Wat een heftige reacties weer over die Ritalin… #ADHD is een uitvinding mensen, niet zoiets als een longontsteking of hartinfarct
– BB

Lees meer
We hebben een goede coach, maar vooral veel geluk

We hebben een goede coach, maar vooral veel geluk

Dat we zo maar de wereldtitel kunnen pakken heeft meer met geluk te maken dan we ons realiseren. En dat is ook helemaal niet erg

Na een koude start begint de Oranjekoorts in het land geleidelijk alarmerende temperaturen te bereiken. Steeds meer mensen zijn overtuigd van onze kansen op een wereldtitel, vooral op grond van de resultaten. En onze fantastische coach natuurlijk. Dat is allemaal leuk en aardig, maar getuigt niet van een erg objectief beoordelingsvermogen. Onder emotionele omstandigheden is ons geheugen ook nogal selectief. Want wie herinnert zich de volgende ‘details’ nog?
In de kwartfinale van het WK 2010 won Nederland met 2-1 van Brazilië, na een ruststand van 0-1. Als het bij rust 0-4 was geweest, zou dat de krachtsverhoudingen in de eerste helft beter hebben weerspiegeld. Maar de Brazilianen verzuimden vaker te scoren, en Nederland kwam na de pauze miraculeus terug en ging door naar de halve finale. Dat we het tot de finale schopten was dus voor een belangrijk deel het gevolg van geluk in de kwartfinale.

Bij het Europees Kampioenschap van 2012 was een ten opzichte van 2010 grotendeels ongewijzigd team na drie nederlagen in de poule onderwerp van heftige kritiek. Dat we de eerste wedstrijd, tegen Denemarken, eigenlijk hadden behoren te winnen gezien het spelbeeld, weten de meeste mensen al niet meer. Als dat wel was gebeurd had het toernooi vermoedelijk een heel ander verloop gehad voor ons land en zou er veel minder gekankerd zijn over de toenmalige bondscoach en de matige sfeer in de spelersgroep. Om te winnen heb je soms geluk nodig, en dat hadden we duidelijk niet in dat toernooi.

Net als in 2010 was er ook tijdens dit WK een moment dat gelukkig voor ons uitpakte en daarmee veel invloed had op het glorieuze verloop tot nu toe: in de eerste wedstrijd, tegen Spanje, kreeg Silva vlak voor rust een uitgelezen kans de Spaanse 1-0 voorsprong te verdubbelen. Cillissen pakte zijn lob en even later scoorde Van Persie totaal onverwacht 1-1 met zijn inmiddels wereldberoemde zweefduik. Iedere voetballiefhebber met realiteitszin geeft toe dat we een 0-2 achterstand waarschijnlijk niet te boven zouden zijn gekomen. In ieder geval was het geen geflatteerde monsterscore geworden zoals nu geschiedde. Spanje ging op ongeveer dezelfde manier af als het Nederlandse team twee jaar eerder op het EK, met de nodige pech dus.

Van Gaal levert het best denkbare werk, daarover twijfelt niemand, maar zonder geluk wordt ook hij geen wereldkampioen met dit team. Dat het ondanks de laaggespannen verwachtingen vooraf nu toch ineens nog zou kunnen gebeuren dat we de wereldtitel pakken heeft meer met geluk te maken dan we ons realiseren. Dat is ook helemaal niet erg, want precies de onvoorspelbaarheid maakt voetbal tot zo’n leuke sport. We willen niet dat gok-chinezen de uitslag manipuleren, maar we pikken het evenmin als de ploeg die op papier het sterkst is ook alle wedstrijden wint.

“De bal is rond” en dat moeten we vooral zo houden. Het is nog steeds niet erg waarschijnlijk, maar toch: we zouden met nog wat geluk zomaar wereldkampioen kunnen worden…

Lees de column inclusief reacties in Joop.

Geen finish en geen smoes

Het is me niet gelukt, finishen in de IronMan. Het is niet moeilijk om allerlei smoezen te verzinnen, maar het belangrijkste is toch dat ik me domweg niet goed heb voorbereid.

Zwemmen ging goed, fietsen ook, maar toen had ik domweg geen inhoud meer.

Was niet vooruit te branden en besloot na de halve marathon te stoppen, omdat ik geen zin had nog 21 kilometer te wandelen naar de finish. Het is duidelijk dat een IronMan meer vereist dan wat ik heb gedaan…

Veel belangrijker is dat het Wouter Duinisveld wel is gelukt om de streep te halen. In loodzware omstandigheden: ongeveer 30 graden en heel benauwd is het hem toch gelukt de meet te halen.

Proficiat Wouter, je bent een reus!

 

Triatlon Frankfurt is overal

Triatlon Frankfurt is overal

Terwijl Nederland zich bezig houdt met voetbal is in Frankfurt overal de triatlon zichtbaar en voelbaar.

Het wordt een mega-happening, met 3000 deelnemers en honderdduizenden toeschouwers. Als simpele herintreder word ik er wel een beetje nerveus van. Ik heb maar een gewone fiets en ben nog niet half zo afgetraind als al die mannen die hier met hun strak geschoren benen door de stad rennen of fietsen. Het lijkt alsof ze allemaal nog aan het trainen zijn voor morgen.

De organisatie is extreem strak, met 4300 vrijwilligers die precies weten wat hun taak is. IronMan rules…

Mijn fietsje staat nu 16 km verderop te wachten en daar zijn ook mijn fietskleren al. De hardloopoutfit ligt in een vrachtwagen die naar het tweede wisselpunt gaat.

En voorlopig ga ik gewoon lekker voetbal kijken, ook om 22 uur nog. Met Fimme Bakker en drie anderen. Dat ik om 5 uur op moet is geen reden om in bed te gaan liggen en daar geen oog dicht te doen. Een twee biertjes op de goede afloop vergun ik mezelf ook. Hup Holland Hup!

 

Triatlon waarom?

Waarom gaat een marathonloper van 50 ineens deelnemen aan een hele triatlon?

Dat komt door Wouter Duinisveld, die dit avontuur is aangegaan met een donorhart. En omdat het boek daarover (geschreven door Marcia Jansen) in oktober bij onze uitgeverij Lucht zal verschijnen riep ik in een overmoedige bui, een paar maanden geleden: “ik doe ook mee!”

Zondag gebeurt het: 3,8 km zwemmen, 180 km fietsen en dan nog een marathon lopen (42,195 km).

Ben ik er klaar voor? Eigenlijk niet: veel te weinig gezwommen, pas een paar maanden bezig met een nieuwe racefiets en door deze twee sporten veel minder gelopen dan normaal…

Maar we hebben er zin in! Ik hoop in de buurt van Wouter te zijn als hij finisht, in ieder geval zal zijn trainer Guido Vroemen hem bijstaan…

Morgen vertrek ik naar Ironman Frankfurt ‪#‎zinin‬

 

Veel burn-out klachten vlak voor de vakantie

Ik ga op vakantie en ik neem mee… een burn-out!

Na een jaar hard werken is iedereen toe aan vakantie. Eindelijk lekker ontspannen. Maar dat de opgestapelde stress zich vaak vlak voor of tijdens de vakantie ontwikkelt tot burn-out, weten veel mensen niet.

Verslaggeefster Mischa Blok gaat op pad naar Schiphol met psychiater Bram Bakker. Hoe herken je burn-outsymptomen en wat kan je doen om het te voorkomen? En wat zijn de meest voorkomende stresspunten voor de vakantie?

Luister hier het interview met Bram terug.

 

 

We hebben een goede coach, maar vooral veel geluk

Vertrouwen in de zorg wankelt

Dat zorg in principe iets tussen twee mensen is, wordt door beleidsmakers genegeerd.

Veel politici, economen en beleidsmakers denken dat de stijgende kosten het grootste probleem vormen in de gezondheidszorg. Dat is een flinke misvatting. Natuurlijk is het belangrijk hoeveel geld we uitgeven, maar er schuilt een veel fundamenteler probleem onder de crisis waarin de zorg verkeert. Het ontbreekt aan vertrouwen. Kijk maar eens naar enkele actuele gebeurtenissen.

De afgelopen weken verschenen er uiteenlopende berichten over de Nederlandse Zorgautoriteit, NZa, met als grootste gemene deler: deze instelling, die als waakhond van de zorg zou moeten optreden, disfunctioneert ernstig. De top liet zich fêteren door farmaceutische bedrijven en partijen die ze opdrachten verstrekt, een sjoemelend ziekenhuis kreeg een boete als schikking, waar strafrechtelijk onderzoek meer op zijn plaats was geweest en met de bescherming van onze privacy is het droevig gesteld. Dat laatste bleek uit een lijvig rapport van een klokkenluider, die zichzelf vlak na voltooiing het leven benam. Wat heb je meer nodig om vast te stellen dat er bij die NZa iets grondig mis is? De top trad uiteindelijk af, maar liet wel weten “afstand te nemen van de in de media gedane aantijgingen.”

Wat een misplaatste arrogantie, dat laatste. Hoe kun je hier afstand van nemen? Er komen serieuze feiten aan het licht en daar haal je dan je neus voor op? Op deze manier verliezen mensen alle vertrouwen in hun overheid, maar de machthebbers doen of hun neus bloedt.

Nog maar een ander recent voorbeeld: niet alleen de voorzitter van de raad van bestuur van het VUmc kreeg bij zijn gedwongen vertrek een forse gouden handdruk mee, ook een ‘gewoon’ bestuurslid blijkt met enkele tonnen zakgeld te zijn vertrokken naar een nieuwe bestuursfunctie in de top van de zorg. Voor geval u het vergeten bent: deze mensen waren verantwoordelijk voor het plaatsen van televisiecamera’s op de spoedeisende hulp, waar patiënten werden gefilmd die van niets wisten. Een academisch ziekenhuis dat wil scoren met een entertainment-programma, over de rug van hulpbehoevende mensen, hoe verzin je het? Waarom parkeren bij het VUmc de clientèle een kapitaal kost is nu wel duidelijk, de financiering van het vertrek van de top moet ergens vandaan komen toch?

Dat de bevolking haar vertrouwen kwijtraakt in de manier waarop in Nederland de zorg wordt aangestuurd is toch niet meer verrassend? Dat de politici van de middenpartijen ook nog eens zonder noemenswaardige bezwaren akkoord zijn gegaan met het afschaffen van de vrije artsenkeuze maakt het alleen maar erger. Je bent als individu met een gezondheidsprobleem overgeleverd aan duistere krachten.

Dat zorg in principe iets tussen twee mensen is, een zorgvrager en een hulpverlener, is in het beleid inmiddels lang verleden tijd. Dat die behoefte nog steeds leeft, zowel bij de patiënt als de behandelaar, wordt genegeerd. Dit zal leiden tot steeds meer wantrouwen, en een verdere tweedeling in de maatschappij. Zij die het zich kunnen veroorloven gaan wel zelf betalen, de mensen zonder geld raken steeds meer in het gedrang. Omdat de grote partijen dit laten gebeuren zal de versnippering in het politieke bestel verder toenemen. Er liggen enorme kansen voor een politieke partij die komt met een programma waarin herstel van vertrouwen in de zorg het centrale element is. Vertrouwen is niet duur, gebrek aan vertrouwen kost kapitalen.

Lees de column en de reacties in Joop.

 

We worden geen kampioen

Even voor alle duidelijkheid: ik ben een grote fan van Oranje en hoop van harte dat ze wereldkampioen worden, onze jongens.

Als het lukt, spring ik in de gracht, dat deed ik in 1988 ook. Ik wil het maar even gezegd hebben, alvorens hooligans me na het lezen van dit stukje gaan bestoken met hatemail.

Het is namelijk jammer, maar helaas: we worden geen kampioen. Het blijft voorlopig bij die ene titel in 1988.

Het optimisme dat vele landgenoten momenteel in de greep heeft, en dat enkel zal toenemen als we de poulefase gemakkelijk overleven, is namelijk niet realistisch. Wel aanstekelijk, maar niet op feiten gebaseerd. Je hoort er opvallend weinig meer over dat we twee jaar geleden twee fantastische poulewedstrijden speelden op het Europees kampioenschap, alvorens er roemloos uit te worden geknikkerd, ver voor de prijzen werden verdeeld. De poulefase zegt dus nog helemaal niets, het toernooi begint pas echt na twee weken.

Als je de poule doorkomt en daarmee de laatste zestien haalt, heb je nog altijd minder dan zeven procent kans om uiteindelijk met de wereldtitel aan de haal te gaan. Dat is echt niet veel hoor. Vijftig procent kans in iedere knock-out wedstrijd, dat klinkt nog aardig, maar op die manier vier keer achter elkaar winnen… Ga maar eens kop of munt gooien met een euro, net zo lang tot je vier keer achter elkaar kop of vier keer achter elkaar munt hebt gehaald. Dat kan echt een tijdje duren.

Alle aanwijzingen dat ons land niet zo kansrijk is als we graag zouden willen, worden door de mensen die volledig overtuigd zijn van een Nederlandse eindoverwinning genegeerd. Dat we alle oefenwedstrijden ruim hebben gewonnen bewijst voor de onverbeterlijke optimist dat we kansrijk zijn. Dat er heel knullige tegendoelpunten werden geïncasseerd wordt voor het gemak vergeten. En dat de meeste WK-tegenstanders beter zullen verdedigen dan Hongarije realiseren we ons ook niet voldoende.

In de psychologie wordt dit cognitieve dissonantiereductie genoemd: alle feiten die strijdig zijn met de eigen overtuiging worden genegeerd of weg geredeneerd.

Het is, ook tot mijn grote verdriet, een objectief aantoonbaar feit dat onze verdediging niet goed genoeg is om wereldkampioen te worden. Dat Bayern München met een matige verdediging toch de finale van de Champions League haalde is echt geen goed argument om te claimen dat we die wereldtitel wel even gaan pakken. Het verkleint in ieder geval niet de kans dat Messi, Rooney of Ronaldo straks Mathijsen of Van Bronckhorst genadeloos voorbij rent en Oranje naar huis stuurt. Bovendien: de verdedigers van Bayern München zijn waarschijnlijk nog altijd een stuk beter dan de Nederlandse, anders hadden Van der Wiel, Heitinga, Mathijsen en Van Bronckhorst wel bij een club gespeeld die het ver schopte in die Champions League. Nu kwam Mathijsen met HSV nog wel in de halve finale van de Europa League, maar de andere drie spelers die vermoedelijk in de basis staan als verdediger deden helemaal niet mee aan Europees voetbal of kwamen niet erg ver.

Je kunt hele verhandelingen houden over ‘De Grote Vier’, maar een ketting is zo sterk als de zwakste schakel. En een blessure van Robben is dan wel een flinke domper op de feestvreugde voor veel mensen, aan de objectieve kansen van Nederland verandert het niet zo veel. Van Marwijk is volgens mij een heel goede trainer, en de stemming in de ploeg lijkt beter dan ooit, maar verdedigers van wereldklasse hebben we niet. Als we de kwartfinales halen hebben we naar behoren gepresteerd, is mijn opvatting. Nu maar hopen dat het voetbal weer met alle wetten der logica gaat spotten. Ooit werd tenslotte een Deense campingploeg die op het laatste moment mocht invallen zomaar kampioen. Hoop doet leven.

Artikel gepubliceerd in het Algemeen Dagblad, 12 juni 2010

Gekkenwerk

Gekkenwerk

Een nieuwe bundel columns van de meest kritische en uitgesproken psychiater van Nederland.

Kun je leven met een seriemoordenaar zonder dat je iets van zijn gruweldaden merkt? Is het van belang dat iedereen weet dat René van der Gijp aan een psychiatrische stoornis leed? En hoe staat je relatie ervoor als je Vijftig tinten grijs nodig hebt om je seksleven te reanimeren? Bram Bakker geeft het antwoord.

 

Bestel het boek direct bij Bol.com

[bol_product_links block_id=”bol_57e1340d9441e_selected-products” products=”9200000023013490″ name=”Gekkenwerk” sub_id=”” link_color=”444444″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”FBA747″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”EFEFEF” width=”250″ cols=”1″ show_bol_logo=”undefined” show_price=”1″ show_rating=”0″ show_deliverytime=”0″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]

 

Bram Bakker redeneert oprecht en met passie. De patiënt die een betrokken psychiater zoekt, is bij Bakker zonder meer aan het goeie adres.
– DE VOLKSKRANT

Hij typeert mode-kwalen en geeft een uitstekend beeld van de discussie over moderne antidepressieve medicijnen en de moderne anti-psychotica.
– NRC HANDELSBLAD

Bijsluitertekst

Nog altijd zijn er dokters die hun patiënten adviseren om maar niet de hele bijsluiter te lezen van het medicijn dat ze diezelfde patiënt voorschrijven.

“Daar wordt u maar zenuwachtig van, en de meeste bijwerkingen in de bijsluiter zijn zeer zeldzaam” is dan ongeveer de argumentatie.

Vooral bij antidepressiva is dit verleidelijk: het soort klachten waarvoor artsen deze middelen inzetten, verbetert meestal niet door een lange opsomming van alle mogelijke ellende die met gebruik van het antidepressivum gepaard kan gaan. De patiënt twijfelt vaak al over van alles en nog wat, en een beetje doortastende dokter kan men dan wel gebruiken. En dus beperken veel artsen zich tot algemene opmerkingen in de trant van: “U moet wel even aan het middel wennen, de eerste weken voelt u zich waarschijnlijk nog niet beter, maar dat zegt niets. Probeer vooral even door te zetten.” Als er wel expliciete bijwerkingen worden genoemd gaat het meestal om hinderlijke, maar ongevaarlijke neveneffecten als misselijkheid, hoofdpijn, veranderde slaap of overmatig transpireren. Dat je er op lange termijn flink van kan aankomen in gewicht, en dat het vrijen vaak niet of nauwelijks meer gaat, wordt zelden vermeld.

Net als alle serieuze medicijnen hebben antidepressiva ook zeldzame, maar ernstige bijwerkingen. En de aandacht daarvoor was bij de meeste dokters tot voor kort zeer gering. De mogelijkheid dat antidepressiva soms agressie, variërend van ernstige zelfbeschadiging tot zelfs moord en doodslag, kunnen veroorzaken was zelfs bij veel artsen niet bekend. Met name in de eerste weken van de behandeling, de instelfase, kan zich dit voordoen. Hoe vaak het voorkomt is niet duidelijk, betrouwbare cijfers zijn niet voorhanden.

Naar aanleiding van een mogelijke rol van antidepressiva bij een familiedrama en een gruwelijke moordzaak, besloot het consumentenprogramma Radar een enquête op het internet te zetten en er een uitzending aan te wijden.

Er werd meer dan 11.000 keer een enquête ingevuld, en op grond van de uitkomsten mag je veronderstellen dat het aantal mensen dat averechts op een antidepressivum reageert veel groter is dan tot nu toe verondersteld.

Het gaat dan eerst en vooral om de al genoemde instelfase, hoewel ook het afbouwen soms problemen veroorzaakt. Agressie in het verkeer en de neiging zichzelf te pletter te rijden werd opvallend vaak gerapporteerd, net als explosief gedrag in combinatie met alcohol. Toen ik de verhalen las die mensen hadden ingestuurd, vroeg ik me bijvoorbeeld af hoeveel verkeersdoden direct of indirect zijn toe te schrijven aan gebruik van antidepressiva. Het exacte antwoord weet niemand, maar het lijkt wel de moeite waard het nader te onderzoeken als minister Eurelings nog minder verkeersdoden wil. En wat mij betreft wordt iedere patiënt die begint met antidepressiva ontraden om in de eerste weken alcohol te gebruiken. Af en toe een glaasje wijn als het weer goed gaat kan misschien, maar liever geen risico’s in de aanloopfase.

Een collega noemde de uitzending van Radar in een ander televisieprogramma tendentieus, maar de meeste mensen die het programma zagen noemen het vooral verontrustend. Het goede nieuws is dat er voor artsen vele manieren zijn om mogelijke excessen te voorkomen: minder vaak voorschrijven, beter begeleiden als je het toch voorschrijft en expliciet waarschuwen voor de kleine, maar niet te negeren kans op ernstige bijwerkingen.

Bij een bekend antipsychoticum, clozapine, dat al tientallen jaren door psychiaters wordt gebruikt, is een kleine kans op een ernstige, potentieel dodelijke bijwerking door aantasting van de witte bloedlichaampjes. Juist door daar expliciete voorzorgsmaatregelen bij toe te passen, frequente controle van het bloed, doet deze gevreesde bijwerking zich eigenlijk niet voor. Zo zou het met antidepressiva ook moeten, om te beginnen door een ander soort bijsluiter, die iedere gebruiker beslist moet lezen.

Artikel verschenen in het Algemeen Dagblad, 6 februari 2010

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!