Het was misschien niet eens slecht bedoeld dat men zich in de GGZ organiseerde rond een systeem dat zich niet bezig hield met het verklaren van psychisch leed.

In de DSM vink je de symptomen af en op basis van de diagnose die zo wordt bedacht vindt behandeling plaats. Symptoombestrijding dus…

Vaak kreeg ik als psychiater de vraag: ‘Hoe komt het dan dat ik depressief ben?’ Mijn standaard-antwoord: ‘Door een combinatie van aanleg en omstandigheden.’ Vaak voegde ik er nog wel aan toe dat omstandigheden relatief zwaarder wegen, en dat het psychologisch gezien ook beter is om daar op te focussen. De aanleg verander je nooit, en het risico is dat je jezelf psychologisch als een soort slachtoffer kunt blijven beschouwen. Een externe locus-of-control, in psychologisch jargon.

Nu steeds duidelijker wordt dat ook aanleg voor een groot deel volgt uit de omstandigheden, maar dan die van de generaties voor jou (denk aan epigenetica en transgenerationeel trauma), denk ik dat we toe zijn aan een ander perspectief: mentale problemen (en ook lichamelijke klachten die de artsen niet kunnen duiden) kunnen in principe altijd worden benaderd als een uiting van omstandigheden. En die kunnen we verdelen in enerzijds acuut, in het hier en nu (bijvoorbeeld verlies van werk, dood van een geliefde of geldzorgen) en anderzijds chronisch of subacuut: de pijnen van vroeger, dat wat we hebben gemist of wat ons heeft beschadigd.

“Dat heb ik ‘Oud zeer’ gedoopt: de stoorzender op de achtergrond, de vulkaan die blijft rommelen, ook al is er (nog) geen uitbarsting geweest.”

Met medicatie en cognitieve therapie kunnen we de acute stressoren proberen te temmen. Praktisch en pragmatisch is in iedere crisissituatie de meest kansrijke aanpak. En we zijn daar anno 2022 best goed in.

Maar wat doen we met die hinderlijke ruis op de achtergrond, die stemmetjes in ons hoofd die maar doorgaan? ‘Jij kan dat niet’ ‘Op jou zit niemand te wachten’ ‘Dat zul je alleen moeten oplossen’

Doordat ‘oud zeer’, in vakjargon ‘emotional neglect’ of ‘affectieve verwaarlozing’, nooit werd opgenomen in de DSM raakte het uit beeld, werd het te weinig onderzocht, en is er geen ‘evidence based’ therapie.

We bestrijden de symptomen van ‘oud zeer’ in ons eentje, zo goed en kwaad als we kunnen, en vaak nog onbewust ook (‘Geef mij nog maar een wijntje!’) Het lichaamswerk dat in de praktijk tot mooie uitkomsten leidt in het leren omgaan met ‘ouwe shit’ kreeg van de gevestigde orde nooit de aandacht en waardering die het verdient. Er is bij gewone mensen als jij en ik dringend behoefte aan een inhaalslag, blijkt ondermeer uit de enorme aandacht voor het werk van de oude rotten Bessel van der Kolk en Gabor Maté.

We zijn begonnen!

p.s. het boek ‘Oud zeer’ verschijnt in oktober, je kunt het nu alvast bestellen.

 

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!