Mijn eerste suïcide

Bram is vaste columnist voor gezondheidsplatform ‘Meer over medisch’. Hieronder zijn column

Als jonge psychiater-in-opleiding was ik al gefascineerd door mensen die spelen met de gedachte om hun leven te beëindigen. Als je er beroepsmatig mee in aanraking kwam werd het aangeduid als suïcidaliteit. Daar zat de veronderstelling achter dat deze overweging een uiting zou kunnen zijn van een psychiatrisch ziektebeeld. En dat is ook zo: iemand die aan een psychose lijdt kan onder invloed van stemmen zichzelf ombrengen. Het gebeurt gelukkig niet heel frequent, maar vaak genoeg om als psychiater de mogelijkheid altijd in het achterhoofd te hebben.

Ik was overtuigd dat een geslaagde behandeling bij iedereen met een doodswens zou leiden tot de uitkomst dat het leven toch voldoende te bieden heeft. Waarom? Omdat ik me domweg niet kon voorstellen dat je niet wilt leven. ‘Er uit stappen is abnormaal’, zo simpel redeneerde ik. En een geslaagde poging tot zelfdoding is dan een mislukte behandeling…

‘Loden last’

Met journalist Bram Hulzebos, die zijn vader op deze manier verloor, schreef ik een boek over nabestaanden, Loden last, waarin bovenstaande opvatting impliciet aan de basis stond. Het boek vind ik onverminderd de moeite waard, ook omdat het tijdloos is, maar ben ik het nog met mezelf eens?

De mogelijkheid dat iemand die zichzelf het leven heeft benomen aan een psychiatrische stoornis leed is zeer reëel. Maar niemand kan betrouwbaar inschatten hoe vaak dat zo is, omdat degenen die het zouden kunnen uitleggen er niet meer zijn.

Verliezer

De eerste patiënt die ik verloor doordat hij zichzelf doodde, komt nog regelmatig in mijn gedachten voorbij. Ik heb nog steeds geen helder beeld van wat er nu precies bij hem speelde. Hij leed enorm, en dat hij dat ondraaglijk vond kan ik eerlijk gezegd wel begrijpen. Ik weet ook niet welke behandeling hem had kunnen redden. De psychiatrie had geen passend antwoord voor zijn existentiële worsteling, en ik voelde me als representant daarvan een verliezer (niet toevallig staat er ‘verloor’, een paar regels hoger). Wat me van hem is bijgebleven zijn geen psychiatrische symptomen, maar zijn gevoeligheid, intelligentie en creativiteit. En ook een goed gevoel voor humor, vooral ‘sick jokes’. In de loop der jaren is hij in mijn herinnering minder ziek geworden.

Twijfelen

Door mijn beroep had ik weinig aandacht voor de mensen die niet psychisch ziek zijn, en toch niet verder willen leven. Ik ben inmiddels overtuigd dat er best veel van dit soort mensen zijn, en vraag me af of ze in de gezondheidszorg iets te zoeken hebben. Euthanasie is een zeer humane oplossing voor mensen die objectief aantoonbaar ongeneeslijk ziek zijn. Euthanasie bij psychisch lijden suggereert dat er sprake is van ziekte, en daar ga ik steeds meer aan twijfelen.

En dan, om het helemaal ingewikkeld te maken, zijn er de mensen die wel een psychische stoornis hebben, maar waarbij de doodswens die speelt daar toch geen deel vanuit maakt. Daar hebben we geen antwoord op, in ieder geval ik niet.

Het onderwerp is nog even fascinerend als dertig jaar geleden, maar mijn kennis erover is niet gegroeid. Mijn onzekerheid wel, door al die onbeantwoordbare vragen…

 

Gedachten aan zelfdoding kunnen komen door ingrijpende gebeurtenissen in het leven. Probeer erover te praten. Zoek hulp via uw huisarts. Bel 112 bij direct gevaar.U kunt ook (dag en nacht) de hulpdienst bellen: 113 of 0800-0113 (gratis). Of chatten via www.113.nl.

 

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.

 

 

De publieke psychiater

Ook psychiaters zijn alles behalve immuun voor streling van hun ego. En zeker niet als dat in de kern nogal kwetsbaar is.

Onlangs stond in De Volkskrant een uitgebreid interview met psychiater Esther van Fenema. Ze ging daarin gedetailleerd in op haar persoonlijke achtergronden en drijfveren. Het verhaal riep veel op, ook bij ondergetekende. Op sociale media was er veel afkeuring, vooral omdat iemand met zo’n complex levensverhaal geen goede psychiater zou kunnen zijn.

Dit is mij zelf ook meermaals overkomen: iets persoonlijks wordt direct gekoppeld aan professionele competenties.
Psychiater Menno Oosterhoff kreeg (terecht) veel lof toen hij in zijn boek Vals alarm schreef dat hij niet alleen gespecialiseerd is in de dwangstoornis, maar er zelf ook last van heeft. Maar toen hij later ergens deelde dat hij vond dat hij te veel alcohol dronk en daar professionele hulp voor ging inroepen was afkeuring zijn deel.

‘Als je niet tegen kritiek kunt houd je er toch mee op?’ is de meest gehoorde reactie die psychiaters krijgen die moeite hebben met de oordelen waar ze aan bloot komen te staan als ze zich roeren in het publieke domein. Dat de criticasters zich steeds minder lijken te realiseren dat ook psychiaters mensen met gevoelens en emoties zijn krijgt weinig aandacht. Dat een cabaretier je in een ‘kwaliteitskrant’ diagnosticeert als narcist en in een moeite door verklaart dat je een verbod moet krijgen om je beroep nog uit te oefenen moet je vooral niet kwetsen. Het is toch gewoon grappig?

“Ik heb nog nooit een psychiater ontmoet die géén inhoudelijke boodschap wilde vertellen.”

Ik ken veel van de psychiaters die wel eens in de publiciteit komen. Het zijn heel verschillende mensen, maar wat ze delen is een passie voor hun vak. En ze vinden het belangrijk dat er aandacht is voor dat vak. Ze vinden media niet vervelend of afschrikwekkend en omgekeerd vinden redacteuren van nieuwsprogramma’s of kranten een goed verteld verhaal interessant.

Natuurlijk treed je niet in de openbaarheid als je het alleen maar nuttig vindt. Zeker in het begin is het vleiend om op radio of tv iets te mogen vertellen. Zoals bijna iedereen die op een bepaald moment media-aandacht krijgt zal herkennen: je voelt je gezien, belangrijk, serieus genomen. Ook psychiaters zijn alles behalve immuun voor streling van hun ego. En zeker niet als dat in de kern nogal kwetsbaar is…

Maar er is iets belangrijkers dan de persoon van de psychiater die zich in het publieke domein manifesteert: de boodschap. En omdat die boodschap vaak complex is en/of moeilijk wordt begrepen is juist daar te weinig aandacht voor. Dan blijkt het gemakkelijker om commentaar te leveren op de foto’s bij een artikel of de bloemetjesblouse die iemand draagt. Ik heb nog nooit een psychiater ontmoet die géén inhoudelijke boodschap wilde vertellen. Die de feiten geweld aandeed om zich als mens aantrekkelijker te profileren. Collega’s die zich in het openbaar denigrerend uitlaten over mensen met een psychische stoornis: ik ken ze niet.

Hoe verschillend we als mens ook zijn, we willen als psychiater iets kwijt over ons vak, omdat we dat belangrijk vinden. Op talloze manieren kan beargumenteerd worden dat psychische problemen nog altijd niet de aandacht krijgen die ze verdienen. Tot het moment dat er eerst en vooral inhoudelijk wordt gereageerd op psychiaters in het publieke debat moet kritiek op hun persoon vooral maar worden beschouwd als teken dat onze samenleving zich nog altijd niet goed raad weet met mensen met een psychiatrische stoornis.

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

De moeilijkste patiënt

Bram is vaste columnist voor gezondheidsplatform ‘Meer over medisch’. Hieronder zijn column

De anekdote van de loodgieter die thuis een lekkende kraan heeft, kennen we allemaal. Zo heeft menige professional soms moeite om de dingen die bij het werk horen ook op zichzelf toe te passen, in de privésituatie.

Psychiaters zijn mentaal niet de meest stabiele beroepsgroep weten we, hoe goed ze ook zijn in hun werk. Ze helpen hun patiënten orde op zaken te stellen in het leven, maar zelf maken ze er vaak een potje van.

Psychiaters die ten prooi vallen aan een serieuze psychiatrische stoornis laten zich daar lang niet altijd goed bij helpen. Uit schaamte bijvoorbeeld, of omdat ze de medicatie die ze hun patiënten wel adviseren zelf niet willen gebruiken. De wachtlijst van de GGZ vinden ze ook niet acceptabel voor zichzelf.

Alcoholprobleem

De moeilijkste patiënt die ik tijdens vele jaren werken in de verslavingszorg tegenkwam was een collega met een ernstig alcoholprobleem. De man (middelbare leeftijd) dronk zichzelf bij vlagen letterlijk bewusteloos, en dat dagen achter elkaar. Dan stopte het een of twee weken, waarin er geen druppel werd gedronken, en dan begon het weer.

Steeds meer, met toenemende schade. Hij was inmiddels langdurig arbeidsongeschikt (maar had de bedrijfsarts wijsgemaakt dat het ‘slechts’ een burnout was…), de contacten met kinderen, familie en vrienden waren zwaar beschadigd of zelfs geheel verbroken. En hij had verontrustende lichamelijke klachten: leverfunctiestoornissen, neurologische verschijnselen en cognitieve problemen (met name het geheugen).

AA-meetings

Als hij even nuchter was spraken we af. Ik haalde alles uit de kast: opname regelen, gesprekken met familie organiseren, medicatie voorschrijven, bemiddelen met werkgever, bezoek aan AA-meetings.

Hij begreep alles, maar accepteerde niets. Bleef maar klagen over alles wat fout was gegaan in zijn leven en gebruikte dit als excuus om weer een fles wijn open te trekken. Zelfbeklag gaat vaak vooraf aan een terugval. De verjaardag van zijn ex, meer dan tien jaar na de scheiding, was al voldoende om alleen te gaan zitten zuipen.

“Psychiaters zijn mentaal niet de meest stabiele beroepsgroep weten we, hoe goed ze ook zijn in hun werk. Ze helpen hun patiënten orde op zaken te stellen in het leven, maar zelf maken ze er vaak een potje van.”

Toen hij onder invloed in de auto stapte en een aanrijding veroorzaakte (met enkel blikschade gelukkig) heb ik de ‘behandeling’ beëindigd. Als iemand weigert om te doen wat nodig is, en het ontbreekt aan juridische mogelijkheden om hem of haar te dwingen houdt het op. En ik heb het maanden geprobeerd, een van de meest frustrerende patiënten uit mijn professionele loopbaan.

Ik hoop dat hij nog leeft… En zich binnenkort aanmeldt voor een opname…

 

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.

 

 

‘‘Soms veroorzaakt een psychische stoornis meer lijden bij geliefden en vrienden dan bij de patiënt zelf’’

– BB

Lees meer

‘‘De moeilijkste patiënt die ik in de verslavingszorg heb ontmoet was een psychiater met een alcoholprobleem’’

– BB

Lees meer

Wim Kieft: drank en dwangstoornis

Onder bijna iedere verslaving liggen vaak nog andere psychische problemen verborgen, zoals depressie of angstklachten

Over ‘Kieft’, een mega-bestseller van een aantal jaren terug, was ik persoonlijk niet zo enthousiast. Noem het beroepsdeformatie, maar het gevoel dat de hoofdpersoon nog niet klaar was met zijn verslaving hinderde me. Ik denk dat veel lezers dat ook voelden, en dat daarin de belangrijkste verklaring ligt voor alle vragen aan schrijver Michel van Egmond over de gesteldheid van Wim Kieft. ‘Hoe is het nu met hem?’ impliceerde bezorgdheid. Twijfel ook aan de duurzaamheid van de vooruitgang die in het boek beschreven werd. Geen cocaïne meer, maar wel witte wijn?

Pas nu las ik het vorig jaar verschenen vervolg, De Terugkeer, en dat boek beviel me veel meer. De hoofdpersoon ontkent zijn alcoholprobleem een paar jaar verder niet meer, maar gaat er voor staan. Hij maakt het invoelbaar voor de lezer dat een klein slokje wijn drinken echt levensgevaarlijk kan zijn.

Wat het boek echt meerwaarde geeft is de dwangstoornis die Kieft ook nog blijkt te hebben als hij geheel gestopt is met gebruik van alcohol. Onder bijna iedere verslaving liggen vaak nog andere psychische problemen verborgen, zoals depressie of angstklachten.

De nuchtere Wim Kieft lijdt aan dwanghandelingen. Hij heeft een ‘obsessive compulsive disorder’ ofwel OCD. En ontdekt dit eigenlijk bij toeval, door een ontmoeting met psychiater Menno Oosterhoff. Oosterhoff is een expert op het terrein van de dwangstoornis én hij heeft het zelf ook (en hij dronk een tijdlang ook teveel…). Kieft leest ‘Vals alarm’, het boek van de psychiater en herkent zichzelf.

En: zoekt professionele hulp.

Iedere professional in de verslavingszorg zou ‘De Terugkeer’ moeten lezen en het aanbevelen bij iedereen die hij/zij probeert te helpen. Het is een tijdloos boek over een complexe ziekte…

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Comorbiditeit

Bram is vaste columnist voor gezondheidsplatform ‘Meer over medisch’. Hieronder zijn column

Het is één van de lelijkste medische termen die ik ken: comorbiditeit. En onder leken is het begrip ook weinig bekend. Vooral in de psychiatrie is het veelgebruikt jargon, dat vaak wordt ingezet om aan te geven dat men een patiënt ingewikkeld of lastig vindt.

De neutrale omschrijving is dat iemand tegelijkertijd twee of meer aandoeningen heeft. De aandoeningen kunnen geheel onafhankelijk van elkaar ontstaan zijn, zoals een gebroken been bij iemand met diabetes. Tegelijkertijd kan het wel relevant zijn: diabetes kan de wondgenezing na een operatie aan het gebroken been compliceren, met bijvoorbeeld een nare infectie als gevolg.

Complexer

In de psychiatrie bestaan heel vaak meerdere stoornissen tegelijk bij dezelfde persoon. En de comorbiditeit is hier vaak veel complexer dan in bovengenoemde voorbeeld, omdat er meestal wel een verband is tussen de aandoeningen die worden onderscheiden. Mensen met een angststoornis zijn vaak ook depressief bijvoorbeeld. En als je langdurig somber bent is de kans op een alcoholprobleem duidelijk verhoogd.

Het belangrijkste argument om meerdere diagnosen te stellen is de veronderstelling dat dit gevolgen heeft voor de behandeling: je moet bij een verwarde verslaafde de verslaving aanpakken, maar ook de verwardheid.

“De ene mens met een depressie is de andere niet, net zoals depressies van elkaar kunnen verschillen.”

In de praktijk is het vaak allemaal niet zo strikt gescheiden, en gelukkig maar: stoppen met gebruik van alcohol heeft regelmatig een stemmingsverbetering tot gevolg. Dus om vanwege somberheid ook maar direct antidepressiva voor te schrijven is misschien wel een beetje teveel van het goede.

Gewetensvraag

De psychiatrie zou zich eens de gewetensvraag mogen stellen of al dat gegoochel met ‘comorbiditeit’ niet vaak een poging is om te ontkennen dat iedereen nu eenmaal anders is. De ene mens met een depressie is de andere niet, net zoals depressies van elkaar kunnen verschillen. Het gebruik van de term ‘comorbiditeit’ is veel te vaak een schijnbeweging van professionals die moeite hebben met hun beroepsmatige beperkingen.

Als professionals moeten we eerlijk en transparant zijn: onze behandelingen schieten (helaas) regelmatig tekort, zonder dat dit aan de patiënten ligt. Dus weg met comorbiditeit als smoes voor een teleurstellende uitkomst van behandeling…

 

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.

 

 

IronMan #100

Corona-maatregelen voorbehouden sta ik over 100 dagen aan de start van de triathlon in Nice. ‘De hele’ zeiden wij vroeger, nu heet het IronMan.

De deelnemers moeten 3,8 km zwemmen,180 km fietsen en een marathon (42 km) lopen.

Gekkenwerk inderdaad, en ik ben zo’n gek. Ik houd van ultra, alles voorbij de marathon.

Ik houd van ambitieuze doelen, die een lange aanloop vragen. En ik ben al even bezig: naast het hardlopen dat ik altijd al doei, zit ik veel op de racefiets. Zwemmen moet nog beginnen….

Volgende week loop ik een marathon, als training.

In’Ultra’ lees je meer over mijn beweegredenen.

 

Ultra Bram Bakker

 

 

‘‘Dit geloof je toch niet? Een bedrijfsarts die mijn patiënt vertelt dat hij weer aan het werk moet, ‘omdat verslaving geen ziekte is’’’

– BB

Lees meer

Vrije artsenkeuze: een voorrecht

Bram is vaste columnist voor gezondheidsplatform ‘Meer over medisch’. Hieronder zijn column

Met grote regelmaat worden we de afgelopen jaren geconfronteerd met pogingen van politici om de vrije artsenkeuze in te perken, of zelfs helemaal af te schaffen.

Aan goede inhoudelijke argumenten daarvoor ontbreekt het volledig.

Iedere dokter die over de vereiste papieren beschikt is in principe geschikt om patiënten te behandelen. Er zijn strikte eisen met betrekking tot opleiding, na- en bijscholing, en als er de verdenking is van fouten of ernstige nalatigheid kan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ingrijpen. Ontevreden patiënten kunnen ook een klacht indienen bij een medisch tuchtcollege. En op sociale media word je tegenwoordig snel aan de publieke schandpaal genageld als je een fout maakt als arts. Het is een beroep dat onder een vergrootglas ligt, en gezien de kwetsbaarheid van zieke mensen is dat ook begrijpelijk.

Controle

De reden dat ministers en andere bewindslieden het al jarenlang proberen, is steeds dezelfde: controle. Samen met de zorgverzekeraars wil men de vergoeding van medische verrichtingen beperken tot dat deel van de beroepsgroep dat een contract heeft met een zorgverzekeraar. ‘Ongecontracteerde zorg’ moet worden uitgebannen. Waarom? Controle, vooral over de centjes die worden gespendeerd.

“Het beroep van arts ligt onder een vergrootglas, en gezien de kwetsbaarheid van zieke mensen is dat ook begrijpelijk.”

Zijn er bewijzen dat artsen die geen contract met een zorgverzekeraar hebben kwalitatief minder goed werk leveren? Natuurlijk niet. Om zeer uiteenlopende redenen werkt een deel van de dokters zonder contracten met zorgverzekeraars. En waarom zou de politiek ze daartoe willen verplichten? Er speelt vermoedelijk een schimmige relatie met machtige zorgverzekeraars op de achtergrond…

Rijkdom

Als je gelooft dat marktwerking in de zorg voordelen biedt, dan is het eerste en grootste argument daarvoor dat je als patiënt zelf mag kiezen aan wie je de zorg over jouw gezondheid toevertrouwt. Als arts moet je iedere keer opnieuw bewijzen dat je dat vertrouwen waard bent, als consument in de zorg is het rijkdom om bij iedere aandoening steeds opnieuw te kunnen kiezen welke gezondheidszorgprofessional je consulteert.

Als een dokter werknemer is van een zorginstelling die contracten heeft met zorgverzekeraars betekent dat trouwens ook nog lang niet dat hij of zij een topper is binnen de beroepsgroep…

Tot in lengte der dagen moeten we proberen te voorkomen dat de vrije artsenkeuze ons wordt ontnomen, omdat geen enkel individu er bij is gebaat. Machtspolitiek op onpersoonlijk niveau past niet in de gezondheidszorg, waar een goede match tussen dokter en patiënt een belangrijke voorspeller van een succesvolle behandeling is. En de kans op die spreekwoordelijke ‘klik’ is een stuk groter als je in vrijheid voor elkaar kunt kiezen…

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.

 

 

‘‘In de verslavingszorg krijgen we nu eerste aanmeldingen van mensen die zijn teruggevallen tijdens corona-lockdown’’

– BB

Lees meer

Terug naar normaal

Nog steeds rent de westerse mens zichzelf in 2020 totaal voorbij.

Dat wat tegenwoordig als een cursus ‘mindfulness voor mannen van middelbare leeftijd’ verkocht wordt, heette vroeger ‘vissen’.

De reden om je er aan te wagen is onveranderd: het hoofd tot rust brengen.

Het verschil is dat ‘mindfulness’ een modieus (en vaak prijzig) product is, terwijl ‘vissen’ een stoffig bejaardemannenimago heeft voor veel mensen.

“Veel mensen weten steeds minder goed hoe ze een beetje gezond moeten leven. Ze zien door de bomen het bos niet meer.”

Mindfulness is een van de vele leefstijlproducten die ons, de naïeve consument, steeds meer worden aangeboden. Je hoort het de ondernemers tegen elkaar zeggen: ‘Het is een geweldige groeimarkt, die leefstijl, eentje die de komende jaren ook niet verzadigd zal raken.’

‘Vissen’ was nooit een leefstijlproduct, en gelukkig ook maar.

De laatste gekkigheid is de overspannen aandacht voor ademhaling. Altijd zinvol om bij jezelf stil te staan bij de manier waarop je ademt en te bedenken wat dat over je zegt, maar revolutionaire nieuwe inzichten zijn er echt niet: we ademen al eeuwenlang op dezelfde manier, en om het nu ineens als ‘hip’ in de markt te zetten…

Ruim tien jaar geleden schreven Koen de Jong en ik ‘Verademing’, omdat we ademhaling ondergewaardeerd vonden. Het boek is nog steeds verkrijgbaar, er hangt geen groots verdienmodel achter, en het belangrijkste: het is nog precies even actueel als toen het verscheen. We zijn onderhand trots dat het nooit in de mode is geraakt, terwijl lezers het wel waarderen.

Het zijn slechts voorbeelden, maar ze demonstreren wel goed waar het momenteel mis gaat: veel mensen weten steeds minder goed hoe ze een beetje gezond moeten leven. Ze zien door de bomen het bos niet meer. Ze spenderen kapitalen om tot rust te komen en hun stress kwijt te raken. Ze kopen peperduur exotisch voedsel, omdat ze hebben gehoord dat het goed voor ze is. Een avondmaal met groente, aardappels en vlees is niet zonder risico’s, hebben sommigen zich wijs laten maken.

Vanuit economisch perspectief is alle bovenstaande begrijpelijk, maar is het ook noodzakelijk, of zelfs onvermijdelijk?

Nog steeds rent de westerse mens zichzelf in 2020 totaal voorbij. Verontrustend, en de oorzaak van veel ellende op allerlei terreinen van het leven. De oplossing is simpel, en helemaal geen product: we moeten weer een beetje normaal gaan doen, ons gewoon weer gaan gedragen als de beestjes die we zijn.

Daar bestaat alleen geen cursus voor. De handleiding zit verstopt in jezelf, en daar moet je dus gaan zoeken. Niet in reclamefolders.

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Fietsweek in de Alpen

Fietsweek in de Alpen

Een fietsweek in de Alpen is één van de fijnste vormen van vakantie die ik ken.

“Je traint het lichaam, maar ontspant het hoofd.”

Precies het tegenovergestelde van veel werkweken thuis. De batterij weer lekker opgeladen, met ook nog eens fijn gezelschap, lekker eten, mooi weer, een prachtige omgeving en een goed boek (‘De nieuwe fiets’ van Dirk Jan Roeleven).

Hoe rijk kun je zijn?

fietsen in Frankrijk

 

Kip of ei?

Bram is vaste columnist voor gezondheidsplatform ‘Meer over medisch’. Hieronder zijn column

Een van de meest zieke patiënten die ik ooit heb gehad leed aan een ernstige psychose, jarenlang. Hij had bizarre wanen, hij hallucineerde alsof hij midden in een zware LSD-trip zat, hoorde doorlopend stemmen en maakte vrijwel continu onnavolgbare bewegingen en gebaren. Het was verschrikkelijk, ik kon het bijna niet aanzien. Hij had ongeveer alle symptomen van ‘klassieke’ schizofrenie, zoals ik die ooit in mijn opleiding leerde. Nu wordt het een ‘schizofreniespectrumstoornis’ genoemd, of ‘psychosegevoeligheid’, maar aan de conclusie dat de man een ernstige hersenziekte had zullen weinigen durven twijfelen.

Jaren voordat hij zo ziek werd verbleef hij een aantal malen in een verslavingskliniek, vanwege een zeer ernstige verslaving aan diverse drugs. Dat heet nu een ‘stoornis in het gebruik van middelen’. Cocaïne, speed, cannabis, GHB, partydrugs: hij gebruikte alles door elkaar en in grote hoeveelheden. Ook dit drugsprobleem kunnen we beschouwen als een ernstige ziekte.

Moeder

Zowel de man zelf, voor zover daartoe in staat, als zijn familie vroegen zich af wat het verband was tussen de psychose en de verslaving. Het werd in ieder geval niet betwijfeld dat er een verband was. Ook zocht men een deel van de verklaring in het traumatische verlies van zijn moeder, toen hij nog jong was.

Zelf betwijfel ik het verband: de psychose kan door de drugs veroorzaakt zijn, of tenminste deels, maar bij een drugspsychose gaat het meestal voorbij op het moment dat de middelen zijn uitgewerkt. En dat was hier zeker niet aan de hand: hij bleef psychotisch tot lang na zijn laatste drugsgebruik.

Het omgekeerde is evengoed mogelijk: zijn drugsgebruik kan te maken hebben gehad met een psychosegevoeligheid die hij al had. Niet zelden gebruiken psychotische mensen drugs als een vorm van zelfmedicatie (die meestal niet helpt).

“Jaren geleden was er een sterke neiging om ieder psychisch probleem eerst en vooral als een hersenziekte te labelen. Dat is gelukkig wat minder geworden.”

En dan hebben we nog het trauma, waar je alle kanten mee uit kunt: het kan aanleiding zijn tot drugsgebruik, het kan resulteren in psychose, en allebei is ook mogelijk. Maar de meeste mensen die trauma’s hebben moeten meemaken worden nooit zulke complexe psychiatrische patiënten als deze man, dus aanleg speelt ook nog een moeilijk definieerbare rol…

Neiging

De cruciale vraag die in bovenstaande casus naar voren komt is die naar de causaliteit: wat is kip, en wat is ei? Daar kunnen wij psychiaters eindeloos over discussiëren, zonder dat er een expert bestaat die met doorslaggevende argumenten komt.

Jaren geleden was er een sterke neiging om ieder psychisch probleem eerst en vooral als een hersenziekte te labelen. Dat is gelukkig wat minder geworden. Want gestoord gedrag kan evengoed voorafgaan aan veranderingen in het brein. Kip of ei dus. Maakt het iets uit voor ons werk? Hopelijk niet. We moeten proberen iedere patiënt zo goed mogelijk te behandelen, ook al hebben we soms geen idee waar de klachten vandaan komen.

Foto: Pixabay

 

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.

 

 

OERsterk podcast bij Richard de Leth

OERsterk podcast bij Richard de Leth

Bram gaat in gesprek met Richard de Leth over psychiatrie, de gezondheidszorg, verslaving en … nog veel meer.

“Dokters zitten altijd op de klachten, en nooit op de krachten.”

In deze podcast vertelt Bram over:

  • de psychiatrie die niet de waardering krijgt die het verdient
  • psychiatrische aandoeningen die vaak het gevolg zijn van een ongebalanceerde leefstijl of een verkeerde verhouding tussen wat je wil en wat je kan
  • de koers van de geneeskunde richting specialisatie waardoor het totaalbeeld verloren is gegaan
  • de nauwe verbinding tussen het brein en het lichaam
  • waarom dokters zich veel meer op de kracht van de mens in plaats van de klacht van de mens zouden moeten richten
  • zijn visie op de collectieve angst rondom het coronavirus
  • negatief nieuws dat beter verkoopt dan goed nieuws (en waarom genuanceerde verhalen te weinig in de krant komen)
  • waarom gevoel veel belangrijker is dan het verstand (en invloed heeft op een prognose)
  • dat je veel meer in je lijf dan in je hoofd moet zitten
  • zelfdestructie wat in ieder mens huist (dus we gaan ten onder aan ons evolutionaire succes)
  • beter kauwen waardoor je minder eet
  • de koppeling tussen ademhaling en ons mentale welzijn
  • hoe we ons vergeleken met andere zoogdieren heel raar gedragen
  • de belangrijke taak van ouders en het onderwijssysteem
  • het belang van het trainen van niet-cognitieve vaardigheden in het onderwijs (zoals je gevoel uiten)
  • verslavingen als vlucht om lastige emoties niet te hoeven voelen
  • psychiatrische obducties zodat er minder zelfmoorden worden gepleegd
  • het omarmen van fouten (wat bij het menszijn hoort) richting een gelukkiger leven
  • hardlopen als manier om uit je hoofd te gaan (en in zijn geval geen psychiatrische diagnose te krijgen)
  • waarom hij niet wordt geraadpleegd bij het veranderen van het gezondheidslandschap (wat hem ook een beetje steekt)
  • het belang van het volgen van je passie
  • iets dat goed bedacht maar slecht gevoeld is (ook in de politiek)
  • een belangrijke weeffout in de huidige geneeskunde (focus op nazorg in plaats van op preventie)
  • meer focus op psychologische vaardigheden en voelen in de geneeskunde
  • waarom een arts niet meer dan 36 uur per week zou moeten werken
  • hoe hij in 2018 zelf patiënt werd (en schrok van zijn behandelaars)
  • vertrouwen in elkaar dat de basis van gezamenlijk functioneren moet zijn
  • de New York Marathon die hij naast Lance Armstrong liep
  • mindset en zijn doel voor zijn 100ste verjaardag

 

 

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!