De tijd vliegt: al meer dan twee jaar ben ik geen psychiater meer. En nog steeds voel ik me bevrijd door het besluit die titel er aan te geven.
Mijn boek āGevoelsarmā (2021) dat de argumenten om te stoppen en het proces van afscheid beschrijft is ook niet minder actueel ineens.
Maar: er lijkt verandering op komst, er beweegt van alles rond het mooiste vak dat ik ken. De psychiaters die ik spreek zijn anders, opener. De eigen gekkigheid lijkt minder taboe.
De zin en onzin van het āstoornis-denkenā komt publiekelijk aan de orde. Te vaak gaat het nog over de voordelen van ADHD, maar we naderen het moment dat ook depressie collectief begrepen gaat worden als iets functioneels, een vorm van zelfbescherming van ons diepste wezen. Waar nog steeds professionele zorg bij gewenst is overigens, en het is ook niet ineens minder ernstig of potentieel gevaarlijk dan.
Het lichaamswerk komt ook de reguliere psychiatrie binnen, er vindt steeds meer onderzoek plaats naar bijvoorbeeld microdosing en plantmedicijnen. Een familieopstelling is ook in de GGZ steeds minder een vies woord. En het boek āBrain energyā (zie hier meer over dit boek) van de prominente Harvard-psychiater Christopher Palmer krijgt veel aandacht. Een paar jaar terug had volgens mij nog niemand geloofd dat voeding en een ketogeen dieet als aanpak van ernstige mentale problemen serieuze aandacht zouden krijgen.
Ben ik dan toch te vroeg uitgestapt? Ik geloof het niet.
Je kunt de psychiatrie op vele manieren dienen. Werken met de zorgprofessionals of een theaterprogramma met je zoon over verslaving zijn ook uitingen van betrokkenheid bij mensen die pijn lijden door heftige emoties.
En het is toch een fijne Kerstgedachte dat niet Prozac maar liefde het antwoord is als we ons even geen raad weten met ons oude zeer?
Wees lief voor elkaar, en heb het goed. Ik houd van jullie.
Grappig wat je zegt… dat de eigen gekkigheid van psychiaters minder taboe lijkt te zijn tegenwoordig. Ik ben de dochter van een psychiater en onze buurman was een collega van hem. Beide hadden ze hun eigen gekkigheden; mijn vader had smetvrees en was tot in het extreme piet precies – en de buurman verzamelde gedragen vrouwenslipjes in een laatje van zijn bureau.
Ik denk dat veel mensen in de beroepsgroep psychiater zijn geworden om achter de oorzaak van hun eigen problemen te komen, maar vraag me af of ze daar ooit de oplossing zullen vinden.
De psychiatrie wijdt alles aan de hersencellen, maar de mens is zoveel meer! Ik ben zelf een spirituele kant op gegaan en ben van mening dat het bewustzijn niet in het brein leeft maar bestaat uit de ziel. En dat trauma’s van de ziel niet met medicatie te verhelpen zijn. Het onderdrukken van symptomen onderdrukt ook het bewustzijn, en zo kun je nooit bij de oorzaak komen.
Daarnaast weet ik uit eigen ervaring wat het effect van voeding en bewegen kan zijn op hoe je je voelt. Ik zie dat jij daar ook een voorstander van bent š
Ik kom volgende week naar jullie voorstelling kijken, ben heel benieuwd!
Hartelijke groet, Gerbrig Deinum