Duik via je lichaam in je verleden, ontken je ‘oud zeer’ niet langer.

Ademwerk is niet toevallig een kansrijk begin… In plaats van ongecontroleerd te ademen (want dat is hyperventilatie) kun je leren om het beste stuurwiel op ons lichaam (want dat is ademen) stevig in handen te nemen. Wie controle heeft over zijn ademhaling heeft óók controle over pijnlijke emoties.

Dat kan zelfs zonder psychotherapie…

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt in oktober, je kunt het nu alvast bestellen.

 

De sombere jongere vormt een spiegel

Niet de jonge mensen zijn ‘gek’ geworden, maar de wereld waarin ze leven.

Het nieuws volgde elkaar snel op: jonge mensen kregen in de coronatijd veel meer antidepressiva voorgeschreven (zie artikel hierover) en de psychische problemen onder jongeren namen in dezelfde periode ook fors toe (zie meer hierover). Bij meisjes meer dan bij jongens, hoewel ik overtuigd ben dat dit verschil irrelevant is, de ellende bij jongens uit zich anders en/of later.

De veelgehoorde reflex is: er moet meer en betere hulp komen voor die jonge mensen. En dat is niet waar! Gek he, dat een therapeut dat beweert?

Ik leg het even uit: niet de jonge mensen zijn ‘gek’ geworden, maar de wereld waarin ze leven. En die recente toename bevestigt wat iedere ouder stiekem al wel weet: je weg vinden in de waanzinnige tijd waarin we leven is moeilijker dan ooit. Je kan iedereen op de wachtlijst van jeugdzorg of ggz plaatsen, maar dat verandert niets aan de overbelastende omstandigheden. Symptoombestrijding die het zicht op het onderliggende verhaal wegneemt.

Het coronabeleid was een aanslag op de mentale gezondheid van jonge mensen, de klimaatcrisis en de oorlog in Oekraïne doen ook niemand goed. En de prestatiedruk, de sociale media, de focus op de buitenkant.

“We zijn de weg kwijt met zijn allen, dat is wat de mentale gezondheidsstatistieken ons laten zien.”

Volwassen worden betekent onder meer ‘weerbaar worden’ en dat is momenteel nogal een uitdaging. De jongere met psychische problemen is een spiegel, geen pakketje dat je aflevert bij de zorg.

Het moet anders mensen, we moeten terug naar de tekentafel met onze samenleving.

Niet alles wat er de afgelopen jaren veranderde was verkeerd of moet worden afgeschaft, maar: de prijs is te hoog, vooral voor de jeugd die de toekomst zou moeten hebben. Wat zijn we kwijtgeraakt, en wat hebben we nodig om meer mensen een goed gevoel over zichzelf en de wereld om hen heen te geven? Dat is geen taak die we kunnen delegeren aan toch al overbelaste zorgmedewerkers.

Dat moeten we met zijn allen aanpakken, want: de maatschappij, dat zijn wij…

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Schoonheid terroriseert ons leven en voorkomt geluk

Schoonheid terroriseert ons leven en voorkomt geluk

Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen maandelijks over de geestelijke gezondheid. Dit is de twaalfde aflevering.

“Beauty is in the eye of the beholder”. (Plato)

Ik ben net vijf-en-vijftig geworden. Een interessant punt. Ik ben over mijn nafluitpiek heen. De vraag in hoeverre ik mooi was heeft in mijn leven een zeer giftige rol gespeeld. Daar zal heus ook wel een persoonlijke, psychologische omstandigheid aan ten grondslag liggen, maar de buitenwereld heeft zeker ook een flinke duit in het zakje gedaan. Met de keuze voor een acteercarrière heb ik het mezelf natuurlijk niet echt makkelijk gemaakt, en ook wonen in het Gooi is een dingetje in dit verband; twee omgevingen waar uiterlijk een grote rol speelt, en in beide habitats worden zeker geen lieve leugentjes verteld maar een snoeihard oordeel geveld.

Is praten over de rol van schoonheid oppervlakkig? Het risico dat lezers dat vinden ligt best op de loer. Ik denk dat het belangrijk is om het erover te hebben. De vraag aan jezelf in hoeverre je mooi bent is voor ieder mens al een kwetsbare, spannende vraag, wie daarnaast het lef heeft om het aan een ánder te vragen steekt gigantisch de nek uit. Natuurlijk zul je meestal een beleefd antwoord krijgen, je zult twijfelen aan de oprechtheid en dus met dezelfde vraag blijven zitten.
Je uiterlijk beïnvloedt je leven. En je zelfbeeld over je uiterlijk doet dat minstens zo erg. Schoonheid is niet zo objectief als die ouwe Plato suggereerde. Wás beauty maar in the eye of the beholder, maar dat werd destijds al fel betwist door Plato’s mede-filosofen.

Nog nooit was schoonheid zo beperkt en dwingend gedefinieerd als nu, menen veel therapeuten, sociologen en antropologen. Wijzelf helpen enthousiast mee aan dat dwingende beeld, door onze selfies als een malle te bewerken. We kijken daarnaast naar de gepimpte beeltenissen van anderen. We weten dus dondersgoed dat er geen bal klopt van die plaatjes, tóch wordt dit, bewust of onbewust, onze maatstaf.

Tot vrij recent maakte Dove (die van de lichaamsverzorging) voor haar reclamecampagnes gebruik van akelig perfecte gezichten en lijven. Totdat de leidinggevenden met een undercover gemaakte documentaire werden verrast. Daarin waren hun eigen tienerdochters geïnterviewd over hun zelfbeeld. Bijna alle meisjes haatten hun eigen uiterlijk intens. Vrijwel iedereen was al een lichte tot ernstige eetstoornis aan het ontwikkelen. Dát was het moment dat de leiding van Dove geschokt besloot om enkel nog echte, normale vrouwen in hun campagnes op te voeren.

Dit is het tijdperk van de schoonheidsterreur. Piekeren over ons uiterlijk deprimeert ons meer dan we zelf willen toegeven. Het is bizar hoe wij in een kooi gevangen zitten waar de deur van openstaat, maar we toch niet naar buiten lopen: er is al heel vaak aangetoond dat mooie mensen niet gelukkiger zijn…

Wat er met schoonheid te winnen valt is zeker wel het één en ander: aandacht, bewondering, macht, status, geld, kansen. De ellende is dat we al die zaken altijd maar weer verwarren met geluk. Heb ik ook gedaan, Bram, en hoe. Vanaf ongeveer mijn vijfendertigste al(!)) tot vrij recent vond ik mijn uiterlijke verouderingsproces verschrikkelijk. Alsof er een apocalyps naderde. Ik had mij stevig verschanst in het gammele bootje dat de schoonheid der jeugd is.

Is het niet bizar dat ik me juist nu, nu ik in de ogen van de vijf-en-dertigjarige die ik ooit was een stokoud wijf ben, eindelijk vrediger in dat verouderen begin te voelen? Dat was een lange weg. In een prachtig interview (lees het hier) betoogde psycholoog Liesbeth Woertman dat het ouder worden een kans biedt om eindelijk te worden liefgehad om wie je diep van binnen bent. Je krijgt de kans om je ego af te breken en je echte, ‘wilde’ zelf te onthullen, aldus Woertman.

Ik zie natuurlijk genoeg leeftijdgenoten die de deur platlopen bij een plastische chirurg. Ik ga die vrouwen niet wegzetten als oppervlakkige trutten. Ik snap hun paniek, en al snapte ik die níet, dan nog vind ik dat geen reden om geen compassie te hebben; ik overzie hun hele verhaal niet. Oudere vrouwen bij mij in het Gooi moeten er ernstig mee rekening houden dat hun dikke, kalende echtgenoot zich laat schaken door wat wij hier een roofkipje* noemen…

Is er nog een significant verschil tussen het belang van schoonheid voor een man of een vrouw? Wat denk jij, Bram? Het lijkt mij van wel, getuige bovenstaand voorbeeld, maar misschien is er wel wat aan het verschuiven?

Wat praten we weinig over hoe we ons eigen lijf ervaren. Tuurlijk; een korte, botte afkeuring van bepaalde delen van onszelf, die geven we heel gemakkelijk. Vanochtend nog zat er een leuke vrouw aan mijn keukentafel die zichzelf binnen een minuut van top tot teen de grond in boorde. Luid schaterend. Mijn tegenspraak had ik net zo goed tegen de muur kunnen houden.

Praten mensen hier wel met jou over, Bram? Wat is de impact die jij ziet?

Warme groet,
Mirjam

*jong&lekker

 

Ha Mirjam,

Wat een mooi en belangrijk thema snijd je aan! Ook ik genoot van het interview met Liesbeth Woertman en dacht er van alles bij. Het zal wel met onze leeftijd te maken hebben… Zal ik je eens iets raars verklappen? Ik vind mezelf steeds mooier worden. Onderdeel van mijn narcistische karakterstructuur? Ik denk het niet. Het heeft te maken met het indalen van het cliché dat echte schoonheid van binnen zit. Dat wil je niet horen als je twintig of dertig bent… Maar het is dezelfde ellende als met alle andere clichés: als er niet tenminste een kern van waarheid in zat was het nooit tot een cliché verworden.

De tragiek van de huidige tijd is dat de buitenkant en de oppervlakte steeds meer gewicht krijgen. Ook al weeg je een paar kilo te veel en mag je nu fotomodel worden, de aandacht voor het uiterlijk verandert er niet wezenlijk door. Je bent misschien niet perfect, maar de firma Dove wil toch dat je geld aan hen spendeert om er ondanks die beperkingen optimaal uit te zien. Buitenkant is en blijft het leidende thema.

Natuurlijk kun je daarbij verschillen signaleren tussen meisjes en jongens, vrouwen en mannen. Maar ik hecht eraan om te benadrukken dat de overeenkomsten heel veel groter en belangrijker zijn. Vooral jonge mensen lijken steeds meer op zoek naar de meest perfecte vorm waarin ze zich presenteren aan de buitenwereld. Natuurlijk weten ook zij dat de binnenkant, de gevoelswereld, veel belangrijker is. En toch ligt fixatie op die buitenkant op de loer. Schone schijn, schijn bedriegt.

Een mooi mens word je niet door de aanschaf van een bepaald product. Dat ben je, of dat ben je niet. In beide gevallen is er werk aan de winkel. Wat maakt je tot wie je bent, en wat weerhoud je ervan dat te laten zien? Het begint al bij onze premier: de baas van het land ziet er uiterst representatief uit, maar wie is hij? Hoe voelt hij zich? Kent hij zijn binnenkant? De vorm lijkt niet alleen bij hem de inhoud te domineren. Maar: mannen als Rutte zijn hoe dan ook een rolmodel. Wat mij betreft een niet al te geslaagde rol…

Die Boris Johnson is een rare kwast, maar hij heeft ergens iets menselijks dat me voor hem inneemt. Terwijl hij het echt niet moet hebben van zijn looks (en wat mij betreft ook niet van zijn politieke opvattingen). Maar je proeft nog iets van een ‘mensch’ bij al zijn media-capriolen. Denk jij ook niet dat we allemaal stiekem doorlopend verlangen naar mooie mensen om ons heen? En dat we het dan niet over uiterlijk hebben, maar over authentiek, transparant of puur?

Ik moet ook weer denken aan de instructie voor het gebruik van het mondkapje in het vliegtuig dat neerstort: help eerst jezelf, en zorg daarna voor de anderen. Ook als ouder van jonge kinderen. Is op schoonheid niet hetzelfde van toepassing: durf eerst jezelf mooi te vinden en bewonder daarna de schoonheid van anderen. Want pas als je de schoonheid in jezelf hebt ontdekt ga je die ook zien bij je medemens. En dan gaat het om allesbehalve een oppervlakkig proces.

Mijn dochter bevindt zich in een kwetsbare leeftijdsfase. Ze besteedt veel aandacht aan haar uiterlijk. Veel te veel, als je het mij vraagt, want ze is een prachtig mensenkind. Met de onzekerheden die bij haar leeftijd horen. In de wereld waarin we leven wordt ze aangemoedigd haar buitenkant te perfectioneren, alsof dat haar zelfvertrouwen zou kunnen opleveren. Bah!

In ieder mens schuilt een diepe, existentiële behoefte om gezien te worden. We verlangen te worden waargenomen zoals we zijn. Dat is het vertrekpunt van iedere liefdevolle relatie. Ik ben echt niet naïef hoor, de aantrekkelijke verpakking kan bijdragen aan een flitsende start van een relatie. Maar: ook al is je lichaam perfect, succes in de liefde garandeert het niet. We verbinden ons niet met elkaar aan de buitenkant. Ons hart, daar gebeurt het. En wat een mooi hart is, dat vraag je niet aan de cardioloog.

Nelson Mandela was een mooie man, die Queen daar in Engeland: ook een personality. Langs de ‘objectieve’ meetlat van de buitenkant geen hoogvliegers, deze inspirerende leiders. Maar wat een prachtige mensen!

Weet je wat ik jammer vind, Mirjam? Dat het klaarblijkelijk nodig is om eerst de vijftig te zijn gepasseerd voordat dit soort inzichten indalen. En wat ik ook betreur: dat zo’n beperkt aantal bejaarden actief bezig is de jeugd te inspireren met schoonheid die van binnen komt. Onze verzorgingshuizen zitten vol prachtige mensen die vereenzamen, kunnen we de jeugd daar niet heen leiden om zich een beetje bij te laten scholen? Door de ervaringsdeskundigen van het echte leven…

Een warme groet zend ik je, mooi ouder mens!

Bram

 

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Burn-out is geen ziekte, het is een situatie van disbalans

Burn-out is geen ziekte, het is een situatie van disbalans

Tijs Koedam – oprichter van EnergyPlatform- gaat in gesprek met voormalig psychiater, schrijver en columnist Bram Bakker over de rol van stress in ons leven.

In deze inspirerende video geeft Bram uitleg over:

  • Burn-out is geen ziekte, het is een situatie van disbalans
  • De effecten van stress in onze maatschappij
  • De snelheid van leven door technologische vooruitgang in relatie tot ons welzijn
  • Hoe je er samen voor kunt zorgen om je grenzen te bewaken
  • De manier waarop je als werkgever om kunt gaan met de individuele behoeften van medewerkers om te zorgen voor een optimale prestatie

 

 

Bekijk het interview hier.

 

 

 

Sonja van Hamersveld over de vitaliteit van de werkende mens en wat bedrijven daarmee kunnen

Sonja van Hamersveld over de vitaliteit van de werkende mens en wat bedrijven daarmee kunnen

Brambakker podcastserie de balanskliniek Sonja van Hamersveld

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Sonja van Hamersveld

Sonja begon in de zorg, maar bedient nu de HR-managers. Met aandacht voor leefstijl, preventie, en meer.

 

 

 

 

Inleiding Oud Zeer

Inleiding Oud Zeer

De inleiding die Bram schreef bij zijn nieuwe boek Oud Zeer. 

Toen mijn loopbaan als psychiater ten einde kwam publiceerde ik het boek Gevoelsarm. Hierin stonden de persoonlijke motieven om mijn registratie als medisch specialist te laten verlopen centraal. Eén van de overtuigingen die ik in dat boek uiteenzette betrof de motieven die mensen hebben om zich tot psycholoog, psychiater of psychotherapeut te laten opleiden: ze wensen zichzelf beter te leren kennen en hun eigen ‘verhaal’ beter te leren begrijpen. Van de veel gepredikte ‘professionele distantie’ moet ik dan ook weinig hebben, het is mijn stelling dat hulpverleners door hun verleden ongeveer even gekleurd zijn als de mensen die ze proberen te helpen.

Het grote thema in mijn eigen leven is het begrijpen van de gebeurtenissen uit mijn jonge leven, in de hoop daar uiteindelijk nog zo min mogelijk last van te hebben.

Veel mensen dragen traumatische gebeurtenissen van vroeger met zich mee. En misschien nog wel meer mensen lijden onder het gevoelsarme klimaat waarin ze opgroeiden, de beperkte emotionele beschikbaarheid van hun ouders en andere naasten, en een gebrek aan knuffels en complimenten.

Het is me de afgelopen jaren niet meegevallen om de last van het verleden een beetje kwijt te raken. Dit ‘oud zeer’ stak pas na mijn vijftigste flink de kop op, en dat proces veranderde mijn leven ingrijpend. Zo gaat het bij veel meer mensen: ook al kan het jaren lijken alsof het er niet is, ‘oud zeer’ verstopt zich in je lichaam en kan ineens tevoorschijn komen.

“Veel mensen dragen traumatische gebeurtenissen van vroeger met zich mee.”

In dit boek wil ik mijn persoonlijke ervaringen graag met de lezer delen. Daarnaast vertel ik het verhaal van een aantal mensen waarmee ik heb gewerkt en deel ik wat meer feitelijke kennis rond de begrippen trauma en affectieve verwaarlozing. Met daarin speciale aandacht voor de rol van het lichaam bij mentale processen, omdat dit een terrein is dat door de traditionele psychiatrie decennialang werd overgeslagen (maar inmiddels aan een inhaalslag begonnen lijkt).

Het is mijn grootste wens hiermee een kleine bijdrage te hebben in de herwaardering van ‘oud zeer’ als belangrijke verklaring voor veel psychische én lichamelijke klachten in het huidige leven.

Bram Bakker

 

Geïnteresseerd in Bram’s boek?

 

 

Een grote gevoeligheid en een scherp verstand

Een grote gevoeligheid en een scherp verstand

Kinderen die teveel op hun omgeving moeten letten bekwamen zich onbewust in het focussen op anderen. Terwijl dat in een onbekommerde jeugd bij voorkeur niet gebeurt.

Ze raken geparentificeerd noemen de deskundigen dat. Een drinkende moeder of een vader met losse handjes laat sporen na in het volwassen leven van zo’n kind, en hoewel dit wetenschappelijk bewezen is krijgt het in de reguliere zorg voor mensen met psychische problemen relatief weinig aandacht.

“Oud zeer is geen diagnose…”

In de verslavingszorg zijn het mensen die codependent worden genoemd: ze zijn teveel bezig met het pogen een verslaafde te redden is dan het oordeel van de verslavingsdeskundigen. Hoezo teveel? En hoe help je iemand daarbij? Ik werd als psychiater niet opgeleid in het goed uitvragen van ‘oud zeer’.

Het heeft alles met mijn eigen proces te maken dat ik het in mijn tegenwoordige werk steeds vaker en scherper signaleer: het jongetje dat nooit door zijn vader werd gezien, terwijl hij ondertussen een miljoenenbedrijf neerzette, de therapeute die uiterst liefdevol is in haar werk met anderen, maar die zichzelf als meisje nooit geliefd voelde. En misschien nog steeds wel niet…

Wat ook steeds duidelijker voor me wordt: hoe succesvol je maatschappelijk ook bent in het hier en nu, het kind dat tekort is gekomen verdwijnt er niet mee. Een goed verstand kan je heel ver brengen in deze wereld, cognitieve vaardigheden en een vlotte babbel dragen flink bij aan maatschappelijk succes, maar: pijn en verdriet over vroeger verdwijnen er niet door. Je goede verstand gebruiken is een copingstijl: je handhaaft je door het gevoel geen plek te geven, je bent altijd koel en verstandig. Maar in je lichaam, diep van binnen…

Bij de meeste mensen die ik spreek is er een grote kloof tussen hun sensitiviteit en hun ratio. Maar gevoel laat zich niet dwingen. Op een dag komt het ineens te voorschijn, pijn over vroeger, en dan is de geest pas echt uit de fles: je krijgt het niet meer weggeredeneerd, dat oud zeer. Daar komt ook nog bij dat het zich vaak in een vermomming presenteert, die erfenis van vroeger: in de zogenaamde ‘onbegrepen lichamelijke klachten’ bijvoorbeeld.

Het zit verstopt in veel burn-out, tinnitus, fibromyalgie, vermoeidheid en pijn. Werk aan de winkel, durf het aan te gaan. Je goede verstand gaat je niet helpen. Sterker nog: het is een handicap. Piekeren over je gevoel kan jaren duren…

Het wordt een spannende reis, diep je gevoelswereld in. Als het lukt bezorgt het je verrijkende inzichten weet ik vanuit eigen ervaringen. Start met voelen, stop met denken…

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt in oktober, je kunt het nu alvast bestellen.

 

 

‘Mensen die door drugs in grote problemen kwamen, begonnen ooit recreatief’

Bram nam deze week plaats in het Metro-panel samen met hoogleraar ontwikkelingspsychologie Roy Otten, hoogleraar popmuziek en jeugdcultuur Tom ter Bogt.

De stelling luidde: ‘We zouden drugsgebruik op festivals niet moeten normaliseren.’

Inleiding

De festivalzomer ligt zo goed als achter ons en menig feestganger kon, na twee jaar knaldrang, zijn of haar festival-hart niet op. En het is geen geheim dat er op veel festivals hier en daar een stimulerend middeltje wordt gebruikt. Integendeel, drugs horen er op een festival toch regelmatig bij. En dat terwijl we in Nederland een verbod op harddrugs kennen. Maar drugsgebruik lijkt toch normaal onder sommige jongeren.

In principe wordt aan de festivalpoort gecontroleerd op mogelijke drugs. Mocht je op afgelopen Lowlands een ‘bad trip’ hebben gehad, dan stond deze psychiater voor je klaar. En dat terwijl de Opiumwet ons verbiedt om harddrugs zoals xtc, cocaïne of ketamine bezitten, verhandelen, verkopen of maken. Het is niet strafbaar om harddrugs te gebruiken.

We legden het Metro-panel de kwestie over festivalgangers en drugsgebruik voor en vroegen naar hun visie op de stelling: ‘We zouden drugsgebruik op festivals niet moeten normaliseren’. Hoogleraar ontwikkelingspsychologie Roy Otten, hoogleraar popmuziek en jeugdcultuur Tom ter Bogt en verslavingsdeskundige Bram Bakker namen de stelling onder de loep.

Bijdrage Bram

„Naar mijn mening moet je, als je harddrugs verbiedt, hier ook naar handhaven. Juist ook op de festivals. Men wil namelijk niet dat er harddrugs worden gebruikt. Een wet die niet gehandhaafd wordt, is zinloos. Alsof je in het verkeer maximaal 100 km per uur mag, maar bij omstandigheden toch 180 km per uur mag, dat werkt niet.

Zelf ben ik voor reguleren in het algemeen. Wanneer je festivals een uitzonderingspositie geeft, lijkt het mij dat je een slecht signaal naar buiten draagt. Dan organiseren alle cafés binnenkort ook festivals. Volgens de festivalbezoekers die ik spreek, zijn de drugscontroles een wassen neus. Organisatoren zouden duidelijke afspraken moeten maken met de gemeenten. Zij geven immers de vergunning voor het festival.”

Eén lijn

„Drugs zijn voor sommige mensen verslavend, dat wil niet zeggen dat dat voor iedereen geldt. Helaas zijn we niet in staat om alle verslavingsgevoelige mensen er op voorhand uit te pikken. Daarom denk ik dat we als samenleving daarin één lijn zouden moeten trekken.

“Bijna alle mensen die door drugs in grote problemen zijn geraakt, begonnen op een dag met recreatief gebruik.”

De setting, in dit geval een festival, lijkt me nooit een goed excuus om daaraan toe te geven.”

 

Lees het Metro artikel hier

 

Van dwars naar daadkracht

Van dwars naar daadkracht

Van dwars naar daadkracht Bram Bakker

Bram Bakker (1963) was tot september 2021 psychiater. Hij nam afscheid van het vak maar niet van de inhoud. Hij noemt zichzelf hulpverlener en legt uit wat hem bewogen heeft om deze switch te maken en vooral wat hij in de psychische hulpverlening wil betekenen.

Bakker heeft diverse boeken geschreven waaronder: Runningtherapie, Verademing en Te zot voor woorden. Rond zijn afscheid schreef hij een persoonlijker boek: Gevoelsarm. Zijn volgende boek staat op stapel met als werktitel Oud zeer. Bakker maakt iedere week een podcast vanuit zijn bedrijf de Balanskliniek om mensen die hem inspireren of aan wie hij vragen wil stellen, aan het woord te laten.

Een interview voor het Tijdschrift voor Coaching (TvC) van juni 2022
auteur: Saskia Teppema

Je bent nu dus hulpverlener, vind je dat geen devaluatie van jezelf?
Bram Bakker: “Geenszins. Ik ben gewoon Bram, ik ben mezelf. Ik heb geen titel meer nodig. Ik zie mijn bijdrage werkelijk als hulp verlenen en ik probeer dat zo goed mogelijk te doen. Psychisch hulp verlenen is een gesprek tussen twee mensen in een veilige setting. Dat heb ik in mijn rol als psychiater ook proberen te doen, maar dat paste niet meer. Daar gaat het vooral om de diagnose en de pillen. Voor mij gaat het om de hulpvraag en zoals Jan Foudraine al zei: ‘Het vinden van het verhaal is de kern van de hulpverlening.’ En de kern van de vraag van de cliënt is bijvoorbeeld: ‘Ik wil mijzelf begrijpen.’ Iemand daarmee helpen is heel wat anders dan wat ik als psychiater geacht werd te leveren.”

Diagnose

Nu dus zonder pillen, alleen met praten?
“Er is in de psychiatrie iets niet goed gegaan. Hulpverleners zijn zich gaan beschouwen als medisch specialist. Er is een diagnose nodig om een dienst te kunnen leveren. Daar gaat alle aandacht naartoe. ‘Ik zit niet goed in mijn vel’ leidt daar naar: even in de DSM kijken wat dit is, dan naar de zorgverzekeraar en dan de pillen erin. De vorm die daarin gekozen is, dat is een soort uitvinding. De vorm is de inhoud gaan domineren. Men is vergeten dat de vraag het vertrekpunt is. En ja, dan praten en daarvan vooral luisteren.” “Dat wil niet zeggen dat je met alle vragen bij mij aan het juiste adres bent. Dat geldt voor iedere hulpverlener. Daarom noem ik mezelf geen coach, want dat roept te veel associaties op. Sommige mensen zijn beter af bij jou of iemand anders, anderen kan ik beter helpen. Met mijn achtergrond kan ik zware, ingewikkelde hulpvragen aan en het zou goed zijn als een beginnend coach die doorschuift. Ieder moet zijn eigen hokje kennen, zijn eigen expertise.”

En werk je nu helemaal niet meer met pillen?
“Nauwelijks. Ik heb natuurlijk ooit veel pillen voorgeschreven en dat kan ik als basisarts nog steeds. Maar het zijn hooguit symptoom bestrijdende middelen. Dat was op grond van de medische diagnose om depressies aan te pakken. Maar ik weet eigenlijk al heel lang dat die depressie nooit uit de lucht komt vallen en dat je als hulpverlener naar de oorzaak daarvan op zoek moet gaan. Dat is nog net geen vloeken in de kerk bij de psychiatrie, maar zeker niet de doorsnee aanpak. Depressie is geen ziekte zoals een gebroken been, maar uitkomst van wat er is gebeurd. De vraag waarmee ik met een cliënt in gesprek ga is: ‘Hoe brengen we jou in een situatie dat je minder depressief bent?’”

“Ik ben helemaal uit het DSM-verhaal gestapt en wil alleen nog echt hulp verlenen.”

Dwars

Dus je bent heel anders gaan werken?
“Ja, ik heb geen diagnose meer nodig. Neem een burn-out: dat is geen stoornis maar een logisch gevolg van abnormale belasting. Die uiting van overbelasting is het cadeautje van je lichaam, dat moet je uitpakken. Het lichaam reageert op een situatie, dus wat die persoon nodig heeft is het onderzoek, dat we samen in de gesprekken doen. Ik ben helemaal uit het DSM-verhaal gestapt en wil alleen nog maar echt hulp verlenen.”

Er zijn in Nederland ongeveer een miljoen mensen aan de Prozac en aanverwante middelen, voorgeschreven door huisartsen en psychiaters, hoe kijk jij daar nu naar? “We weten inmiddels een ding zeker: existentiële levensvragen los je niet op met Prozac. Prozac wordt gegeven op grond van een diagnose. Depressief? Hier heb je Prozac. De farmacie levert dat. Je kunt zeggen dat het een product-gedreven aanpak is. Maar kijk om je heen: het helpt in heel veel gevallen totaal niet en waarom? Omdat niet duidelijk is wat de achtergrond van deze problemen is. Waar gaat het bij deze persoon om? En waar gaat het bij die ander om? Om dat te achterhalen kost  tijd – en die krijgt de psychiater niet – dus dan maar pillen voorschrijven. Maar het is bizar dat dit gewoon doorgaat ondanks de lage succespercentages. Dat is zo kortzichtig: als je, zoals nu standaard gebeurt, op de DSM stuurt en je voldoet aan de criteria, dan heb je de diagnose, pillen en vergoeding, maar omdat je de achtergrond niet weet, lost het voor de cliënt niets op.”

Je wordt de dwarse psychiater genoemd, heeft dat hiermee te maken?
“Ja. Ik heb geprobeerd om het systeem van binnenuit te veranderen. Dat is me niet gelukt en werd me niet in dank afgenomen, hoewel ik weet dat velen het met mij eens zijn. Er haken op het moment ook psychiaters af, omdat ze niet meer op deze manier willen werken. Zij willen ook liever een intiem, veilig gesprek kunnen voeren. Dat vindt iedereen immers belangrijk; patiënten die ziek zijn, maar ook mensen die tegen iets heftigs aanlopen en het even niet meer weten. Dan is het niet meer: ach, we geven middeltje A en als dat niet lukt doen we middel B.”

Platform

Wat ga je nu doen?
“Ik ga aan het werk om de zorg terug te brengen tot de essentie en te organiseren dat beide partijen elkaar weten te vinden: hulpaanbieders en hulpvragers. Daar is geen diagnose voor nodig, maar bekwame mensen die te vinden zijn op een platform. Zodat een hulpvrager iemand kan vinden die past bij zijn vraag: Waar kamp je mee? Waar woon je? Wat zoek je? En er komen zoveel bekwame zorgverleners op het platform dat iedereen daar iemand kan vinden.”

Hoe werkt dat?
“Ik denk aan het vrijemarktprincipe. De hulpverleners, coaches, therapeuten en andersoortige professionals betalen om op het platform te staan en de klanten betalen om daar iemand te zoeken. Ze moeten elkaar kunnen vinden, zonder dat daar aan verdiend wordt door middel van commissie of iets dergelijks. Mijn boodschap richting coaches: het platform moet waardevol zijn voor hen, immers voorlopig nog zonder inmenging van zorgverzekeraars, dus het is belangrijk dat ze een groot publiek bereiken. En ik stel me voor: als dit groot wordt, dan gaan de zorgverzekeraars om.”

“Je moet het zo zien: de geestelijke gezondheidszorg zit op een doodlopende weg. Wachtlijsten worden steeds langer, budgetten blijven lastig, eindeloze bureaucratie; het hele bouwwerk staat op omvallen. De succespercentages worden steeds lager. Dat is niet zo gek want de kern van de hulpverlening wordt daar niet geleverd. Stel, iemand krijgt van de huisarts het dringende advies om naar een GZ-psycholoog te gaan – die vergoed wordt – omdat hij echt in de problemen zit, levensmoe is, hij wil niet meer. Dan heb je als huisarts een serieus probleem, want hoe kun je verkopen dat deze persoon negen maanden moet wachten?”

“Dat kan toch niet? Dat is wat er nu speelt in de ggz. En dan krijgt deze klant ‘zomaar’ iemand voor zijn neus, met wie hij misschien helemaal geen klik heeft. Of hij heeft wel een klik, maar dan gaat zijn therapeut net de komende vier weken op vakantie en dan komt er een ander en die is meteen de eerste keer al ziek… Nou ja, je begrijpt dat je dit geen hulpverlening kunt noemen. Als je als hulpverlener niet werkt vanuit het weten dat niet iedereen hetzelfde is, dan krijgt iemand een ‘gemiddelde behandeling’ en dat pas over negen maanden. Het is mij een raadsel dat de zorgverzekeraars nog steeds niets begrijpen van echte hulpverlening en op ‘gemiddelden’ blijven sturen. En die moeten dan ook nog evidence based zijn. Het succes van de hulpverlening begint met een persoonlijke match tussen twee mensen. Vertrouwen. Aandacht. Maar het matchen van cliënt en therapeut is helemaal geen item. Vraag het iedereen die een hulpvraag heeft: hij wil iemand die hij aardig vindt en hij wil iemand die hem begrijpt. Is dit niet het geval? Weggegooid geld en weggegooide moeite.”

Dus het platform.
“Ja. Het platform is autonoom. We sturen hulpverleners die daarop willen een gestandaardiseerd formulier, we vragen naar het cv, een motivatiebrief en een verklaring omtrent gedrag, we gaan in gesprek en als we weten wie je bent en wat je kunt, kun je je aansluiten. Aantoonbare bekwaamheid is doorslaggevend, niet je diploma’s of bevoegdheid. Dan kom je via dit platform aan klanten. Het is een Netflixmodel: je betaalt een paar euro per maand, daar krijg je behalve zichtbaarheid ook podcasts, boeken, films en andere content voor. Klanten kunnen jou daar vinden, wij proberen te helpen bij het matchen (we kennen zorgzoeker en zorgverlener), maar wij zitten er financieel niet tussen. Je maakt zelf afspraken met je klant. En we gaan ook een sociale component inbouwen: iets regelen voor mensen die het echt nodig hebben, die gemotiveerd zijn, maar het zelf niet kunnen betalen.”

Liefde
En hoe is deze ommezwaai voor jouw persoonlijk? “Twintig jaar geleden kwam ik al verder af te staan van de reguliere aanpak in de psychiatrie. Ik kon me steeds minder verhouden tot de opgelegde mores in het vak. Het was net als een liefdesrelatie: ik had er toen ik net psychiater was alles voor over en ik ben er met een enorme passie in gestapt. Maar het is troosteloos geëindigd en alle liefde is verdwenen.”

“Het succes van de hulpverlening begint met een persoonlijke match tussen twee mensen. Vertrouwen. Aandacht.”

“En ja, ik had verwachtingen. Ik wilde dat mijn collega’s van me hielden, maar iedereen ging me meer haten… ik verbeeld me dat ik altijd heb gedaan wat goed was. En dat was heel vaak anders dan wat 90% van de psychiaters deden, hoewel zij hele slechte argumenten hadden om te doen wat ze deden. Nu denk ik meer te kunnen betekenen en met meer vrijheid. Ik heb er veel vertrouwen in en als het platform groot wordt, dan zul je zien, dan sluiten zich steeds meer hulpverleners bij ons aan. Bij ons kun je werken onder je eigen voorwaarden. Trouwens de ggz kampt met enorme personeelstekorten, ook dat is een signaal dat het model niet meer functioneert. Mind my words: over paar jaar is dat klaar.”

Je schrijft in je boeken dat je jezelf altijd meeneemt als hulpverlener, maar er is toch zoiets als professionele distantie?
“Wij hulpverleners mogen niets van onszelf laten zien, want dat zou storend kunnen zijn. Ik weet echter zeker, hoe persoonlijker ik durf te zijn, hoe groter het rendement is. Het gaat in het gesprek niet over mijn problemen, maar hoe persoonlijker ik kan reflecteren, hoe meer het de ander helpt. Ik heb, toen ik behoorlijk ziek was, dat zelf enorm gemist. Er werd nooit gevraagd hoe het met mij was, er was geen enkele spiegeling of persoonlijke invoeling. Het enige wat ze deden toen ik mij meldde met een ziekte was: testjes, bloedonderzoek, contact met een tekstboek waarin ze gingen studeren en waaruit ze me iets dachten te kunnen voorlezen. Een diagnose uit een boek. Maar ik heb me totaal niet begrepen gevoeld als mens. Er zat een onpersoonlijk flatscreen tegenover me. Pas bij de tiende neuroloog kreeg ik eindelijk een gesprek… Hij vroeg me: ‘Wat wil je lichaam je vertellen?’ Dat was het begin van mijn genezing.”

“Dus ik geef terug als een verhaal me raakt, ik leg een link. Het raakt aan mijn verhaal. Als ik mijn emoties durft te tonen, dan vertrouwen mensen mij. Tegenoverdracht is nog steeds een no-go, maar ieder gesprek staat er bol van. Als we het nu eens accepteren in plaats van het te bestrijden.”

“Ik heb het dus niet over professionele distantie, maar over gepaste distantie. Ik verklaar het niet tot taboe, want het is eenvoudigweg niet uit te bannen; het is er nu eenmaal. Dus zorg dat je dat op orde hebt. Anders gaat het inderdaad mis. Als een hulpverlener geliefd wil zijn, dan heb je het niet op orde, dus dan heb je je huiswerk te doen. Bij de een is het nodig afstandelijk te zijn, de ander heeft juist baat bij meer empathie. Bekwame hulpverleners blijven zichzelf onderzoeken, dat zou ik ook mee willen geven: blijf verkennen in hoeverre je jezelf wilt laten zien als mens en waar je de grens trekt. Dit is blijvend huiswerk voor een hulpverlener.”

Hoe kunnen ze dat doen?
“Je kunt als coach je eigen ‘boekje’ schrijven. Schrijf op wat je klanten over je mogen weten. Sommige intieme dingen zal ik nooit beschrijven, maar wel kan ik opschrijven wat liefde met mij doet. Schrijf maar eens op wat je over je sport, over je partner, over je hobby’s, je vakanties zou willen zeggen, dan kom je er ook achter wat je beslist nooit gaat zeggen. Als mens in je rol als hulpverlener geeft dat je kleur. Ik vind het als cliënt fijn om iets van die ander te weten. Het komt de kwaliteit van je werk ten goede als je van jezelf weet wat je wel of juist niet kwijt wil. Dan kun je overal een goed gesprek over krijgen.”

 

Saskia Teppema is auteur van het boek Er gaat niets verkeerd en redacteur van het Tijdschrift voor Coaching. Zie meer op haar website: www.saskiateppema.nl

 

 

 

‘Mentale gezondheid is ook een onderdeel van topsport”

NPORadio1

Lees meer
Webinar over trauma

Webinar over trauma

Bram en Robert Bridgeman in gesprek over trauma, transformatie, therapie en de verschillen tussen de ‘reguliere’ en ‘alternatieve’ werelden. 

Je kan hier het gesprek terugkijken.

 

 

In gesprek met Marko van der Beek over hoe technologie ons kan helpen

In gesprek met Marko van der Beek over hoe technologie ons kan helpen

Brambakker podcastserie de balanskliniek Marko van der Beek

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Marko van der Beek

Marko kreeg zelf een burn-out, begon een lange ontdekkingsreis, en nu is er ‘De Scan’. Wat is dat?

Zijn boek ‘De scan’ kan je hier bestellen.

 

 

 

Hervonden herinnering

Hervonden herinnering

Het is een beetje treurig, die discussie over het wetenschappelijk bewijs rond het bestaan van hervonden herinneringen.

Het laaide weer op naar aanleiding van het optreden van trauma-expert en psychiater Bessel van der Kolk in het tv-programma Zomergasten. Van der Kolk is, net als ik, een zogenaamde ‘believer’. Sommige wetenschappers geloven er niets van. Maar dat is uiteindelijk ook een vorm van geloof: dat de wetenschap ieder mysterie zou kunnen en moeten verklaren.

Zonder dat ik precies begrijp hoe het komt heb ik de afgelopen jaren herinneringen hervonden. Het leek wel alsof ze op volstrekt willekeurige momenten ergens in mijn hoofd werden gedropt. Ik wist bepaalde gebeurtenissen van vroeger echt niet meer, of beter gezegd: ik was ze me niet bewust. Waar zaten ze verstopt? Ik denk in het lichaam… Waar anders, als het niet in je hoofd is? Dan zijn we weer bij Van der Kolk: ‘The body keeps the score’

Mijn herinneringen gaan over ‘oud zeer’, niet toevallig de titel van mijn aankomende boek (zie hier). Het zijn geen complete, ‘ronde’ herinneringen aan pijnlijke gebeurtenissen van vroeger die naar boven zijn gekomen, meer vage flarden, met soms enkele scherpe details.

Op Facebook schreef ik maanden geleden iets over het pesten en mishandelen door jongens uit het dorp waar ik rond mijn tiende woonde. Ineens waren er flarden naar boven gekomen van een aanval door een hele groep. Sommige jongens hadden stokken, en er werd met stenen gegooid. Ik weet niet of er een aanleiding was, waar in het dorp het precies is gebeurd, of hoe oud ik was. Het beeld is incompleet. Maar van sommige jongens herinner ik me de gezichtsuitdrukking heel scherp, de haat in hun ogen.

“Het zijn geen complete, ‘ronde’ herinneringen aan pijnlijke gebeurtenissen van vroeger die naar boven zijn gekomen, meer vage flarden, met soms enkele scherpe details.”

Op datzelfde Facebook reageerde een man met een mij in eerste instantie onbekende naam. Hij zei dat hij zich schaamde, omdat hij er bij had gestaan, ook al had hij niet actief aan de mishandeling deelgenomen. Gravend in mijn geheugen vond ik hem terug, als een weinig opvallend klasgenootje. Maar hij had me ook nooit iets misdaan, misschien was ik hem daarom wel vergeten?

Het deed me enorm goed te lezen wat hij schreef. Er was ineens een getuige van mijn hervonden herinnering die zich had gemeld. Het voelde alsof die ellendige gebeurtenis daarmee helemaal echt en bewezen was. Ik was gezien, en het werd erkend…

 

‘Verdriet wordt niet lichter. We wennen aan het dragen van het gewicht”

– BB

Lees meer

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!