Het is al lang één van mijn favoriete quotes: ‘Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.’

Het is een uitspraak die (ten onrechte) vaak wordt toegeschreven aan wijlen Robin Williams, de beroemde acteur die zichzelf in 2014 het leven benam. Da’s begrijpelijk, omdat het zo op deze man van toepassing was: aan de buitenkant vrolijk en succesvol, maar van binnen gekweld door demonen die hem fataal werden. Williams was hoe dan ook de man die de uitdrukking bekendheid gaf.

Zoals wel vaker wist ik niet precies waarom het me zo aansprak, het resoneerde ergens. Toen ik bij het werken aan ‘Oud zeer’ (het is nu zeker, het boek verschijnt in oktober) een stuk schreef over de gevoeligheid voor kritiek die veel emotioneel verwaarloosde mensen hebben, viel er ineens een kwartje: omdat preventie van schade altijd beter is dan herstelpogingen achteraf zouden we moeten proberen het geven van kritiek zoveel mogelijk te vermijden. Zoals altijd is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. De ganse dag wordt ons immers gevraagd om een oordeel: recenseer je aankoop, beoordeel je restaurant en laat ook nog even weten wat je van de hulpverlener vond die je bezocht… Doe daar maar eens niet aan mee.

Ik groeide op temidden van de zeer uitgesproken opinies van mijn moeder. Ze heeft het hart op de goede plaats en prikte bijvoorbeeld genadeloos door kletspraat van politici, ongeacht hun politieke partij. Van haar leerde ik oordelen, hard maar rechtvaardig. En je kunt daar een eind mee komen in deze samenleving: vanwege een helder standpunt met voldoende onderbouwing werd ik als psychiater populair bij mensen uit de media. Dag en nacht konden ze me bellen voor een vlammend betoog over misstanden in de zorg.

“Ik was goed in het hebben van een oordeel, maar: werd ik er als mens gelukkiger van? Nee natuurlijk.”

Er wordt bijna steeds, in ieder geval veel te vaak, geoordeeld vanuit het hoofd. Een aangeleerd normen- en waardenstelsel is het vertrekpunt, niet het gevoel dat iets of iemand ons bezorgt. Dat gevoel zou je ook kunnen delen zonder er goed of fout aan te koppelen.

De normen en waarden rond het hulpverlenerschap worden gestaag strenger. De bewegingsvrijheid binnen een therapeutische relatie wordt buiten de spreekkamer door allerlei instanties bepaald, terwijl een therapie juist succesvol kan zijn door het niet-oordelen van de therapeut.

Schuld en schaamte zijn de pijnlijke emoties die de meeste mensen kwellen die hulp gaan zoeken voor hun problemen. Een oordeel van de therapeut over hun verhaal bekrachtigt die gevoelens vaak. Daarom werkt cognitieve therapie soms ook averechts: een angst als irrationeel bestempelen kan resulteren in een niet-helpende overtuiging. ‘Ik mag niet bang zijn’ (maar ik ben het wel).

Alle jaren als psychiater hebben me geleerd om minder snel klaar te staan met een mening, om mijn klanten niet te veel lastig te vallen met wat ik er van vind. Dat viel niet mee, en zeker non-verbaal verklap ik nog steeds wel eens wat, maar: niet-oordelen is het beste dat je beschadigde mensen die hun verhaal komen vertellen kunt bieden.

Het kan helpend zijn om je wel uit te spreken over gebeurtenissen, bijvoorbeeld grensoverschrijdend gedrag, maar laat als therapeut een oordeel over mensen die je niet kent zoveel mogelijk achterwege.

‘Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.’

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!