IJsselmuiden

IJsselmuiden

Mijn jeugdjaren zijn onlosmakelijk verbonden met het dorp IJsselmuiden, waar ons gezin aan het begin van mijn lagere schooltijd neerstreek.

En waar ik een kleine zeven jaar eerst en vooral behoorlijk ongelukkig was… IJsselmuiden ligt niet ver van Zwolle, mijn geboorteplaats. Aan de andere kant van de rivier de IJssel ligt Kampen, groter en bekender, maar ook nog alles behalve een wereldstad.

De meest bepalende jaren van mijn jonge leven speelden zich hier af, en er is eigenlijk niets dat me een warm gevoel geeft als ik terugdenk aan die tijd. Of het moeten mijn lange tochten door de polder zijn, springend over slootjes, in gezelschap van onze hond, Dago. Toen mijn enige echte vriend. Onze liefde voor elkaar was onvoorwaardelijk, mijn band met de hond was sterker dan die met enig mens.

“Ik was een eenzaam en verdrietig ventje, dat er het beste van probeerde te maken.”

Vooral door spelletjes te spelen in mijn hoofd. Zo nam ik vele middagen deel aan de Olympische Spelen. Tegenover ons huis was een verspringbak, die bij de school hoorde. De CNS, de Christelijk Nationale School, was ook de school waar ik op zat. Uren was ik daar aan het verspringen, met een duimstok van mijn vader om de afstanden te meten. En een bezem om het zand na iedere sprong te egaliseren. Dat zou eigenlijk met een hark moeten, maar die hadden we thuis niet. Ik verbeeldde me dat ik Bob Beamon was, een legendarische zwarte atleet, die in 1968 goud op de Olympische Spelen had gewonnen. Met een onvoorstelbare sprong van 8.90 meter. Zo lang was onze verspringbak niet. Maar in mijn hoofd was ik Bob Beamon, in een uitverkocht stadion in Mexico Stad… Minder dan de helft haalde ik, 4.20 meter. Maar net als bij Beamon was die sprong veel verder dan alle andere pogingen, dus ik voelde me toch verbonden met de beroemde Amerikaanse atleet.

Gisteravond speelde ik met mijn zoon Fimme Bakker in de Stadsgehoorzaal in Kampen. Voor de voorstelling rende ik een rondje door het dorp waar ik eigenlijk nooit meer kom. Niets of niemand heb ik daar nog. Er kwamen weer allerlei herinneringen voorbij, tijdens dat rennen in de vroege, maar al zeer donkere avond.

Eerder in de afgelopen week sprak ik met een literaire redacteur over de roman die ik al jaren wil gaan schrijven. Hij gaat me helpen met een autobiografisch boek over mijn oud zeer. Die roman gaat er nu eindelijk echt komen, en ik heb zelfs al een begin gemaakt.

De titel is er ook al: IJsselmuiden.

Hoe om te gaan met oud zeer?

Hoe om te gaan met oud zeer?

Bram werd geïnterviewd door Annelies Aarts van de podcast Stralend ondernemen.

In deze nieuwe aflevering van de Stralend Ondernemen Podcast gaat host Annelies Aarts de dialoog aan met gastspreker Bram Bakker.

Een indringend gesprek over trauma en hoe daarmee om te gaan, maar ook over de mooie mogelijkheden van persoonlijke ontwikkeling en de verbinding met jezelf hervinden. Uiteraard komt ook de relatie met de huid en de waarde van behandelingen en zelfzorg aan bod.

Ook staat Bram met zijn zoon Fimme in het theater met een show over verslaving.

Beluister de aflevering hier:

 

 

 

Brian de Mello is de hoofdredacteur van het ideële tijdschrift The Optimist

Brian de Mello is de hoofdredacteur van het ideële tijdschrift The Optimist

Bram Bakker podcastserie de balanskliniek Brian de Mello

Voor een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Brian de Mello

Het blad heette in de begintijd Ode. Brian is nu de drijvende kracht achter Optimist Media, dat veel meer wil zijn dan een magazine.

 

 

‘Cadeautje verpakt in prikkeldraad’ podcast met Greet Vonk

‘Cadeautje verpakt in prikkeldraad’ podcast met Greet Vonk

Bram werd geïnterviewd door Greet Vonk van de podcast met de prikkelende titel ‘Cadeautje verpakt in prikkeldraad.’

Bram was psychiater, maar stopte daarmee omdat hij zich niet meer kon verenigen met de manier waarop hij zijn vak moest uitvoeren. Hij werkte in een zeer geprotocolliseerde wereld en kon daar niet meer mee uit de voeten.
Hij werkt nu veel meer vanuit intuïtie en vindt dat zorgverlenen eigenlijk een vorm van kunst is, waarbij bekwaam zijn veel belangrijker is dan bevoegd zijn.

Bram is nu coach en initiatiefnemer van ‘De Balanskliniek’.

In de podcast praten we onder andere over:

• Zijn triologie ‘Gevoelsarm’, ‘Oud zeer’ en ‘Gevoelige zielen’
• Dat hij ontdekte dat de DSM niet werkt, maar dat het gaat om wat er onder de labels zit
• Hoe hij van een protocollen-wereld ‘verhuisde’ naar werken vanuit intuïtie
• Dat hij zorgverlenen kunst vindt
• Dat hij vindt dat als je gaat nadenken, je je bij je intuïtie vandaan beweegt
• Het verschil tussen bekwaam en bevoegd
• Dat het vinden van de verbinding met zijn zus een van zijn grootste cadeautjes was in zijn proces van de afgelopen jaren
• Dat je ook kunt groeien door een traumatische voorgeschiedenis en hoe hij het fenomeen PostTraumatische Groei ontdekte
• Of we altijd moeten groeien van ellende
• Dat de kracht die in ons huist groot is, juist ook als het tegenzit
• Dat zijn persoonlijke groei zich weerspiegelt in de verhouding met zijn kinderen
• Dat hij vroeger wel 6000 mensen op zijn uitvaart wilde en nu een stuk of 10
• Zijn extreme sportgedrag
• Dat hij zijn 100-ste marathon wil lopen als hij 100 is

 

 

 

 

Bram over emotionele beschikbaarheid

Bram over emotionele beschikbaarheid

Bram werd geïnterviewd door Paulien Kuipers en Marilse Eerkens van de podcast ‘Van ik naar wij’

In deze aflevering praten Paulien en Marilse met Bram Bakker.

‘We zijn vaak heel goed in het bekommeren om anderen terwijl we er thuis nog echt een puinhoop van maken.’ Zonder een goede reflectie daarop is het volgens hem knap lastig om kinderen te bieden waar het in de opvoeding van hele jonge kinderen voor een belangrijk deel om draait: emotionele beschikbaarheid.

Beluister de aflevering hier:

 

 

Meer over de podcast ‘Van ik naar wij’

 

 

 

Faalangst

Faalangst

Dat ik dertig jaar geleden ging promoveren op de behandeling van angstaanvallen was toeval. Althans, dat dacht ik toen.

Inmiddels heb ik mijn geloof in het toeval opgegeven, en ga ik er vanuit dat alles zich met een reden voordoet, ook al heb ik geen flauw benul welke.

Nog iets specifieker ging mijn onderzoek over het controleren van angst: met pillen of antidepressiva werd getracht paniekaanvallen te voorkomen of zo snel mogelijk de kop in te drukken. Ook van dat geloof ben ik afgestapt: je kunt het beter verkennen, die angsten. Er naartoe bewegen en proberen te achterhalen waar ze vandaan komen. Denk ik nu. Als het lukt is de angst, die altijd eerst en vooral een signaalfunctie heeft, dan niet meer nodig. Paniekaanvallen zijn nooit onverwacht, het is geen toeval als je ze krijgt, het is huiswerk dat je te doen hebt.

Sinds een jaar of wat ben ik me bewust dat ik een heel angstig mannetje in me draag. De ontkenning daarvan heeft lang geduurd, en nog steeds kan ik goed doen alsof ik niet-verlegen ben. Ga ik op een podium staan: hiding in full sight…

Deze week kreeg ik nog een inzicht aangereikt. In al mijn niet-geslaagde liefdesrelaties speelde aan mijn kant angst een grote rol. Ik stortte me er vaak vol overgave in, maar in mijn onderbuik vormde de vraag of ik zo’n intieme relatie wel aan zou kunnen een grote stoorzender.

Ik vond mezelf nooit goed genoeg, het gevoel dat ik moest bewijzen zo’n liefdesrelatie wel waard te zijn had me in een onzichtbare greep. Ik kreeg het woord aangereikt door de vrouw waarbij ik me het meest geliefd heb durven voelen. En ze had het in eerste instantie ook nog over zichzelf…

Faalangst is het, niets anders. Ineens voelde ik wat dat woord betekent in mijn geschiedenis, en welke klus ik te klaren heb.

“Hoe liever ik mezelf vind, hoe mooier de relatie waarin ik terecht kom.”

Ik ga die faalangst nog verder verkennen, uitdiepen zo ver ik kan. Pas op de dag dat ik me volledig veilig voel is dit jochie klaar voor een volwassen relatie.

En ik ben flink onderweg, dat voel ik…

 

 

Ingrid Wiechers over vaktherapie

Ingrid Wiechers over vaktherapie

Bram Bakker podcastserie de balanskliniek Ingrid Wiechers

Voor een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Ingrid Wiechers

Als directeur van de Federatie Vaktherapeutische Beroepen wil Ingrid deze belangrijke therapievormen meer voor het voetlicht brengen.

 

Joost en Gerrit

Joost en Gerrit

Vandaag had Joost Zwagerman zestig moeten worden… En mijn oudste vriend, Gerrit Joustra, een paar weken geleden ook al.

Ik zit tussen de beide mannen in, en ik heb die leeftijd wel bereikt. Het kan dan misschien ook niet anders dat ik me niet blij voelde, de afgelopen periode. Wat voor anderen misschien een mijlpaal is, geeft mij een vaag schuldgevoel. Waarom zij niet, en ik wel? Waarom wist ik toen ze eind 2015 kort na elkaar overleden niet wat ik nu weet? Waren ze misschien dan toch wel te redden geweest? Of is dat het beruchte ‘survivors guilt?’

Mijn vijftigste verjaardag vierden Gerrit en ik niet, omdat juist in die periode onze vriend Paul overleed, de eerste in een reeks die nooit meer is gestopt. Jarig zijn, en je dat ook voelen, is lastig nu er op 24 oktober en 18 november iemand nadrukkelijk niet meer verjaart. Ik zit daar precies tussenin. Een groot feest voor mijn zestigste ambieerde ik in het geheel niet.

Na vandaag, de verjaardag van Joost, verdwijnt de ruis die de dood van mijn vrienden heeft veroorzaakt weer een beetje naar de achtergrond weet ik inmiddels. Maar geheel verdwijnen zal het nooit. Ik ben ervaringsdeskundige rouwprocessen. En begrijp nog steeds niet waarom ik er wel nog ben. Ik voel me gezond, en vitaal. Vol energie en met meer toekomstplannen dan ik aan kan, maar als morgen een dokter me meedeelt dat ik ongeneeslijk ziek ben zal ik als eerste gedachte hebben dat het tijd werd.

Ze waren uniek en onvervangbaar in mijn leven, deze jongens. En dat voelde ik de afgelopen weken weer zo sterk. Ga dan maar eens blij zijn op je verjaardag. De mensen rond Joost en Gerrit spreek ik eigenlijk nooit meer, uitgezonderd hun beide moeders.

Als ik het verdriet toelaat kan ik nu beter huilen dan de afgelopen jaren. Maar aan het onoplosbare verlies verandert dat niets. Ik blijf fanatiek sporten en schrijven, ook omdat ik daarmee in beetje in de voetsporen van mijn vrienden blijf. Die daar meer talent voor hadden (Gerrit sport, Joost schrijven) dan ik, de achterblijver.

‘Wees dankbaar voor het leven’, dat weet ik heus. En ik kan er bij vlagen ook intens van genieten. Maar de afgelopen weken net even iets minder…

 

Boekrecensie Brain energy

Boekrecensie Brain energy

Brain Energy Christopher M Palmer

Mijn hele loopbaan als psychiater werd ik gehinderd door het gevoel dat er iets ontbrak in ons perspectief op mentale problemen. Dat een paniekstoornis (daar promoveerde ik op) niets meer of minder zou zijn dan een hersenziekte leek me te kort door de bocht. Zeker gezien de verbanden (‘correlaties’) met bijvoorbeeld longaandoeningen (astma) en hartziekten (infarcten). En als je dan ook nog eens zag dat er grote overeenkomsten waren, qua risicofactoren, tussen ongeveer alle psychische stoornissen en heel veel lichamelijke aandoeningen (hoge bloeddruk, overgewicht, epilepsie, diabetes, om er eens een paar te noemen) drong de vraag of al dat onderscheid (honderden stoornissen staan er in de DSM) wel zinvol is zich toch wel op… Of in ieder geval: wat zijn de nadelen van zo’n gedetailleerd classificatiesysteem naast de veronderstelde voordelen?

Laten we nog even vaststellen dat er van geen enkel mentaal probleem ondubbelzinnig bewezen is dat het een exclusieve hersenziekte betreft. Natuurlijk zijn de hersenen onderdeel van psychische problematiek, maar de hersenen zijn ook ‘gewoon’ onderdeel van een lichaam, met alles er op en er aan. Een paniekstoornis zit ook in het lichaam, en gevoelens als angst zitten niet in ons hoofd. Daar zitten de gedachten die we hebben over ons gevoel…

En toen kwam er, voor mij geheel onverwacht, een boek dat een totaal ander perspectief biedt. Van een Amerikaanse Harvard-psychiater nota bene. Het uitdagende vertrekpunt: psychische stoornissen zijn stofwisselingsstoornissen in de hersenen. Hoezo dan? Ik ben misschien nog niet volledig overtuigd, maar Palmer heeft me met zijn boek wel geïnspireerd om deze weg te gaan verkennen.

In het eerste deel legt hij overtuigend uit hoe het komt dat de huidige psychiatrie niet zo heel erg succesvol is qua resultaten. Dat wist ik al, maar Palmer legt het helder en neutraal uit, onderbouwd met data. En dat er behoefte is aan een verklaringsmodel onder al die ogenschijnlijk verschillende kwalen maakt hij daarmee ook wel duidelijk. Dat hij vervolgens uitkomt bij de mitochondria, de ‘accu’s van de lichaamscel’ vond ik nogal verrassend, zacht uitgedrukt.

Maar: ik kon het betoog goed volgen, en denk dat het verdere verkenning en verdieping verdient. Hij voert ook steeds het wetenschappelijk bewijs aan. De consequenties gaan dan wel ingrijpend zijn, op de werkvloer: vanaf de anamnese tot en met de begeleiding/behandeling…

En in de multidisciplinaire begeleiding van mensen met psychische problemen (multidisciplinair heeft altijd de voorkeur, als het te organiseren is) komen andere professionals in beeld. Vooral op het gebied van voeding. In de huidige ggz is er nauwelijks aandacht voor, maar als jij bij Palmer leest wat het volgen van een ketogeen dieet (koolhydraten uitbannen) mensen met ernstige psychiatrische problematiek kan opleveren voel je als oud-psychiater wel het verlangen dit aandacht te gaan geven. Nu is ook dit maar een mening… Dus doe me een lol, en lees dit boek als je een ggz- of jeugdzorgprofessional bent. Daarna ben je het vast met me eens:-)

Interesse? Je kan het boek hier bestellen.

 

Bram Bakker over psychische ziekten en het ketogeen dieet

Bram Bakker over psychische ziekten en het ketogeen dieet

Bram werd geïnterviewd door ‘Je leefstijl als je medicijn’ over het boek ‘Brain Energy’ dat door (zijn) Uitgeverij Lucht wordt uitgegeven. Hieronder het interview. 

Bram Bakker, zelf opgeleid als psychiater, is uitgever van Brain Energy, het geruchtmakende boek over de oorzaken van psychische aandoeningen. Een interview over het bijzondere boek. ‘Zoals er in de behandeling van kanker met de immunotherapie echt iets bij kwam, zo kan met dit boek in de GGZ een grote stap worden gezet.’

‘Dit boek kan de GGZ totaal veranderen’

Veelzijdig is zwak uitgedrukt als je de loopbaan van Bram Bakker in ogenschouw neemt. Als gepromoveerd psychiater werkte hij in verschillende ziekenhuizen. Hij was medisch directeur in verslavingsklinieken. Sinds 2003 schreef hij een flink aantal boeken waaronder bestsellers zoals Verademing (met Koen de Jong), Gevoelsarm, Oud Zeer en zijn nieuwste boek Gevoelige Zielen.

De laatste jaren trekt Bakker als theatermaker door het land, onder meer met de solovoorstelling De Balansfabriek. Met een aantal partners werkt hij daarnaast aan het online gezondheidsplatform de Balanskliniek, waarop mensen bij medische of psychische problemen hulpverleners kunnen vinden. Ook is Bakker oprichter van de boekenuitgeverij Uitgeverij Lucht. In samenwerking met Stichting Je Leefstijl Als Medicijn verscheen bij deze uitgeverij onlangs de Nederlandse vertaling van het boek Brain Energy van Christopher Palmer.

Palmer is psychiater en onderzoeker aan Harvard. In het boek beschrijft hij een common pathway: een werkingsmechanisme waarmee psychische aandoeningen in al hun verschijningsvormen worden verklaard. Zoals Palmer laat zien hebben de aandoeningen veel overeenkomsten en is hun onderverdeling in aparte ziektes arbitrair. Ze blijken een gemeenschappelijke biologie te hebben – bij alle aandoeningen spelen metabole factoren en met name de energievoorziening van de cellen met behulp van mitochondriën een hoofdrol. Door de gezondheid van de mitochondriën te verbeteren, voorbeeld met verandering van voeding, zijn vaak spectaculaire verbeteringen te behalen.

Wat was voor Bram Bakker de aanleiding om het boek te vertalen? Wat zou er moeten gebeuren zodat psychiaters de ideeën uit het boek kunnen vertalen naar betere behandelingen voor hun patiënten? Een interview.

Waarom heb je besloten Brain Energy te laten vertalen en uit te geven?

Bram Bakker: “In het boek klinkt een belangrijke boodschap die in de psychiatrie meestal wordt genegeerd. Het is echt geen hogere wiskunde om je te bedenken dat hoe je je voelt mede wordt beïnvloed door het eten dat je binnenkrijgt. Als je stemmingsproblemen hebt kun je daarop reageren met bepaald eetgedrag. Maar andersom kunnen bepaalde eetgewoontes ook resulteren in stemmingsproblemen. Er is veel interactie tussen wat ons lichaam binnenkomt en hoe we ons voelen. Maar in de psychiatrie doen we gewoonlijk alsof dat niet relevant is.”

Waarom wordt dit soort factoren genegeerd?

“De psychiatrie is bijna volledig een hersendiscipline geworden. ‘Er is iets in de hersenen niet in orde’, wordt gezegd. Daar gaat alle aandacht naar uit. Ook verslaving wordt bijvoorbeeld als hersenziekte opgevat. Het zou logisch en nuttig zijn om mensen uit de omgeving van de verslaafde in de behandeling te betrekken, maar dat mag in Nederland niet eens.”

Wat is dat toch met de psychiatrie en leefstijl? Er is bijvoorbeeld veel bewijs dat wandelen een uistekende interventie is voor patiënten met depressies, vaak succesvoller dan de gangbare therapieën en met minder bijwerkingen. Toch blijkt uit onderzoek dat psychiaters het advies om te gaan wandelen eigenlijk zelden aan hun patiënten geven.

“Psychiaters worden min of meer gegijzeld door het evidence based-denken dat ze hebben geleerd van de farmaceutische industrie. Je mag alleen rekening houden met dubbelblind en placebo-gecontroleerde studies, wordt gedacht. Als de pil het beter doet dan de placebo, gaan we vanaf nu iedereen die pil geven. Dat soort studies kun je niet doen met een interventie zoals wandelen. Dus wordt beweerd dat wandelen niet evidence based is. Terwijl er meer dan genoeg bewijs voor de kracht van wandelen is.”

In hoeverre is het boek van Christopher Palmer daarop een antwoord?

“Hij laat gedetailleerd zien wat er niet goed gaat in de psychiatrie. Ondanks alle beschikbare behandelmethodes lukt het veel te weinig om patiënten écht te genezen. Daarnaast neemt het aantal mensen met psychische aandoeningen over de hele breedte, dus bij vrijwel alle aandoeningen, alleen maar toe. De wachtlijsten worden steeds langer en het lukt de GGZ maar niet om de patiënten symptoomvrij naar huis te sturen.”

Hoe zouden de ideeën uit het boek in de praktijk kunnen worden toegepast?

“Wat Palmer laat zien is dat psychiatrische problemen en zelfs veel neurologische problemen een gemene deler hebben: een stofwisselingsprobleem. Als je dat als uitgangspunt neemt, hoef je minder aandacht te besteden aan de uiteenlopende ziektebeelden. Je kunt gericht werken aan die onderliggende oorzaak en de problemen de aan de verstoorde stofwisseling ten grondslag liggen. Hij presenteert een buitengewoon goed onderbouwde analyse die hij helder heeft opgeschreven. Als we op deze manier naar de aandoeningen zouden gaan kijken krijgt de hele GGZ een andere gedaante.”

Het klinkt ambitieus. Waar beginnen we?

“De consequenties van het boek zijn inderdaad verstrekkend. Om de psychiatrie in die richting om te buigen zullen veel energie, mankracht en ook euro’s nodig zijn. In de VS is die beweging al ingezet, bijvoorbeeld doordat kapitaalkrachtige families in onderzoek investeren.”

Wat zouden we kunnen toevoegen aan de huidige psychiatrieopleiding?

“Om te beginnen zou de leefstijl er een veel grotere rol in moeten krijgen. Het gaat er niet alleen om dat we constateren dat de leefstijl van de patiënt ongezond is, maar ook waarom dat zo is. De anamnese moet veranderen. Wat ik een van de eye openers van het boek vond is dat mensen met overgewicht vaak echt wel weten dat ze meer moeten bewegen. Als ze zeggen: ‘Ik heb er geen energie voor’, dan gaan we dat vaak psychologisch duiden als gebrekkige motivatie of weerstand. Maar dat is het niet. Dat gebrek aan energie is onderdeel van het probleem. Ze hebben op het niveau van de cellen écht een energietekort. Dat maakt ze snel moe.”

Wat zou jouw tip aan psychiaters zijn?

“Lees het boek. Het is geschreven door een vakgenoot. Van Harvard nog wel, dus iemand met autoriteit. Als je het aandachtig leest zul je negentig procent van de tijd denken: ja, dat zou zo maar eens kunnen, het klinkt overtuigend en er zijn veel wetenschappelijke referenties. Ik denk niet dat wat in het boek staat voor elke patiënt de oplossing biedt, want ik geloof niet dat er één oplossing voor iedereen bestaat. Maar het voegt wel een belangrijk nieuw gezichtspunt toe. Zoals er in de behandeling van kanker met de immunotherapie echt iets bij kwam, zo kan met dit boek in de GGZ een grote stap worden gezet.”

Zouden psychiaters geen ondersteuning nodig hebben bij de toepassing van de ideeën? Op dit moment ontbreekt in hun opleiding de kennis van leefstijlfactoren zoals voeding en bewegen.

“Dit soort kennis hoort thuis in de multidisciplinaire teams waarin in de GGZ al vaak wordt gewerkt. De psychiaters hoeven het niet zelf te doen, ze hebben meer de rol van regisseur. In het ziekenhuis waar ze werken zou het bijvoorbeeld aanleiding kunnen zijn om een diëtist of leefstijlcoach in dienst te nemen.”

Er spreekt hoop uit het boek als ik jou zo hoor.

“Zeker! We kunnen er ook meteen mee aan de slag, want er zijn duizenden patiënten met overgewicht die baat kunnen hebben bij het ketogeen dieet. Zo is het bij Christopher Palmer zelf ook begonnen: toen hij een patiënt met obesitas met een keto-dieet behandelde, merkte hij tot zijn verbazing dat de pychiatrische symptomen verdwenen. Een van de mooiste studies die Palmer beschrijft is onder mensen die in een verslavingskliniek waren opgenomen en waar het ketogeen dieet aan het regime werd toegevoegd. De kans dat ze de verslaving achter zich konden laten werd beduidend groter. Nogmaals, we zullen niet iedereen hiermee kunnen helpen. Maar als het bij een significant aantal wel lukt zou dat geweldig zijn.”

Lees hier het originele artikel.

 

Voedingsdeskundige Yneke Kootstra over de rol van voeding bij mentale gezondheid

Voedingsdeskundige Yneke Kootstra over de rol van voeding bij mentale gezondheid

Bram Bakker podcastserie de balanskliniek Yneke Kootstra

Voor een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Yneke Kootstra

Als ervaringsdeskundige (migraine) raakte deze expert overtuigd van de potentie van het ketogeen dieet.

 

 

Mijn lieve oma

Mijn lieve oma

Je kunt een boek schrijven over ‘oud zeer’ en er aandacht voor vragen dat je in je professionele rol dapper je best deed om je ‘gevoelige ziel’ aan de waarneming van je patiënten te onttrekken, maar dat betekent niet dat je leven ondertussen gemakkelijker verloopt.

Ofwel: hoe deskundig je je ook toont, er blijft veel werk te verrichten op het eigen pad…

Dus probeer ik momenteel microdosing, bezoek ik vanavond een cacao-ceremonie en deed ik deze week weer een familieopstelling. Individueel, met vloerankers. Wat bracht ik in? Mijn eeuwige thema: de relatie met mijn moeder en de liefdesrelaties die mislukken. Ik help ze om zeep, terwijl ik er wel naar verlang. Zolang ik me kan heugen duikt er hoofd- en hartenpijn op in het contact met vrouwen die er echt toe doen voor me.

Voor de volledigheid: ook heel veel liefde en plezier, dit moet geen klaagzang worden…

De opstelling was een groot geschenk: van achter mijn moeder kwam ineens mijn oma tevoorschijn, haar moeder. Ze stond vol in het licht. Toeval kan dat niet geweest zijn, ik was de afgelopen weken al druk bezig met mijn stamboom aan moeders kant (‘Verdwenen jongens’). Het is sowieso fijn om mee te gaan in de gedachte dat toeval niet bestaat, en niet alleen in een familieopstelling…

Ik ben de oudste kleinzoon van oma Jo, en wat hebben we veel van elkaar gehouden voelde ik ineens in iedere vezel. Terwijl ik dit schrijf lopen de tranen over mijn wangen, bij de jongen die niet mag huilen van zichzelf.

Toen oma Jo overleed, meer dan 25 jaar geleden, mocht ik wat zeggen bij de uitvaart. Ik herinner me dat ik zei: ‘Oma Jo is boterkoek’. Dat maakte ze altijd voor me als ik kwam logeren, en iedere keer was het een bijzondere verrassing voor kleine Bram. Het komt nu pas vol binnen wat ze me met die boterkoek heeft gegeven. De woorden waren er dus al lang, het gevoel nu pas in volle omvang: oma gaf alleen maar liefde aan dit ventje, geheel onvoorwaardelijk.

Het geeft richting aan het vervolg van mijn reis door het liefdesleven, inspiratie ook. Omdat ik na die opstelling ook weer wat meer liefde voor mezelf ervaar…

Toeval bestaat dus niet: ik ruimde mijn huis op en vond een antieke kinderbijbel met een opdracht voorin, van oma Jo, voor Fimme, die haar oudste achterkleinzoon is.

 

‘Het is om te janken zo mooi’

(Maarten van Roozendaal)

 

Rouwtherapeut Inge Bos over het verweven van verlies en herstel

Rouwtherapeut Inge Bos over het verweven van verlies en herstel

Bram Bakker podcastserie de balanskliniek Inge Bos

Voor een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Inge Bos

Inge strijdt voor het normaliseren van rouw, in de gehele samenleving. Een gesprek over o.a. processen bij instellingen waar verlies plaatsvindt, en ‘levend verlies’ (liefdesverdriet).

 

 

Het beste voor jouw kinderen

Het beste voor jouw kinderen

Het besef dat goed voor jezelf zorgen nog een hele uitdaging vormt neemt toe. Steeds meer beginnen mensen zich te realiseren dat gebrekkige zelfzorg risico’s met zich meebrengt, dat er geen burn-out ontstaat zonder dat dit een rol speelt.

En omgekeerd: dat preventie van ziekte vooral gebaat is bij liefdevol met jezelf omgaan.

Maar zelfs een stewardess die in haar werk uitlegt dat ‘eigen mondkapje eerst’ belangrijk is, verklapte me onlangs dat zij zelf, als alleenstaande moeder, toch eerst haar dochter zou helpen met het aanbrengen van zo’n ding. Precies als de dokter die zijn/haar patiënten voorrang geeft boven zelfzorg, en daarmee verontrustende signalen over de eigen gezondheid negeert (zie ook ‘Gevoelige zielen’).

De gewetensvraag voor iedere ouder is steeds opnieuw: wat betekent jouw opofferingsgezinde gedrag voor hen? Welk voorbeeld geef je?

Er was een tijd dat er (terecht) veel aandacht was voor de impact van echtscheidingen op kinderen, maar kunnen we ook wat aandacht besteden aan de last die we onze kinderen bezorgen door niet goed voor onszelf te zorgen? Door in een toxische relatie te blijven zitten bijvoorbeeld? Talloze volwassen mensen heb ik gesproken die last hadden van een vader of moeder die niet had durven breken met de andere ouder, terwijl die zoop, sloeg of misbruikte…

We weten dat het voorleven van gedrag veel meer impact heeft dan het opstellen van regels. ‘Show don’t tell’ en ‘Practice what you preach’ zijn niet voor niets onverwoestbare clichés geworden. Ik doe echt mijn stinkende best om goed voor mezelf te zorgen tegenwoordig, en ik heb niet de indruk dat mijn kinderen daar onder lijden. Als dat wel zo was zou ik misschien snel terugvallen in door schuldgevoel aangejaagd pleasegedrag…

Er ging nogal wat mis in mijn rol als vader, en dat maak ik nooit meer ongedaan.  Maar laten zien dat ik mezelf steeds meer de moeite waard durf te vinden kan nog steeds, en het lijkt te werken.

Daarom is dat theaterprogramma met mijn oudste zoon ook zo louterend (www.fimme.nl): serieuze grappen over vroeger en elkaar kunnen maken werkt helend, omdat het nu anders is. Ik word een steeds leukere vader doordat ik mezelf steeds aardiger durf te vinden.

En dat is het belangrijkste dat je de volgende generaties mee kunt geven: altijd goed voor jezelf zorgen. Laat dat zien, onzekere ouder, omdat jij dat waard bent

 

Eva Noorda is een ‘andere’ chirurg: ze houdt van yoga en ‘integrated medicine’

Eva Noorda is een ‘andere’ chirurg: ze houdt van yoga en ‘integrated medicine’

Bram Bakker podcastserie de balanskliniek Eva Noorda

Voor een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Eva Noorda

Eva wil het doktersvak anders invullen, vernieuwen. Zo begeleidt ze nu de eerste coassistent leefstijlgeneeskunde…

 

Verdwenen jongens

Verdwenen jongens

Mijn hele leven wist ik niet beter of mijn oma Jo (geboren in 1909) had drie zussen en een broertje.

Tante Pie (1906), tante Mach (1914) en oom Egbert (het nakomertje, uit 1923). Ik heb ze goed gekend, ze woonden allemaal in Meppel. Tante Anna (de oudste, uit 1904) was al jong overleden, wist ik ook nog.

Omdat het thema van overleden broers en zussen me flink bezig houdt (op 30 november wordt er een symposium over zogenaamde Elviskinderen georganiseerd door Ard Nieuwenbroek, meer informatie vind je hier) vroeg ik mijn ouders toen ik daar van de week op bezoek was naar jong overleden kinderen in hun families.

‘Mijn moeder zei altijd: ik had een jongetje moeten zijn’ hoorde ik mijn moeder zeggen. En ze vertelde dat er een jaar voor de geboorte van mijn oma een jongetje was overleden dat maar een maand geleefd had: Johannes. En daarom heette mijn oma voluit Johanna… Mijn oma was dus ook een Elviskind.

En dat was nog niet alles: in 1912 was er een andere jongen geboren, Jannes. Verongelukt in 1936, en er werd in mijn bijzijn nooit over hem gesproken (toen mijn oma overleed was ik al een jaar of dertig). Er was trouwens nog een Johannes, uit 1916: ‘vroeg vertrokken naar Australië en nooit meer veel van gehoord…’ Het duizelt me, er is zoveel dat ik niet wist.

Mijn overgrootmoeder Grietje Witvoet, mijn moeder is naar haar vernoemd, kreeg dus acht kinderen, in plaats van vijf, zoals ik altijd dacht. Mijn moeder haalt fotoalbums tevoorschijn, die ik nooit heb gezien. Er zit zelfs een stamboom in, waar ik een foto van maak. De foto van mijn overgrootmoeder met haar vier dochters ken ik, er is geen zoon op te zien. Mama vindt het leuk dat het me interesseert, die familiegeschiedenis. We hebben een heel fijn gesprek, er passeert van alles. Tanta Anna overleed in 1933, dertien dagen na de geboorte van haar jongste, derde dochter. Er was ook een zoon, Dirk. Er staat slechts een kruisje achter zijn naam, geen geboorte- of overlijdensdatum…

Het verwart me een beetje, al deze onbekende informatie. En het ontroert me ook. Het was heel fijn om er aandacht aan gegeven te hebben, op een willekeurige herfstmiddag in 2023. Dat merkte ik ook aan mijn moeder, dus ook voor ons samen was het goed.

Mijn vader hoorde het allemaal tevreden aan, bij mijn volgende bezoek komt zijn familie aan de beurt.

Ik kan het iedereen aanraden. Heb je ouders op leeftijd? Begin gewoon voorzichtig eens over lang geleden. Het heeft iets helends, althans voor mij…

En ik geloof oprecht dat het goed is om je te verdiepen in je familiegeschiedenis, omdat we inmiddels weten dat een deel daarvan onverminderd in ons voortleeft. Mijn oma Jo ziet er anders voor me uit, bijna dertig jaar na haar overlijden.

 

Boekrecensie Brain energy

Brain energy

Brain Energy Christopher M Palmer

Harvard-psychiater Dr. Christopher Palmer schreef het boek Brain Energy. Het biedt een revolutionaire kijk op psychische klachten. 

“In de psychiatrie is elke diagnose een syndroom: een verzameling signalen en symptomen die gewoonlijk tegelijkertijd voorkomen en een nog onbekende oorzaak hebben”

Aldus Harvard-psychiater Dr. Christopher Palmer in een van de eerste hoofdstukken van zijn boek ‘Brain energy.’

En waar gaat zijn boek over? Precies: dat wat mogelijk die onbekende oorzaak is… een stofwisselingsprobleem in de hersenen.

In het boek, dat nu in Nederlandse vertaling verkrijgbaar is, zet hij gesystematiseerd uiteen dat al die uiteenlopende psychische klachten wel degelijk een gemeenschappelijke oorzaak hebben, en dat in het verlengde daarvan heel andere therapeutische opties in beeld komen.

Zoals een dieet…

Dit boek is echt ‘een revolutionaire kijk op psychische klachten’ en het biedt de hoop die we goed kunnen gebruiken, nu het aantal mensen dat lijdt aan mentale problemen gestaag blijft toenemen.

 

Interesse? Je kan het boek hier bestellen.

 

 

Bobby Verbaan over holistisch coachen

Bobby Verbaan over holistisch coachen

Bram Bakker podcastserie de balanskliniek Bobby Verbaan

Voor een gezond en vervuld leven is een goede balans in je leven essentieel. Maar hoe bewaak je die persoonlijke balans?

(ex)Psychiater Bram Bakker gaat in de podcastserie van De Balanskliniek in gesprek met bijzondere en inspirerende gasten om een antwoord te vinden op deze vraag.

Vandaag: Bobby Verbaan

Eerst deed Bobby het werk aan zichzelf, nu wil ze haar kennis en ervaring graag in dienst stellen van anderen.

 

Zelfzorg

Zelfzorg

Het is te truttig voor woorden, maar al jaren schuif ik klusjes voor me uit, die echt eens gedaan moeten worden. Klusjes waarmee ik enkel en alleen mezelf een dienst bewijs, en niemand anders.

Opruimen, boekhouden, dat soort dingen. Het zou me goed doen, een kortere to do-lijst, maar ik ben al blij als er niet te veel bijkomt.

Ik geef moeiteloos voorrang aan andere activiteiten, die zonder uitzondering verband houden met mensen om me heen. Een belletje van iemand in nood? Ik laat alle karweitjes thuis uit mijn handen vallen en spring in de auto…

Inderdaad: hulpverlener zijn (of spelen?) is gemakkelijker dan doen wat goed voor mij persoonlijk (en niemand anders) is. En toch lukt het meestal niet.

Ik schrijf er een boek over vol (Gevoelige zielen), maar zak door mijn eigen ondergrens. ‘Practice what you preach?’ Ik probeer het, maar het lukt me al te vaak niet.

In een geweldige podcast hoorde ik het familieopsteller Elmer Hendrix weer eens uitleggen: goed voor jezelf zorgen is het allerbeste dat je aan je kinderen kunt geven. ‘Oud zeer’ is meestal ook het product van (groot)ouders die onvoldoende voor zichzelf hebben kunnen zorgen. Geen verwijt, maar een droge constatering waar geen oordeel over gegeven hoeft te worden. Wil je toekomstige generaties niet onnodig belasten? Laat ze voelen, zien en ervaren hoe serieus jij als ouder je eigen welbevinden neemt…

En dus hervat ik mijn weg naar betere zelfzorg. Dat is niet egoïstisch of narcistisch, zoals aandacht aan jezelf geven nogal eens wordt getypeerd, dat is een uiting van zelfliefde: ik ben het waard om zacht en zorgzaam naar mezelf te zijn…

Klinkt goed he? In theorie ben ik geslaagd, het praktijkexamen is nog volop gaande…

Help, de dokter verzuipt!

Onze gezondheidszorg is in haar beste gedaante een uiting van beschaving en medemenselijkheid. En die willen we koesteren, toch?

De film is inmiddels bijna vijftig jaar oud, en staat te boek als een komedie. Maar in 2023 is het een bittere realiteit geworden: steeds meer artsen (en andere zorgprofessionals) verzuipen in het werk. Dat het water veel dokters aan de lippen staat uit zich in verschillende gedaanten: burn-outs, verslavingen, en onbegrepen lichamelijke klachten zijn veel voorkomende gezondheidsproblemen bij de mensen die anderen willen helpen om te herstellen van ziekte. Bij de loodgieter thuis lekt de kraan, de dokter is zelf niet zo gezond…

In de zorgsector is het ziekteverzuim hoger dan in andere beroepsgroepen en steeds meer hoor je berichten over mensen die afzwaaien. Niet omdat ze geen hart meer hebben voor de zorg, integendeel, maar omdat de dwingende vorm waarin zorg moet worden geleverd steeds meer gaat knellen. De nog immer toenemende bureaucratie in de zorg wordt door steeds meer mensen beleefd als een keurslijf dat te strak is, en waaruit ze zich willen bevrijden. De werkdruk doet mensen besluiten een heel ander beroep te kiezen. En als mensen de zorg verlaten verdwijnt veel kennis en ervaring. Die we zo goed kunnen gebruiken momenteel.

Hoewel de geluiden dat er sprake is van een serieuze crisis in onze gezondheidszorg steeds luider klinken lijkt men zich er in politiek Den Haag niet erg druk om te maken. Het is in ieder geval geen prominent thema in de programma’s voor de komende verkiezingen. Het zou te maken kunnen hebben met de moeilijkheid om politiek te scoren in de complexe wereld van de zorg. Dat men zelfs ook nog van plan is om de investeringen in preventie terug te schroeven is uiterst verontrustend, omdat juist middels preventie de druk op de zorg zou kunnen worden verminderd.

De trend die er al jaren is zal nog wel even voortduren: steeds langere wachtlijsten en onvoldoende middelen om ze weg te werken. Lang leek dat een kwestie van geld, maar inmiddels dreigt het tekort aan zorgprofessionals een nog grotere hinderpaal te vormen.

Dokters zijn plichtgetrouwe mensen, die hun werk vaak voorrang geven op al het andere in hun leven. Ze zorgen eerst en vooral voor hun patiënten, en pas heel veel later voor zichzelf. Als ze daar al aan toekomen. Een burn-out ontstaat niet in een paar weken, het is de uitkomst van een langdurig ontbrekende balans tussen inspanning en ontspanning, aan en uit staan, zorg voor anderen en aandacht voor jezelf. Doorlopend dreigt er een vicieuze cirkel: door de toegenomen werkdruk neemt de zelfzorg steeds verder af. Tot het ergens knapt…

In mijn tijd als medisch specialist gebruikte ik het werk ook om mezelf te verdoven. Ik was een workaholic, die zijn eigen pijn verdoofde door alle aandacht aan mijn patiënten te geven. En pas toen ik maandenlang gedwongen thuis kwam te zitten werd ik geleidelijk wakker.

Mensen kiezen voor een loopbaan in de zorg vanuit hun hart. Het is mensenwerk, waarin het verbinden met een medemens de belangrijkste betekenis verleent. Maar hoe verbind je als je hart op slot is gegaan, als je verdwaald bent in je hoofd? Als technologie en onpersoonlijke richtlijnen en protocollen je werkdag domineren?

Onze gezondheidszorg is in haar beste gedaante een uiting van beschaving en medemenselijkheid. En die willen we koesteren, toch?

Laat ons dan investeren in het welzijn van al die werkers in de zorg. Want als het hen goed gaat kunnen ze het meest betekenen voor al die mensen die een beroep op hun professionele vaardigheden doen.

‘Verbeter de wereld en begin bij jezelf’ is een slogan uit een ver verleden, die we misschien eens van nieuw elan moeten voorzien. In plaats van geaccrediteerde nascholingen die slechts gericht zijn op het vergroten van kennis zouden we moeten faciliteren dat al die (para)medici eens met zichzelf aan de slag gaan. Hun motieven onderzoeken, en de praktische verschillen analyseren tussen hun dromen en hun daden.

In de afgelopen jaren organiseerden we een aantal retraites voor zorgprofessionals, die steeds dezelfde evaluatie opleverden: doordat ik mezelf beter heb leren kennen, en ik niet langer terugdeins voor mijn eigen oud zeer, ben ik ook in mijn werk veranderd. Ik kan mijn rol beter relativeren en durf ook mezelf meer te laten zien aan de mensen die ik probeer te helpen. Een chirurg voegde er nog iets belangrijks aan toe: ‘het kost me niet alleen minder moeite, het werk, het lijkt ook sneller te gaan. Nu ik mijn intuïtie meer durf te volgen kom ik eerder bij de kern waar het in het contact met patiënten om draait’.

Het is nog niet meer dan een mening, maar misschien kunnen we hier eens wat wetenschappelijk onderzoek aan wijden. Een zorgprofessional die zichzelf durft te zijn is beter in het werk.

p.s. meer hierover is te lezen in mijn pas verschenen boek ‘Gevoelige zielen

 

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!