Mooi en eerlijk interview van vrijwilliger en ambassadeur Marloes Wesselink van Puur Schrijven met initiatiefnemer Bram Bakker van het Depressiegala.
Op ‘Blue Monday 20 januari 2020’, de meest sombere dag van het jaar, vindt de vijfde editie van het Depressiegala plaats, dit keer in Houten.
Psychiaters Esther van Fenema en Bram Bakker zijn initiatiefnemers van het Depressiegala.
Er is al veel meer openheid over depressie, we weten het nu toch wel zo’n beetje Bram?
‘Dat hoor ik heel vaak inderdaad. De waarheid is dat het nog steeds allesbehalve vanzelfsprekend is om het over je depressie te hebben. Laat staan dat depressie wordt erkend in het bedrijfsleven. De plek die het op de maatschappelijke agenda heeft, klopt niet. Wat het kost aan verzuim, daar zou veel meer aandacht voor moeten zijn.’
“Een depressie hebben en erover vertellen is gewoon nog niet fashionable. De associatie met een depressie is dat je een zwak en slap type bent. Het wordt nog steeds als een raar en moeilijk iets gezien.”
Hoe komt dit volgens jou?
‘Een depressie hebben en erover vertellen is gewoon nog niet fashionable. De associatie met een depressie is dat je een zwak en slap type bent. Het wordt nog steeds als een raar en moeilijk iets gezien. Mensen blijven er liever bij uit de buurt en zijn haast bang dat het besmettelijk is. Het is een imago-ding. Een burn-out hebben is ook niet leuk, maar bekt toch makkelijker. Een depressie is een stemmingsstoornis, bij een burn-out ben je uitgeput omdat je zo hard je best hebt gedaan. Dan vind je het leven nog wel leuk en kijk je uit naar een vakantie.’
Het thema dit jaar is werken met een depressie/ psychische gevoeligheid – welke barrières zijn er?
‘Openheid en vertellen hoe het met je gaat, zijn nog zwaar onderbelicht op het werk. Vragen als ‘ben je tevreden met je bestaan, past je werk nog in je leven?’, worden nauwelijks gesteld in functioneringsgesprekken. Bij slecht functioneren kan er van alles spelen, ja ook psychische klachten. Uit schaamte en angst durven we het vaak niet bespreekbaar te maken. Hoe reageert de ander erop? En welke consequenties kan het hebben? Door veel meer openheid kun je dit oplossen en kan er naar het talent van mensen met een psychische gevoeligheid gekeken worden.’
Welke zorgen heb jij vanuit jouw werkveld en expertise?
‘Ons imago is negatiever dan we verdienen. Een verward persoon wordt vaak geassocieerd met een psychiatrisch patiënt. Dit kan ook gewoon iemand zijn die dronken is.
Het mes snijdt in dit geval aan 2 kanten. Wanneer er zo vaak benadrukt wordt dat er een taboe op depressie heerst, bestaat er namelijk ook een mogelijkheid dat men het onderwerp niet ter sprake brengt juist omdat men denkt dat de ander dat te moeilijk of te confronterend vindt. Het taboe over depressie blijft zichzelf op deze manier misschien wel onbedoeld zelf in stand houden. Tijdens mijn depressie heb ik ervaren dat openheid juist ook hele waardevol kan zijn en kan leiden tot mooie contacten met mensen die bereid zijn naar je verhaal te luisteren. De mensen die het moeilijk vinden om over depressie te praten zijn ook vaak de mensen die het moeilijk vinden om met een persoon die een lichamelijke ernstige ziekte heeft over zijn diepere gevoelsleven rondom deze ziekte te praten. Door te blijven benadrukken dat depressie uit de taboesfeer moet komen, stigmatiseren we depressie onbedoeld als een enge ziekte voor zwakke en verwarde mensen.