Het is te truttig voor woorden, maar al jaren schuif ik klusjes voor me uit, die echt eens gedaan moeten worden. Klusjes waarmee ik enkel en alleen mezelf een dienst bewijs, en niemand anders.
Opruimen, boekhouden, dat soort dingen. Het zou me goed doen, een kortere to do-lijst, maar ik ben al blij als er niet te veel bijkomt.
Ik geef moeiteloos voorrang aan andere activiteiten, die zonder uitzondering verband houden met mensen om me heen. Een belletje van iemand in nood? Ik laat alle karweitjes thuis uit mijn handen vallen en spring in de auto…
Inderdaad: hulpverlener zijn (of spelen?) is gemakkelijker dan doen wat goed voor mij persoonlijk (en niemand anders) is. En toch lukt het meestal niet.
Ik schrijf er een boek over vol (Gevoelige zielen), maar zak door mijn eigen ondergrens. ‘Practice what you preach?’ Ik probeer het, maar het lukt me al te vaak niet.
In een geweldige podcast hoorde ik het familieopsteller Elmer Hendrix weer eens uitleggen: goed voor jezelf zorgen is het allerbeste dat je aan je kinderen kunt geven. ‘Oud zeer’ is meestal ook het product van (groot)ouders die onvoldoende voor zichzelf hebben kunnen zorgen. Geen verwijt, maar een droge constatering waar geen oordeel over gegeven hoeft te worden. Wil je toekomstige generaties niet onnodig belasten? Laat ze voelen, zien en ervaren hoe serieus jij als ouder je eigen welbevinden neemt…
En dus hervat ik mijn weg naar betere zelfzorg. Dat is niet egoïstisch of narcistisch, zoals aandacht aan jezelf geven nogal eens wordt getypeerd, dat is een uiting van zelfliefde: ik ben het waard om zacht en zorgzaam naar mezelf te zijn…
Klinkt goed he? In theorie ben ik geslaagd, het praktijkexamen is nog volop gaande…
Reacties