Met vergeven verdwijnt niet alles, iets goedmaken vereist meer dan excuses

Met vergeven verdwijnt niet alles, iets goedmaken vereist meer dan excuses

Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen maandelijks over de geestelijke gezondheid. Dit is de dertiende aflevering.

Beste Bram,

Vergeven.
Eén van de lastigste dingen om te doen.
Eén van de dingen waar het eenduidigst over gedacht wordt;
het is goed voor je, en voor degene die je vergiffenis schenkt.

Ziezo, klaar.

Ik was oprecht opgelucht toen ik op LinkedIn een beschouwing over vergiffenis las door Iris Verhoeven, psychosociaal- en traumatherapeut, die net als ik moeite bleek te hebben met de algemeen geldende opvattingen over vergiffenis. Ze waagde het om te veronderstellen dat er soms nadelen aan kunnen zitten en dat er ook andere, minder geplaveide routes kunnen zijn, die heilzaam zijn maar niet per se bij vergeving uitkomen. Net als jij, Bram, schuwde zij het niet om daarbij uit eigen ervaring te putten.

Eerst dit: de andere kant van vergeven is die van vergiffenis ontvangen, met of zonder excuses aanbieden. Ook daar valt veel interessants over te bestuderen en misschien doe ik dat ook nog een keer, maar voor nu houd ik het op de positie van de gekwetste persoon. Ik besef dat dat in sommige gevallen ook beide personen kunnen zijn, maar als ik al deze nuances steeds meeneem kom ik niet bij de essentie.

Naast het gevoel van een kloppend, organisch vergeven kent iedereen ook situaties waar dit niet zo is. Het is mij vaak opgevallen hoe vanzelfsprekend dat terzijde wordt geschoven. Als je de woorden maar zegt, leren we immers al vroeg. Soms is het aangeboden excuus overduidelijk niet met hart en ziel gemeend, maar is ofwel een gebaar voor de bühne, ofwel een impliciete vraag of het nou ‘ns klaar is. Kijk bijvoorbeeld naar de politiek, waar gênant lang wordt vergaderd over wel of niet excuses maken voor historisch wangedrag; wat voor glans heeft dat uiteindelijke, zuinige excuus daarna nog? Maar we accepteren het!

We leren dit al op het schoolplein, als een ongeduldige leerkracht ons pinnig aanspoort om het kind te vergeven dat ons een dreun heeft verkocht die nog op onze wang nagloeit. Handje geven, klaar. Dat vinden we dan: het is klaar.

Vergeving schenken terwijl de pijn nog te rauw is, is een daad waar je een flinke prijs voor betaalt, betoogt Verhoeven, en ik ben dat met haar eens. Je laat jezelf in de steek, in je ijver om een verstandig, constructief mens te zijn. Extra veel werk om je eigenwaarde te repareren is het gevolg. We hebben allemaal weleens de opgeluchte aftocht gadegeslagen van degene die we vergeving schonken, terwijl we van binnen voelden: Jij zet nu een streep. Jij vindt dat je hebt afbetaald. Maar je hebt mij niet begrepen, niet werkelijk gezien, en je leert niets.

Dat klinkt misschien pedant; hoe kan ik dat zeker weten over die ander? Kom op: soms weet je dat. Je weet dan bovendien dat de kans op herhaling levensgroot aanwezig is. Misschien vergeef je onder druk van derden. Dit gebeurt vaak, té vaak. Het argument is dan dat iemand jou en degene die je vergeeft weer tegelijk in een kamer wil kunnen hebben zonder gedonder, of dat nou om emotionele of om zakelijke redenen is. Daar is het vergevingsritueel helemaal niet per se voor nodig. Enkel redelijkheid en consideratie voor die derde.

Wie mag bepalen of jouw pijn nog te rauw is voor vergeving? Wie snapt dat, wie kan zich überhaupt in jou inleven? We praten heel weinig over het proces waarin een gekwetst mens verwikkeld is. We houden onze ogen op het eindpunt gericht -de vergeving- en vragen vooral: hoeveel kilometer denk je dat je nog moet en hoe hard ga je? We hebben behoorlijke haast als het de verwerking van een ánder betreft…

Wat gebeurt er als iemand (nog) niet vergeeft? Een heleboel. En -uitzonderingen daargelaten- ook een heleboel niet, terwijl we dat er wel van verwachten, volgens mij. We zijn niet vanzelfsprekend nog net zo razend als vlak na het ontvangen van de kwetsuur, we wensen degene die ons kwetste niet vanzelfsprekend allerlei narigheid toe, we saboteren en belasteren diegene niet vanzelfsprekend, we koesteren onze afkeer niet vanzelfsprekend.  Meestal zijn we bezig, volop bezig, in onszelf. En misschien zelfs met die ander, die ons kwetste.

Ook bij vergevings-kwesties zie je vaak de begrijpelijke wens weerspiegeld dat issues echt klaar zouden moeten kunnen zijn op een bepaald moment. Om dat gewenste eindpunt te forceren zeggen we “dat je niet hoeft te vergeten om te kunnen vergeven”. Nee, dat klopt, maar het is geen argument om tot vergeving te pushen. Bovendien kun je daar juist aan zien dat er dus toch nog “iets” doorgaat… iets niet klaar is….
Naast vergevingssituaties die klopten en daardoor ook echt iets heelden, ken ik zelf ook heel andere processen die niet bij dat vergevingsmoment uitkwamen. Soms is vergeving en vergeving vragen gewoon te heavy voor de betrokkenen. Ook dan kan er veel waardevols gebeuren, met of zonder toenadering, voor beiden.

Bram, hoe denk jij over vergiffenis?

Warme groet,
Mirjam

Ha Mirjam,

Wat een toeval dat je juist nu dit onderwerp ter sprake brengt: ik ben er flink mee aan het stoeien momenteel, en schreef er een stuk over dat in ‘Oud zeer’ is opgenomen (deze week is dat boek er eindelijk…) Ik zal even vrij vertalen waar ik op uit kwam, als tussenstand: mijn moeder was een groot liefhebber van de ‘Waarheids- en verzoeningscommissie’ die na de apartheid werd ingesteld in Zuid-Afrika. Het lukte de onlangs overleden Desmond Tutu wonderbaarlijk goed om daders en slachtoffers van de wandaden uit de tijd van de apartheid met elkaar in contact te brengen, ze werkelijk te laten verbinden. En van daaruit kon opvallend vaak vergeven worden, door de slachtoffers. Maar: het was een collectief proces, dat veel vroeg van iedereen in het land. Wat denk je dat mijn moeder zelf niet goed kan? Vergeven… Ze is boos dat ik het verhaal van mijn moeizame jeugd publiek heb gemaakt, en heeft het contact met me verbroken. En ondertussen verlangt ze volgens mij dat ik haar wel vergeef, de goedbedoelde misperen uit mijn jeugd terzijde schuif.

Heb ik haar, en mijn vader, inmiddels vergeven wat er niet goed is gegaan vroeger? Ik denk dat ik een eind op weg ben, en ik hoop dat ik ooit kan zeggen dat ik het volledig heb afgerond, dat vergevingsproces. Maar ben ik daar al? Ik denk nog niet helemaal, als ik eerlijk ben.

Het is een proces, dat vergeven, laat me dat benadrukken. Het vreet energie en het kost ook heel veel tijd. Het verloopt grillig, met stapjes voor- en achterwaarts. Het is een emotionele achtbaan, en er is weinig rationeels in te ontdekken. Ik geloof dat het uiteindelijk goed voor ons is om mensen die ons pijn hebben gedaan in het verleden te vergeven, omdat het je rust geeft. Maar ik begrijp dat er mensen zijn die twijfelen. Misschien ook omdat het gemakkelijker is gezegd dan gedaan? Het is geen trucje van het verstand…

De relativering van Iris Verhoeven die jij aanhaalt vind ik zeer vermeldenswaardig: nooit heeft alles alleen maar voordelen, en het vergeven tot een vorm van kunst promoveren lijkt me ongepast. Je moet het kunnen, en willen. En laten we niet vergeten dat wrok en rancune goede brandstof kunnen zijn om je te ontworstelen aan een pijnlijk verleden. Of de mildere variant: je eigen pijn op een positieve manier aanwenden door bijvoorbeeld hulpverlener te worden. Dan hoef je niemand uit jouw eigen verleden te vergeven, terwijl je toch goed werk gaat doen.

Weet je wat interessant is? Ik las wat je me schreef en terwijl ik dat deed wachtte ik op het woordje ‘schuld’. En dat kwam niet… Mijn vraag aan jou is: veronderstelt vergeving niet altijd dat er een dader is, iemand die de schuld draagt voor jouw pijn? En is het ‘mislukken’ van vergeving niet vaak terug te voeren op een gebrek aan consensus over het daderschap?

De dingen waar ik mee worstel in het hier en nu zijn grotendeels terug te voeren op gebeurtenissen in mijn jeugd. Maar: is er iemand schuldig aan wat ik in het hier en nu ervaar? Daar past voor mij geen ondubbelzinnig ‘ja’ bij. Mijn ouders hebben een zeer grote rol gespeeld in wie ik nu ben. Met geslaagde en minder geslaagde kanten. Ik had mijn opvoeding graag anders gezien, weet ik nu. Maar mijn moeder (papa was nogal afwezig) deed haar stinkende best, en ze deed ook wat zij dacht dat het goede was. Een kind slaan was in die tijd ook iets anders dan nu. Hoe moet ik haar iets vergeven dat zij zelf misschien niet eens beleeft als iets problematisch of verwijtbaars?

Aan vergeving gaat consensus vooraf, en verbinding natuurlijk. Als die er niet is wordt het nooit een bevredigend proces. En het is pas geslaagd als beide partijen het zo kunnen ervaren, in gezamenlijkheid…
Weet je wat het ook is, Mirjam? Excuus is nauwelijks meer gekoppeld aan emoties tegenwoordig. Politici maken met nauwverholen tegenzin excuus voor wandaden in het verleden. Het is helaas vaak niet doorleefd, niet invoelbaar, en daardoor betekenisloos voor de pijnlijdende slachtoffers.

Ik denk dat vergeving volgt op het zich daadwerkelijk inleven in de pijn van een gekwetst medemens, en dat vergeving nooit echt mogelijk gaat zijn zolang dit niet is gebeurd. Het erkennen van wat er gebeurd is vormt de eerste, belangrijkste en niet te vermijden stap in het proces dat we vergeving noemen. Dat betekent dat de aanstichter van de pijn de eerste stap doet. Slachtoffers die excuses eisen krijgen meestal niet waar ze naar verlangen: dat ze kunnen vergeven, en hun leven hervatten. Daarom is het vergeven van de ouder die nooit heeft erkend wat er met jou als kind is gebeurd ook zo’n onmogelijke opgave. En dus ploeteren de meeste kinderen met oud zeer verder zonder perspectief. Slechts professionele hulp resteert…

Warme groet terug,
Bram

 

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Voormalige corporate ondernemer wordt social entrepreneur

Voormalige corporate ondernemer wordt social entrepreneur

Bram Bakker podcastserie Balanskliniek Marnix Geus

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Marnix Geus

Een ondernemer in goede doelen. Marnix ontdekte vooral tijdens corona hoe je relatief simpel goed kan doen. En zijn mooie initiatief met daklozen is nog maar het begin…

 

 

Spanning

Spanning

Er was een storing bij de drukker, dus ‘Oud zeer’ laat nog een paar dagen extra op zich wachten.

Op dit moment twijfel ik een beetje of het wel verstandig was dat boek te maken. Het is te persoonlijk ben ik nu weer even bang, de kwaliteit schiet tekort (het eeuwige stemmetje in mijn hoofd) en het zal vast slechte recensies krijgen.

Of, nog erger: het krijgt geen enkele aandacht. Bram mag (veel te vaak) op radio en tv over bn-ers in nood, maar deze navelstaarderij verdient geen media-exposure. En wat doe je je ouders nu toch weer aan, naar kind?Jullie denken dat ik overdrijf met dit soort gedachten? Was het maar zo!

Op internet was het toch minder eng om iets pijnlijks en heel persoonlijks te delen dan het zwart-op-wit laten verschijnen.

“Het is het point-of-no-return dat ik ben gepasseerd en dat me nu nerveus maakt.”

Ik klamp me vast aan de gedachte dat ‘Oud zeer’ toch echt een belangrijk onderwerp is. Dat het boek veel meer is dan een ego-document (‘Had er een roman van gemaakt, koekenbakker…’) en dat het een hart onder de riem is voor lotgenoten. Dat het therapeuten gaat inspireren en zo… Met die fantasie begon ik.

Ik geef me over.

Volgende week ga ik alle bestelde boeken versturen (dank voor het vertrouwen iedereen!) en dan wachten op de recensies, als ze komen.

Voor nu is het even genoeg met al die sores van vroeger. Het is het voorlopig einde van een reis die ik heb willen delen: de dokter die zelf ziek werd, de psychiater die de titel niet meer kon dragen en het ventje dat te veel alleen was.

Ik dank iedereen voor het meelezen en de ongelooflijk hartverwarmende reacties die ik vaak kreeg. Ik hoop dat ik ze waard was.

Gisteren zong De Dijk ‘Dansen op de vulkaan’ bij het afscheidsconcert waar ik was. Kippenvel, tranen en heel veel melancholie. Vandaag ga ik zwemmen in zee…

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt eind oktober, je kunt het nu alvast bestellen. Je steunt met je bestelling www.run4schools.nl.

 

 

 

In gesprek met actrice en theatermaakster Mirjam Vriend

In gesprek met actrice en theatermaakster Mirjam Vriend

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Mirjam Vriend

Met Mirjam Vriend schrijf ik op JOOP.nl met enige regelmaat een bijdrage over wat Mirjam bezig houdt in de wereld. Ik waardeer wat en hoe ze schrijft, en saai is het hoe dan ook nooit. Mirjam is actrice en theatermaakster, maar ze schreef ook een hele goeie roman over psychisch leed, ‘Genade’.

In dit gesprek leer je haar beter kennen, wat mij betreft is het precies wat de podcast de Balanskliniek beoogt: interessante mensen hun verhaal laten doen…

 

 

All alone

All alone

Het goede nieuws is: zelfs aan eenzaamheid raak je gewend. Ik was als kind al veel alleen, het gevoel van eenzaamheid kende ik niet eens. Was het de norm, alleen zijn, of was ik me dat eenzame gevoel toen nog niet bewust?

Inmiddels voel ik het regelmatig, en herken ik het ook steeds beter bij mensen om me heen. Het lijkt onderhand de grootste gemene deler van alle mensen die ik in mijn werk ontmoet. Een depressie kan gruwelijk zijn, en de ondeelbare pijn is daarbij vaak het meest kwellend.

De gedachten die je niet kunt of durft delen met een ander mens maken dat je je eenzaam voelt. Althans: dat is wat ik erover heb bedacht. Ik weet als welwillende therapeut toch nooit zeker of het zo werkt bij depressieve mensen, depressie heeft me tot nu toe niet getroffen.

Deze week belde ik met mijn zus. Het gesprek ging over van alles en nog wat. En ik voelde me zo gehoord, gezien en begrepen! Heerlijk was het, en waarom? Dat eenzame gevoel was ineens heel even weg. Ik moest er van huilen, maar dat kost gelukkig ook steeds minder moeite.

“Zolang je alleen bent heb je geen rust, dus ga je weer verder.”

Fascinerend dat juist de verbinding met iemand uit de periode waarin de kwetsuren ontstonden dat eenzame gevoel verlicht. Tegelijkertijd: als het even wordt weggenomen realiseer je je ineens weer dat een zekere mate van eenzaamheid ook in het hier en nu, temidden van veel lieve mensen, nooit helemaal weg is. Zouden ze dat bedoelen met ‘een dolende ziel’?

Misschien is het wel het belangrijkste dat ik in mijn werk kan bereiken: iemand even de rust van een veilige ontmoeting bieden, een moment op adem komen, even een steunpunt vormen voor een andere dolende ziel…

Ik hoop wel dat ik heel oud word, want ik heb nog een lange weg te gaan met mijn ‘oud zeer’.

En inmiddels durf ik zonder enige reserve te bekennen dat alles wat ik onderneem om dat onder de aandacht te brengen ook bedoeld is om mezelf verder te helpen.

Nog twee weken, dan is het boek er, het project daarna krijgt al vorm: de documentaire… Zolang je alleen bent heb je geen rust, dus ga je weer verder.

Maar ook daar heb ik al vrede mee.

 

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt in oktober, je kunt het nu alvast bestellen. Je steunt met je bestelling www.run4schools.nl.

 

 

“Ik mis de persoon die jij zag als je naar me keek”
–  Ivan Wolffers (mei 1948 – oktober 2022)

Lees meer
Klaas Boomsma kwam tijdens het herstel van zijn verslaving in aanraking met hardlopen..

Klaas Boomsma kwam tijdens het herstel van zijn verslaving in aanraking met hardlopen..

Bram Bakker podcastserie Balanskliniek Klaas Boomsma

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Klaas Boomsma

Klaas werkt mee aan een literair hardloopmagazine, is als ervaringsdeskundige onderdeel van de opleiding runningtherapie en hij rent een marathon binnen drie uur.

 

 

 

Saskia

Soms herinner ik me niet hoe iemand als klant bij mij terecht is gekomen. Saskia is hier een goed voorbeeld van: ineens was ze er, op de vrijdagen waarop ik op mijn prachtige werkplek in het bos ben. Saskia hoort voor mijn gevoel zelfs bij het bos, waarom weet ik ook niet.

Het lijkt of Saskia daar in dat bos woont en af en toe even het gebouw binnen fladdert waar ik soms werk. Sommige mensen doen je direct aan een dier denken, maar bij Saskia heb ik dat niet: ze is een elfje of een bosnimf, ergens tussen de zestig en zeventig jaar en ze werkt nog volop. Voor het geld hoeft ze dat niet te doen, verzekert ze me, maar ze is ‘gewoon’ gehecht aan haar werk met kinderen. En bang om thuis te zitten, denk ik daarachteraan…

Eetprobleem

Ze heeft jaren begeleiding van een psychiater gehad vanwege een eetstoornis. Maar omdat deze arts met pensioen gaat zoekt ze nu vervanging. Saskia is op zoek naar een soort onderhoudscontact lijkt het, want de hoop (of ambitie) dat haar eetprobleem ooit nog verdwijnt lijkt ze opgegeven te hebben.

Ik vind eetstoornissen niet zo interessant, want de focus komt vaak al snel op ‘normaal’ eten te liggen en ik weet zelf niet eens wat dat is. Maar ik vind het wel interessant om te werken met mensen die proberen om met hun eetgedrag controle te krijgen of te houden op onderliggende emoties. Gedragstherapie bij eetstoornissen heeft naar mijn mening dan ook niet zo veel positief effect, omdat die emoties daarmee vaak niet worden ‘bewerkt’. Het lijkt een beetje op de behandelingen in de verslavingszorg: als je de emoties die worden verdoofd niet anders leert hanteren dan ben je gedoemd om ergens in de toekomst weer terug te vallen in het gebruik van drank of drugs.

Rector

Saskia is slank, maar ook weer niet graatmager. Haar gewicht lijkt me medisch gezien niet problematisch, en ik besluit het gedetailleerd uitvragen van haar eetgedrag (‘Vreetbuien?’ ‘Overgeven als compensatie?’ ‘Calorieën tellen?’) dan ook over te slaan. We komen al snel uit op relaties: het huwelijk met de vader van haar kinderen, de relatie die ze momenteel heeft, en ook de relatie met haar vader. In alle relaties met mannen lijkt er vanuit deze mannen weinig diepgaande interesse in Saskia geweest te zijn: ze werd niet misbruikt of mishandeld, maar de hoeveelheid liefde die haar door de mannen werd gegund hield niet over, is mijn inschatting.

Waarom kreeg Saskia niet meer aandacht? Durfde ze er niet om te vragen? Of nog iets gewaagder: vond ze van zichzelf dat ze het niet waard was?

“De kern van haar emotionele probleem lijkt te zijn: het moment waarop Saskia, nog een jong meisje, per ongeluk hoort dat haar vader tegen haar moeder iets onaardigs opmerkt over het uiterlijk van zijn dochter.”

Het is voor ons allebei helder dat de eerste schade al jong ontstond in de relatie met haar vader. In de fase waarin hij de belangrijkste man in haar leven was zag hij zijn eigen dochter niet staan. Hij was de populaire rector op haar eigen school nota bene, maar thuis zat hij spreekwoordelijk achter zijn krant.

In haar huidige relatie gebeurt iets vergelijkbaars: haar partner – met wie ze overigens niet samenwoont – beschouwt haar als prima gezelschap, maar wezenlijke interesse in haar zielenroerselen heeft hij niet. Saskia ziet er heel representatief uit en gedraagt zich navenant, dus hij kan goed met haar voor de dag komen bij zijn vrienden, in het theater en in de schouwburg. Maar veel verder dan dat gaat het niet en van een seksuele relatie is niet eens sprake. Maar dat deert haar niet, zegt Saskia. Ik vraag me af of ze moeite heeft zich letterlijk bloot te geven (en zich dus naakt te tonen). Dit is iets wat vaak voorkomt in combinatie met moeizaam eten, maar ik schuif die vraag voor me uit. Ik voel dat ze weinig of niets met seks van doen hebben, de demonen waar Saskia mee strijdt.

Contactgroei

Ze werkt tussen onze gesprekken door hard aan zichzelf. Er is duidelijk sprake van ‘contactgroei’ (zo noemen psychologen en psychiaters een zich verdiepend contact). De gesprekken verlopen steeds organischer en het lijkt voor mij steeds minder op werk. Zonder dat Saskia het zich expliciet bewust lijkt te zijn, stuiten we in een van onze laatste gesprekken op dat wat mij betreft de kern van haar emotionele probleem lijkt te zijn: het moment waarop Saskia, nog een jong meisje, per ongeluk hoort dat haar vader tegen haar moeder iets onaardigs opmerkt over het uiterlijk van zijn dochter. Het gaat over een detail in haar lichaamsbouw dat ze overduidelijk heeft geërfd van moeder. Het is niet eens de moeite waard om expliciet te benoemen, omdat het niet om iets opzichtig afwijkends zoals flaporen, een hazenlip of een bochel gaat. Wat is de ellende? Haar vader kijkt dus wel naar zijn dochter, maar op een manier waar het kind geen behoefte aan heeft. Waar Saskia verlangt naar liefde en aandacht, velt de man een koud oordeel. En ze hoort het per ongeluk. Wat het – voorzichtig uitgedrukt – ook niet beter maakt, is dat haar moeder hem niet tegenspreekt. Het had het meisje goed gedaan als haar moeder op z´n minst voor haar in de bres was gesprongen, maar die inspanning was ze dus ook al niet waard.

Weerwoord

Het is mijn persoonlijke overtuiging, en helaas niet wetenschappelijk bewijsbaar, dat ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen een leven ingrijpend kleuren. Ook in positieve zin trouwens. De opmerking van haar vader over het uiterlijk van zijn dochter is het motief achter de eetstoornis. Dat heeft te maken met allerlei ongrijpbare omstandigheden: waarom de jonge Saskia op dat moment zo kwetsbaar was kunnen we een halve eeuw later nooit meer precies achterhalen. Maar dat haar moeder geen weerwoord gaf heeft vermoedelijk ook een grote rol gespeeld. Vaak wordt er sterk ingezoomd op het aandeel van een van beide ouders, maar meestal heeft de afwezigheid van de andere ouder bij ingrijpende gebeurtenissen een even grote impact. De volgende keer dat ik Saskia spreek leg ik haar als stelling voor dat ze geen eetstoornis zou hebben ontwikkeld als dit niet was gebeurd. Een interessant aanvullend argument: de dochter van Saskia heeft hetzelfde uiterlijke kenmerk als haar oma en moeder, maar van een eetprobleem is bij die dochter geen sprake…

Beschouwing – Het verhaal van Saskia ben ik in veel verschillende gedaanten tegengekomen. Aan de oppervlakte is er een ‘afwijkende’ manier van omgaan met eten, maar het gaat eigenlijk niet om een eetstoornis maar om een copingstijl waarin oude en pijnlijke emoties achter bepaald gedrag worden verstopt. Wat dat betreft is zo’n verslaving vergelijkbaar met een alcoholverslaving. Pas als de motieven achter zulk gedrag worden opgespoord en opnieuw worden doorleefd kan het symptoomgedrag (het ‘rare eten’ of ‘zuipen’) worden opgegeven. En dan hebben we het bijna zonder uitzondering over het opsporen van ‘oud zeer’, zoals traumatisch ervaren gebeurtenissen uit een ver verleden.

 

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.

 


 

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt in oktober, je kunt het nu alvast bestellen. Je steunt met je bestelling www.run4schools.nl.

 

Jong zeer

Jong zeer

In de Volkskrant las ik een indrukwekkend verhaal over hikikomori, een verontrustend verschijnsel dat aanvankelijk in Japan werd waargenomen, maar dat inmiddels ook onze samenleving heeft bereikt

Lees het verhaal over hikikomori hier (alleen voor abonnees van de Volkskrant).

Hikikomori staat, vrij vertaald door mij, voor jonge mensen die zich totaal hebben teruggetrokken uit het sociale leven. Ze zitten op hun kamer en dat is het ongeveer, en dat jarenlang. De wanhoop van hun ouders laat zich raden. De hulpverlening weet zich er geen raad mee, procedures en protocollen verhinderen vaak dat er iets gebeurt. De jongeren die het betreft hebben meestal geen uitgesproken hulpvraag. Maar wat voor leven leiden ze? Of lijden ze? We weten niet hoeveel van deze jonge mensen er in ons land zijn. Een expert stelde voor om hikikomori op te nemen in de DSM. Met zo’n psychiatrisch label zouden we er meer mee kunnen…

Ik geloof er niets van. Ook al gaat het om uitzonderlijk gedrag, deze jonge mensen zijn onderdeel van onze samenleving. En daarin is dit ontstaan. Er zijn veel meer jongeren die afhaken, omdat ze niet mee kunnen of willen (wat is eigenlijk het verschil?) in de sociale normen en waarden die we elkaar opdringen. Hikikomori is behoorlijk extreem, maar de mildere varianten zie ik dagelijks om me heen. En niet alleen in mijn werk.

Wie mij inmiddels een beetje kent zal al wel begrijpen waar ik de oorzaak zoek, en dus ook de oplossing: de emotionele huishouding is niet op orde. Bij veel jonge mensen niet (nog zo’n recente, enge statistiek: één op de zes kampt met suïcidale gedachten), maar ook bij ons, hun ouders lukt het maar matig, het dealen met kwetsbare gevoelens. Ik lijd onder de emotioneel beperkte jeugd die ik had, maar doe ik het als ouder beter?

“Onze emotionele huishouding is niet op orde.”

Ook mijn kinderen kennen grote uitdagingen in hun sociale functioneren, en die staan niet los van de afwezige vader die ik lang ben geweest (en misschien soms nog ben). Ik heb last van ‘oud zeer’, en weet inmiddels vrij nauwkeurig hoe dat is ontstaan. We zouden dat toch moeten kunnen voorkomen bij onze kinderen? Er dreigt een sociale milieuramp…

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt in oktober, je kunt het nu alvast bestellen. Je steunt met je bestelling www.run4schools.nl.

 

 

‘Een prachtig mens, een uitmuntende arts, een schitterende schrijver… en een verlies op Twitter.  @IvanWolffers R.I.P.”

Lees meer
Metro-panel: ‘Roken moet geheel verboden worden’’

Metro-panel: ‘Roken moet geheel verboden worden’’

Bram nam deze week plaats in het Metro-panel samen met politicoloog Julia Wouters en hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen.

In de toekomst zullen meer Nederlanders kanker krijgen, zo bleek begin deze week. Dat is een somber vooruitzicht, met meerdere oorzaken. Omdat Nederlanders ouder worden, wordt de kans op kanker steeds groter. Maar een andere oorzaak is drankgebruik en het roken van sigaretten. Daarnaast bleek deze zomer dat het kabinet overweegt om de prijs van een pakje sigaretten in 2040 te verhogen naar 30 tot 47 euro.

Is het tijd om roken geheel aan banden te leggen? We vroegen het onze experts uit het Metro-panel. Deze week nemen plaats in het panel politicoloog Julia Wouters, oud-psychiater en schrijver Bram Bakker en hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen. Zij reageren op de stelling ‘roken moet geheel verboden worden’. Benieuwd wat er gebeurt in je lichaam als je stopt met roken?

“Als iemand verslaafd is aan roken, komen ze hoe dan ook aan sigaretten”

Bijdrage van Bram:

„Ik snap het idee wel, maar ik kan je nu al verklappen: dat gaat niet werken. Kijk, cocaïne kost ongeveer 50 euro per gram. En toch zijn er heel veel mensen die verslaafd zijn en dat blijven kopen. Nicotine is net zo verslavend als cocaïne, dus mensen die eraan verslaafd zijn, zullen desnoods gaan stelen om te blijven roken. Als je het wil krijgen, kom je er echt wel aan.

We weten al heel erg lang dat het wel een beetje helpt om de prijs te verhogen. Als je daarop wil sturen, kun je beter beginnen, nu al, met alcohol veel duurder maken. Alcohol is óók een kankerverwekkend iets, maar dat is bij lange na niet geprijsd op het niveau van nicotine. Gin, dat is mateloos populair, of wodka, het is allemaal veel te goedkoop.

Uiteindelijk zijn alcohol en roken vormen van zelfmedicatie. Die mensen doen dat omdat ze van binnen heel veel stress voelen en ze hebben zichzelf aangeleerd om dat een beetje te dempen met die middelen. Heel vaak gebruiken mensen die twee ook in combinatie. Zo’n verslaving ontstaat uit een gevoel van ongelukkigheid. En dat is precies de tragiek van de psychiatrie: er worden overal stickers opgeplakt en dan is de diagnose ‘verslaafd’, maar dan ben je er niet. Je zult moeten nagaan wat de functie is van die verslaving. Waar doen die mensen het voor?”

‘Overheid is malafide als het gaat om geld verdienen aan rokers en drinkers’

„Je zult moeten investeren in hulp aan mensen die erop gericht is dat ze zichzelf beter gaan begrijpen. Heel veel mensen met een ongezonde leefstijl hebben een heel laag zelfbeeld. Ze grijpen dan naar sigaretten of drank om het iets op te krikken. Maar dat helpt niet, dus houdt het één het ander in stand. Ze vinden zichzelf niet de moeite waard, want als dat wel zo was, zouden ze wat meer aan zelfzorg doen.

Hoe duur roken ook wordt, en hoe arm iemand ook is, ze zoeken naar manieren om hun verslaving wel te bekostigen. Mensen met minder geld zetten de kachel lager, zeggen misschien hun sportabonnement op of gaan minder eten, zodat ze die verslaving kunnen voeden. Ze zijn bereid om op de rest van hun leven kwaliteit in te leveren. Mensen helpen soms, om hun verslaving in stand te houden, hun relaties om zeep.

Als je roken gaat verbieden, kan een deel het misschien opbrengen om gedwongen te stoppen. Maar nooit iedereen, ik denk dat het aantal probleemrokers alleen toeneemt. Maar de overheid is hier nogal malafide in. Zo hebben ze ook tijdlang gokverslavingen lopen promoten, door al die gokreclames. En de accijnzen die ze heffen op sigaretten, daarmee dichten ze gaten in de begroting. Ze moeten die juist benutten voor hulp. Ga rokers helpen, dan betalen ze in feite hun eigen behandeling. De overheid profiteert er enigszins van als mensen veel roken en drinken, want ze verdienen eraan. En dat is gewoon niet eerlijk.”

Lees hier het hele artikel (en de andere bijdragen).

 

In gesprek met Tom Kellerhuis ( HP/De Tijd) over moderne journalistiek

In gesprek met Tom Kellerhuis ( HP/De Tijd) over moderne journalistiek

Bram Bakker podcastserie Balanskliniek Tom Kellerhuis

Door een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Tom Kellerhuis

Tom was als student al hoofdredacteur en hij is het nog steeds (bij HP/De Tijd) Wat maakte hij de afgelopen decennia mee in de journalistiek?

 

 

 

Hoezo PTSS?

Hoezo PTSS?

Waarom zijn traumatische gebeurtenissen soms aanleiding tot het ontwikkelen van een PTSS en veel vaker niet?

Het is een vraag die hulpverleners en wetenschappers nog wel even zal bezig houden.

Feit is dat de meeste mensen die vandaag slachtoffer worden van een gewapende overval waarbij er een pistool op hun hoofd wordt gezet daar toch geen PTSS aan overhouden.

Wat we wel zeker weten: de kans op ernstige psychische schade (je kunt na zo’n ellendige gebeurtenis ook depressief worden) neemt flink toe als je al eerder traumatische ervaringen had.

Ik durf de stelling wel aan dat het vooral de omgeving is die bepaalt of je klachten zult gaan ontwikkelen. Kun je je verhaal kwijt? Is er tijd en ruimte om je emoties te delen? Voel je je veilig temidden van de mensen waar je mee leeft? In mijn werk hoor ik bij herhaling dat niet de klappen of de verkrachting zelf het meeste leed hebben veroorzaakt, maar de reactie van ouders, partners of andere ’significant others’

Met stip op een: er wordt betwijfeld of jouw ervaring wel klopt. Dat kan zowel de feiten betreffen (’stel je niet aan’) als de dader (‘ik ken J., die doet dat echt niet’).

Ook vrij gruwelijk: er is geen aandacht voor de emoties die het trauma heeft veroorzaakt. Het slachtoffer krijgt niet de ruimte om te huilen, te rillen en te beven, want ‘het leven gaat door, het heeft geen zin om hierin te blijven hangen’.

“Mensen met een hersenschudding krijgen op gezag van de dokter rust, dat het verwerken van een trauma niet wezenlijk anders is beseffen we ons in deze samenleving nog veel te weinig.”

Ik werk met een jonge vrouw die als meisje verkracht werd door een ‘vriend’ van de familie. In paniek rende ze naar haar moeder. Woorden voor wat er gebeurd was had ze nog niet, wel een verlangen naar troost. De moeder zag het kind aankomen en wat gebeurde er? Ze werd boos vanwege de vlekken in de jurk van haar dochter… ‘Wat heb je nu weer met die jurk gedaan, die is net nieuw!’ Je voelt wel waar de pijn zit, twintig jaar later. De moeder leeft niet meer, de jonge vrouw lijdt nog dagelijks door dit drama. De dader heeft ze wel vergeven. De EMDR heeft ook echt wel geholpen, maar de pijn over de relatie met haar moeder is nooit weg.

Juist op het moment dat een kind iets meemaakt dat er voor hem of haar toe doet zou je wensen dat ouders emotioneel volledig beschikbaar zijn om dat kind zijn/haar emoties te laten delen. Het zijn de momenten waarop je als jong mensje leert dat je er mag zijn, dat jouw verhaal telt. Ook bij blijde gebeurtenissen: ik heb een doelpunt gemaakt met voetballen!

Ik herinner me de meeste ellendige gebeurtenissen uit mijn jonge jaren niet precies, en dat maakt ook niet uit. Ik weet, een halve eeuw later, hoe eenzaam en ongelukkig ik me heb gevoeld doordat ik mijn verhaal niet kwijt heb gekund.

We maken ons (terecht) zorgen over de schrikwekkend grote aantallen suïcidale jonge mensen, en steeds meer hoor je dat er aan preventie moet worden gedaan. Weet je wat zou helpen? Als wij, de veel te drukke ouders, er in slagen onze kinderen de ruimte te geven om hun emoties echt met ons te delen. Lastig klusje, kost ook nog eens veel van onze schaarse tijd…

Maar de preventie van ‘oud zeer’ is het grootste geschenk dat we de volgende generaties kunnen bieden.

Daar is nog veel werk te doen…

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt in oktober, je kunt het nu alvast bestellen.

 

 

Over mentale gezondheid en de rol van scholen

Over mentale gezondheid en de rol van scholen

Bram Bakker podcastserie Balanskliniek Erik Wessels

Voor een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Erik Wessels

Zelf maakte deze jonge ondernemer zijn school niet af, maar hij wil wel iets toevoegen aan het onderwijspakket.

 

 

 

 

De oorzaak van de pijn

De oorzaak van de pijn

Het was misschien niet eens slecht bedoeld dat men zich in de GGZ organiseerde rond een systeem dat zich niet bezig hield met het verklaren van psychisch leed.

In de DSM vink je de symptomen af en op basis van de diagnose die zo wordt bedacht vindt behandeling plaats. Symptoombestrijding dus…

Vaak kreeg ik als psychiater de vraag: ‘Hoe komt het dan dat ik depressief ben?’ Mijn standaard-antwoord: ‘Door een combinatie van aanleg en omstandigheden.’ Vaak voegde ik er nog wel aan toe dat omstandigheden relatief zwaarder wegen, en dat het psychologisch gezien ook beter is om daar op te focussen. De aanleg verander je nooit, en het risico is dat je jezelf psychologisch als een soort slachtoffer kunt blijven beschouwen. Een externe locus-of-control, in psychologisch jargon.

Nu steeds duidelijker wordt dat ook aanleg voor een groot deel volgt uit de omstandigheden, maar dan die van de generaties voor jou (denk aan epigenetica en transgenerationeel trauma), denk ik dat we toe zijn aan een ander perspectief: mentale problemen (en ook lichamelijke klachten die de artsen niet kunnen duiden) kunnen in principe altijd worden benaderd als een uiting van omstandigheden. En die kunnen we verdelen in enerzijds acuut, in het hier en nu (bijvoorbeeld verlies van werk, dood van een geliefde of geldzorgen) en anderzijds chronisch of subacuut: de pijnen van vroeger, dat wat we hebben gemist of wat ons heeft beschadigd.

“Dat heb ik ‘Oud zeer’ gedoopt: de stoorzender op de achtergrond, de vulkaan die blijft rommelen, ook al is er (nog) geen uitbarsting geweest.”

Met medicatie en cognitieve therapie kunnen we de acute stressoren proberen te temmen. Praktisch en pragmatisch is in iedere crisissituatie de meest kansrijke aanpak. En we zijn daar anno 2022 best goed in.

Maar wat doen we met die hinderlijke ruis op de achtergrond, die stemmetjes in ons hoofd die maar doorgaan? ‘Jij kan dat niet’ ‘Op jou zit niemand te wachten’ ‘Dat zul je alleen moeten oplossen’

Doordat ‘oud zeer’, in vakjargon ‘emotional neglect’ of ‘affectieve verwaarlozing’, nooit werd opgenomen in de DSM raakte het uit beeld, werd het te weinig onderzocht, en is er geen ‘evidence based’ therapie.

We bestrijden de symptomen van ‘oud zeer’ in ons eentje, zo goed en kwaad als we kunnen, en vaak nog onbewust ook (‘Geef mij nog maar een wijntje!’) Het lichaamswerk dat in de praktijk tot mooie uitkomsten leidt in het leren omgaan met ‘ouwe shit’ kreeg van de gevestigde orde nooit de aandacht en waardering die het verdient. Er is bij gewone mensen als jij en ik dringend behoefte aan een inhaalslag, blijkt ondermeer uit de enorme aandacht voor het werk van de oude rotten Bessel van der Kolk en Gabor Maté.

We zijn begonnen!

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt in oktober, je kunt het nu alvast bestellen.

 

 

100.000 podcast luisteraars

100.000 podcast luisteraars

Brambakker podcastserie de balanskliniek

Vandaag was (al weer) een heuglijke dag: 100.000 luisteraars van de podcast

Vandaag namen we vier gesprekken op ten behoeve van de podcast Balanskliniek. Onze onvolprezen technicus Thomas Hoonhout nam taart mee om de mijlpaal van 100.000 luisteraars te vieren.

We vinden het een eer als jij het ook eens probeert, luisteren naar gesprekken over gezondheid, psychologie, voeding, sport en nog veel meer.

Gratis en voor niets.

Zie hier het overzicht.

 

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!