‘Oud zeer! Wat moet je er mee?’

Bram werd geïnterviewd door Dineke van Kooten over onder andere zijn net verschenen boek ‘Oud zeer.’

Hieronder een verslag

Psychiater Bram Bakker sprak op donderdagavond 17 november 2022 in de Hillegondakerk te Rotterdam met Dineke van Kooten over het leven van Bram Bakker zelf, dat weergegeven is in zijn net uitgekomen boek ‘Oud zeer’.

‘Alleen de liefde tot het eigen, diep verwonde zelf, geeft een mens de mogelijkheid zich op te richten.’

Alleen al deze quote van Jan Foudraine (‘Bunkerbouwers, ontmoetingen met afgeslotenen’, 1997) op het boek van Bram Bakker gaf al genoeg stof voor een interessant gesprek! Bram Bakker (1963) is ex-psychiater, publicist en spreker. Hij is ook auteur van diverse (interessante) boeken. Hij liet zich door Dineke tot op het bot bevragen!

Oud zeer – wie kent het niet? Vaak willen we er niet over praten! Wat geweest is, is geweest!, hopen we. Maar wat geweest is, zijn de bouwstenen van vandaag. Want het vormt onze overtuigingen en aannames over onszelf.  Bram Bakker zegt in een interview:

“Maar dankzij levenslange therapie en ouder worden kan ik inmiddels met enige mildheid naar mezelf kijken.”

Bram Bakker zegt ook: “Relatietherapie is de meest onbenutte behandelvorm in Nederland. () Veel mensen kunnen bijvoorbeeld hun relatie redden door in therapie te gaan’

Over OUD ZEER en de invloed daarvan op relaties gaan we het hebben in Podium VanKooten. Het werd een openhartig gesprek.

 

Trots

Trots

In 2003 publiceerde ik mijn eerste publieksboek ‘Te gek om los te lopen.’

Het boek was een hit, en in korte tijd werd ik van een gewone dokter een soort media-hype. Daar knapte ik niet van op. Mijn leven veranderde behoorlijk. Ik liet me bijna wijsmaken dat ik interessant en bijzonder was, en dat maakt je nooit een leuker mens.

Bekendheid en media-aandacht zijn paracetamol voor mensen die zich als kind ongezien hebben gevoeld.

Er was een feestje toen, bij de lancering van het boek. Iedereen die er in die tijd voor mij toe deed was er, familie, vrienden en directe collega’s.

Dichter Rogi Wieg, die me had geïntroduceerd bij mijn eerste uitgever, hield een eervolle en humoristische toespraak, zoals alleen hij dat kon. Ik voelde me wel een beetje ongemakkelijk bij alle lof die me die avond ten deel viel, en ik was vooral bezig om alle aardige woorden in mijn hoofd een beetje te relativeren. Ik geloofde stiekem ook niet alles, achterdocht naar loftuitingen heeft me altijd vergezeld.

Een vriend vroeg mijn moeder, die naast me stond: ‘U zult zeker wel trots zijn op uw zoon nu, mevrouw Bakker?’ Mijn moeder, voelbaar ongemakkelijk, mompelde iets als ‘Ik ben niet zo van de trots’… Het sneed pijnlijk door me heen, ik kan het gevoel twintig jaar later nog moeiteloos terughalen.

Kleine Bram hoorde zijn moeder verklaren dat ze niet trots op hem was. Zelfs toen niet. En dat wilde dat ventje zo graag, en nog steeds natuurlijk. Voor een compliment van mijn ouders (waar was jij, papa?) had ik, ook op dat moment nog, de vleiende teksten van alle andere mensen ingeleverd. En dan ben je bijna veertig jaar…

Hoe kun je trots op jezelf worden als je ouders het niet zijn? Of niet durven te zeggen?

Mijn hele leven solliciteerde ik naar complimentjes bij iedereen in mijn omgeving. Om te compenseren voor dat gemis van vroeger natuurlijk. Het duurde overigens heel lang tot ik dat begon te begrijpen. En ik een tikje minder uitsloverig werd, in ruil voor aandacht.

Ik ging de laatste jaren wat minder mijn best doen, verdragen dat niet iedereen mij een leuke jongen hoeft te vinden (met dank aan de therapiemevrouw).

En wat gebeurt er nu, in mijn zestigste levensjaar?

Ik krijg meer complimenten dan ik ooit gehad heb voor mijn meest persoonlijke boek tot nu toe. In ‘Oud zeer’ heb ik al mijn ongemak op tafel gelegd, en ineens voel ik me gezien. Voor wat ik echt ben. Het voelt nog steeds wel onwennig, maar ik geniet ook volop van de enthousiaste en vaak ontroerende reacties die lezers van het boek me ongevraagd toesturen. Ze hoeven dat niet te doen, dus ik moet ze wel echt iets hebben gegeven…

Mijn ouders zijn uit mijn leven vertrokken, en dat is nog iedere dag pijnlijk, maar ik durf nu hardop te zeggen dat ik trots ben op mezelf. In mijn lijflied ‘De wedstrijd’ zingt Bram Vermeulen: ‘Het is een wedstrijd, die je niet winnen kan.’

Voor het eerst twijfel ik daar een beetje aan…

 

Buikpijn

Buikpijn

Het begon als een sportblessure: ik trainde me helemaal suf voor een marathon, omdat ik mezelf weer eens had wijsgemaakt dat een marathon in 3.20 uur toch nog wel zou moeten kunnen lukken.

Wekenlang had ik pijn, net onder mijn navel, tijdens het rennen. Daarvoor en daarna niet, ‘dus’ negeerde ik het gevoel. ‘No pain, no gain’ tenslotte.

Toen was het er ook tussen de trainingen door, met name in de nacht, als ik me omdraaide. Ik werd er zelfs wakker van. Ik ging minder trainen, verving hardlopen door sportschool, en startte de marathon met een preventieve cocktail van veel Aspirine en Ibuprofen. Zonder effect: na 22 kilometer werd het me te gortig, en stapte ik uit. Best tevreden was ik, dat ik dat durfde (het stemmetje zei: toch zonde van die forse mep startgeld!).

We zijn zeven weken verder, en ik heb nog nooit in mijn leven zo lang niet hardgelopen. En nog steeds buikpijn. Maar: het lijkt wel alsof het niets meer met dat rennen te maken heeft.

De sportarts die me heeft onderzocht (ik ga niet passief afwachten of het overgaat natuurlijk) zegt dat de aanhechting van mijn buikspieren aan de voorkant van mijn bekken is ontstoken. Ook te zien op de ECHO. De röntgenfoto van het bekken liet een beetje versleten heup zien (‘passend bij de leeftijd’), verder niets.

Mijn buikpijn is een eigen leven gaan leiden. Ik heb ook nog spreekwoordelijke buikpijn, door de ernstig verstoorde relatie met mijn ouders. En ik weet werkelijk niet meer wat ik nu voel in mijn buik, de laatste weken. Soms probeer ik mezelf wijs te maken dat het met het drinken van te veel zwarte koffie heeft te maken. Onzin natuurlijk, een slap smoesje.

Ik word er ’s nachts niet meer wakker van, dat is vooruitgang. Maar als ik me niet goed voel heb ik er meer last van. Vooral als ik me onaardig bejegend voel lijkt het erger te worden. Alles wat naar afkeuring riekt komt rechtstreeks binnen in het gevoelige gebied onder mijn navel. Ik heb het er liever niet over, daarmee riskeer ik het oordeel ‘aansteller’.

Begrijpen (’beet grijpen’) kan ik het niet. Ik ken de pijn aan mijn hart bij een verbroken liefdesrelatie. Niet fijn, maar je weet: het slijt, en het zakt. Daar heb ik helaas ervaring in opgebouwd. Mijn hartenpijn verlaat na een tijd het lichaam via mijn buik, als een storm die een eindje verderop luwt.

Mijn pijnlijke buik is een groot vraagteken: een blessure en een kwetsuur, het resultaat van overbelasting en ook de plek waar ik ben getroffen door een ingrijpende gebeurtenis (‘we verbreken het contact met je, Bram’). Het lijkt bijna alsof ik moet kiezen tussen een medische aandoening en een veelzeggende boodschap van mijn systeem. Combineren lukt me niet, ik ben doorlopend in verwarring over wat zich in die onderbuik precies afspeelt.

Misschien komt acute pijn hier samen met ‘oud zeer’?

Ik ga toch voorzichtig maar weer beginnen met rennen, en gerichte oefeningen doen (borst-buik-bekken) in de sportschool. Misschien dat mijn ouders dan ineens ook weer van zich laten horen…

 

Boek binnen, nu nog even opsturen …

Boek binnen, nu nog even opsturen …

Het boek is binnen!

De officiële verschijningsdatum van ‘Oud zeer’ schuift naar 8 nov door tegenslagen bij de drukker. Nu beginnen met bijna 2000 (!) boeken verzenden😬 een helse klus.

Ik doe mijn best, maar niet iedereen heeft het boek al in het weekeinde. Sorry lieve mensen!

 

 

 

Webinar over trauma

Webinar over trauma

Bram en Robert Bridgeman in gesprek over trauma, transformatie, therapie en de verschillen tussen de ‘reguliere’ en ‘alternatieve’ werelden. 

Je kan hier het gesprek terugkijken.

 

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!