Ook psychiaters zijn alles behalve immuun voor streling van hun ego. En zeker niet als dat in de kern nogal kwetsbaar is.

Onlangs stond in De Volkskrant een uitgebreid interview met psychiater Esther van Fenema. Ze ging daarin gedetailleerd in op haar persoonlijke achtergronden en drijfveren. Het verhaal riep veel op, ook bij ondergetekende. Op sociale media was er veel afkeuring, vooral omdat iemand met zo’n complex levensverhaal geen goede psychiater zou kunnen zijn.

Dit is mij zelf ook meermaals overkomen: iets persoonlijks wordt direct gekoppeld aan professionele competenties.
Psychiater Menno Oosterhoff kreeg (terecht) veel lof toen hij in zijn boek Vals alarm schreef dat hij niet alleen gespecialiseerd is in de dwangstoornis, maar er zelf ook last van heeft. Maar toen hij later ergens deelde dat hij vond dat hij te veel alcohol dronk en daar professionele hulp voor ging inroepen was afkeuring zijn deel.

‘Als je niet tegen kritiek kunt houd je er toch mee op?’ is de meest gehoorde reactie die psychiaters krijgen die moeite hebben met de oordelen waar ze aan bloot komen te staan als ze zich roeren in het publieke domein. Dat de criticasters zich steeds minder lijken te realiseren dat ook psychiaters mensen met gevoelens en emoties zijn krijgt weinig aandacht. Dat een cabaretier je in een ‘kwaliteitskrant’ diagnosticeert als narcist en in een moeite door verklaart dat je een verbod moet krijgen om je beroep nog uit te oefenen moet je vooral niet kwetsen. Het is toch gewoon grappig?

“Ik heb nog nooit een psychiater ontmoet die géén inhoudelijke boodschap wilde vertellen.”

Ik ken veel van de psychiaters die wel eens in de publiciteit komen. Het zijn heel verschillende mensen, maar wat ze delen is een passie voor hun vak. En ze vinden het belangrijk dat er aandacht is voor dat vak. Ze vinden media niet vervelend of afschrikwekkend en omgekeerd vinden redacteuren van nieuwsprogramma’s of kranten een goed verteld verhaal interessant.

Natuurlijk treed je niet in de openbaarheid als je het alleen maar nuttig vindt. Zeker in het begin is het vleiend om op radio of tv iets te mogen vertellen. Zoals bijna iedereen die op een bepaald moment media-aandacht krijgt zal herkennen: je voelt je gezien, belangrijk, serieus genomen. Ook psychiaters zijn alles behalve immuun voor streling van hun ego. En zeker niet als dat in de kern nogal kwetsbaar is…

Maar er is iets belangrijkers dan de persoon van de psychiater die zich in het publieke domein manifesteert: de boodschap. En omdat die boodschap vaak complex is en/of moeilijk wordt begrepen is juist daar te weinig aandacht voor. Dan blijkt het gemakkelijker om commentaar te leveren op de foto’s bij een artikel of de bloemetjesblouse die iemand draagt. Ik heb nog nooit een psychiater ontmoet die géén inhoudelijke boodschap wilde vertellen. Die de feiten geweld aandeed om zich als mens aantrekkelijker te profileren. Collega’s die zich in het openbaar denigrerend uitlaten over mensen met een psychische stoornis: ik ken ze niet.

Hoe verschillend we als mens ook zijn, we willen als psychiater iets kwijt over ons vak, omdat we dat belangrijk vinden. Op talloze manieren kan beargumenteerd worden dat psychische problemen nog altijd niet de aandacht krijgen die ze verdienen. Tot het moment dat er eerst en vooral inhoudelijk wordt gereageerd op psychiaters in het publieke debat moet kritiek op hun persoon vooral maar worden beschouwd als teken dat onze samenleving zich nog altijd niet goed raad weet met mensen met een psychiatrische stoornis.

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!