De vrije artsenkeuze bestaat nu al niet meer

In de politiek wordt momenteel onderhandeld over het al dan niet schrappen van artikel 13 van de zorgverzekeringswet. Hierin is vastgelegd dat zorgverzekeraars de verplichting hebben om voldoende zorg in te kopen voor hun verzekerden (de zgn. zorgplicht) en dat men zorg die is verleend door niet-gecontracteerde aanbieders moet vergoeden.

De zorgverzekeraars mogen op basis van dit artikel een lagere vergoeding dan 100 procent geven, als een verzekerde naar een niet-gecontracteerde aanbieder gaat. De vergoeding mag echter niet zo laag zijn dat het voor de verzekerden een hinderpaal is om naar een niet-gecontracteerde zorgaanbieder te gaan.

Minister Schippers en een substantieel deel van de Tweede Kamer willen het hinderpaalcriterium nu gaan schrappen. In de praktijk zal dat betekenen dat de zorgverzekeraar nog veel meer macht krijgt, doordat hij kan besluiten welke dokter (of andere zorgverlener) er wel of geen contract krijgt. Populair gezegd betekent dit min of meer het einde van de vrije artsenkeuze, als het allemaal doorgaat. Tenzij verzekerden massaal besluiten tot aanschaf van een zogenaamde restitutiepremie, die wel een stuk duurder is, maar nog wel keuzevrijheid biedt.

De meeste Nederlanders weten het verschil niet tussen een natura-polis en een restitutie-polis, en getrouw aan de aard van ons land zullen ze derhalve kiezen voor de goedkoopste variant. Dat dit verschraling van het zorgaanbod met zich mee gaat brengen zijn ze zich niet bewust, en het is hen ook niet te verwijten. Maar ondertussen gebeurt het wel. Ik werk in een kleine, gespecialiseerde GGZ-instelling, die te klein is om in aanmerking te komen voor zorgcontracten. We mogen niet eens met zorgverzekeraars praten over ons aanbod, omdat we te weinig omzet draaien. We hebben alle certificaten, op www.zorgkaart.nl scoren we ruim boven de acht, maar alles moet bij ons op restitutie-basis.

Met enige regelmaat behandelen we ook jongeren, tussen 12 en 18 jaar, en omdat de jeugd-GGZ volgend jaar naar de gemeente wordt overgeheveld bedachten we om daar te solliciteren naar wat budget voor behandeling van deze doelgroep. Van de gemeente Amsterdam ontvingen we onlangs bericht: men gaat alleen zorg inkopen bij de partijen die nu al een contract hebben met een zorgverzekeraar…

Op deze manier verdwijnt alle specifieke kwaliteit uit de zorg, is concurrentie op inhoud niet meer mogelijk en is massaproductie de alles bepalende factor. Voor de jeugdigen in de gemeente Amsterdam is met dit besluit de vrije artsenkeuze ook al min of meer verleden tijd. Want als je nu al zou weten dat je jouw kind in 2015 wilt laten helpen volgens een bepaalde methode of bij een gespecialiseerde instelling, dan moet je nu ook al bedenken dat je aan het einde van het jaar een ander soort ziektekostenverzekering moet gaan afsluiten. Dat zullen weinigen doen, omdat mensen er van tevoren nu eenmaal niet van uitgaan dat ze een bepaalde aandoening zullen gaan krijgen. En mede doordat er vanuit de bevolking weinig verzet komt kan dit rampzalige plan straks waarschijnlijk vrij moeiteloos tot wet worden gebombardeerd.

Lees de column en de reacties in Joop.

 

‘Depressief? Slik geen pillen, maar ren je depressie weg’

Bepaalde antidepressiva’s (SSRI’s) kunnen leiden tot blijvende seksuele stoornissen en niemand weet of ze echt helpen, schrijven Bram Bakker, Martijn van Winkelhof en Maaike de Vries. ‘Voor vier van de vijf patiënten is running-therapie (hardlopen) een veel beter alternatief.’

opiniestuk in de Volkskrant

De Volkskrant berichtte op de voorpagina van 11 maart over een serieuze, maar nog weinig bekende seksuele bijwerking van bepaalde antidepressiva (SSRI’s): blijvende seksuele stoornissen. Hoeveel mensen er precies lijden aan wat ‘Post SSRI Sexual Dysfunction’ wordt genoemd, is onbekend. Maar het zijn er waarschijnlijk heel veel meer dan de meeste artsen voor mogelijk houden. Zorgwekkend, als je weet dat bijna een miljoen Nederlanders antidepressiva gebruiken en het grootste deel van hen SSRI’s.

Deze grote groep is ontstaan als gevolg van een veel te lage drempel om dit soort middelen voor te schrijven. En dat terwijl er een goedkoop en veilig alternatief is dat veel beter kan worden ingezet. Naar onze overtuiging zou runningtherapie dé interventie van eerste keus moeten worden bij depressies. Een neveneffect hiervan is een verbetering van het seksleven…

Antidepressiva zijn op dit moment misschien wel de meest controversiële groep medicijnen. Niemand weet hoe ze exact werken. Wanneer ze onmisbaar zijn is niet precies duidelijk, en hun exacte bijdrage aan het herstel van depressies is ook niet helder.

Wereldwijd gepromoot

Wat we wel weten is dat deze middelen jarenlang en wereldwijd zijn gepromoot, ondersteund met marketingbudgetten van tientallen miljoenen euro’s. En nu ze vrijwel allemaal uit patent zijn, wordt steeds duidelijker wat de schaduwzijden van deze middelen zijn. Ook wordt steeds vaker gerapporteerd dat mensen agressief kunnen worden door gebruik van SSRI’s. En er zijn aanwijzingen dat het suïciderisico soms toeneemt, bijvoorbeeld bij jongeren.

“Bijna een miljoen Nederlanders gebruiken antidepressiva en het grootste deel van hen SSRI’s. Deze grote groep is ontstaan als gevolg van een veel te lage drempel om dit soort middelen voor te schrijven.”

Farmaceutisch gefinancierde onderzoeken zijn gericht op het aantonen van positieve therapeutische effecten. Bijwerkingen en langetermijngevolgen zijn bijzaak en bovendien moeilijk te onderzoeken in registratiestudies. Deze praktijk heeft tot gevolg dat serieuze en soms onomkeerbare bijwerkingen pas vele jaren later, te laat dus, worden gesignaleerd. Ondertussen worden kosteneffectieve en doeltreffende niet-farmaceutische alternatieven maar zeer beperkt serieus genomen door het medisch establishment.

Geen farmaceutisch bedrijf heeft ooit een euro onderzoeksgeld besteed aan runningtherapie. Er zijn nauwelijks budgetten voor onderzoek hiervan, laat staan marketing. Daardoor blijft een alleszins aantrekkelijke behandeling voor een heel groot deel onbenut en laten we substantiële medische en economische kansen liggen.

Last van antidepressiva

Natuurlijk zijn antidepressiva voor een deel van de patiëntenpopulatie van grote betekenis en soms zelfs levensreddend. Maar een aanzienlijk deel van de gebruikers heeft er alleen maar last van. Antidepressiva bestrijden in het gunstigste geval de depressieve klachten, maar lossen de oorzaak van de ziekte niet op.

“Kosteneffectieve en doeltreffende niet-farmaceutische alternatieven worden maar zeer beperkt serieus genomen door het medisch establishment”

Runningtherapie is een opkomende vorm van aerobe training en wordt in Nederland steeds meer gegeven door runningtherapeuten met een achtergrond in de gezondheidszorg. Het heeft even geduurd, maar sinds 2010 is runningtherapie als ‘steunende en structurerende interventie’ opgenomen in de Multidisciplinaire richtlijn Depressie en de NHG-standaard Depressie.

Volgens de 10 procent publiek gefinancierde onderzoeken is runningtherapie een zeer effectieve behandeling bij een veelheid van psychische aandoeningen. Om hardlopen als middel effectief in te kunnen zetten, wordt gebruikgemaakt van objectief meetbare prestatieverbeteringen, zoals het verlengen van de trainingsduur of het langer kunnen verblijven binnen een vooraf opgegeven hartslagzone.

Wij pleiten ervoor om runningtherapie te verheffen tot interventie van eerste keus bij lichte tot matige depressies, oftewel 80 procent van het totaal. Het is een laagdrempelige interventie, die vrijwel bij iedere patiënt toepasbaar is en bovendien uiterst kosteneffectief doordat het in groepsverband kan worden aangeboden. Absolute contra-indicaties zijn er eigenlijk niet: hoe slecht de conditie ook is, gedoseerde opbouw is vrijwel altijd mogelijk.

Demedicaliseringsbeleid

Runningtherapie past precies in het demedicaliseringbeleid van de minister van Volksgezondheid. Dit beleid juichen wij toe: eerst een verandering in de leefwijze nastreven, daarna eventueel naar een medisch loket. Als de beroepsgroep een kansrijke en kostenefficiënte behandeling ongebruikt laat liggen, dan vragen wij de minister van Volksgezondheid dit af te dwingen.

Bram Bakker is psychiater, Martijn van Winkelhof is fiscalist en Maaike de Vries is chef zorg bij de Argumentenfabriek. En, de auteurs zijn hardlopers.

Zie hier het artikel bij de Volkskrant.

 

Over naar Uitgeverij Lucht

Eerder dit jaar vertrokken Koen de Jong en Bram Bakker met hun titels bij uitgeverij Paradigma.

En ze startten samen met hun vroegere uitgever Maarten Carbo (alias de boekenfluisteraar) Uitgeverij Lucht. Inmiddels maakt ook Marieke Verhoeven deel uit van deze jonge, ambitieuze club die zich vooral zal toeleggen op hoogwaardige non-fictie over gezondheid in de breedste zin van het woord.

De bestseller “Verademing” (Koen de Jong en Bram Bakker) is nu een titel van Uitgeverij Lucht, net als “Sporten voor beginners” (ook Koen en Bram), “Zucht” (Meindert Inderwisch en Bram Bakker) en “Ik, de wielrenner” (Aart Vierhouten en Koen de Jong).

De eerste nieuwe titel is er ook al: “Ik, hardloper” van Stans van der Poel en Koen. En er komt veel meer moois aan…

Zie:  www.uitgeverijlucht.nlUitgeverij Lucht

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!