Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen maandelijks over de geestelijke gezondheid. Dit is de twaalfde aflevering.

Beste Bram,

Er is zelfmoord, en er is een georganiseerd levenseinde. Wanneer het ouderen betreft hebben we het dan over het keurige “voltooid leven”.

Ik ben de laatste om te zeggen dat ik me bij een doodswens niets kan voorstellen. En ik ben enorm voor het recht op zelfbeschikking. Maar ergens hieraan voorafgaand gaat een belangrijk gesprek verloren. Een gesprek dat ons allen aangaat, omdat het alles te maken heeft met de manier waarop wij ons leven hier leven.

Je kent vast het begrip ‘blauwe zone”, Bram? Op enkele plekken in de wereld liggen gebieden die zo genoemd worden omdat ze een paar opvallende overeenkomsten vertonen. Een documentairemaker bezocht ze. Ik herinner me vooral Sardinië. De interviewer stond in een sinaasappelboomgaard, met de eigenaresse, een vrouw van in de zestig. Er werd geoogst door in de bomen te klimmen, handmatig. Ze deed dat ook nog zelf, met enkel een paar familieleden. Of ze al eens dacht aan stoppen, vroeg de interviewer. Nee, zei ze verbaasd. Wie er trouwens achter haar in de boom hing te plukken, vroeg de interviewer. Dat is mijn moeder, zei de vrouw.

Aan het eind van de middag legde iedereen het werk neer. Men kookte gezamenlijk een lekkere maaltijd met pure, lokale ingrediënten, zeker een glaasje of wat erbij. Men ging zitten, met familie, met buren, met vrienden en kletste en lachte de rest van de avond met elkaar. Opmerkelijk: wél dagelijks ruim de tijd nemen voor ontspanning, níet met pensioen willen. Wij, hier, hunkeren vaak naar pensioen….

In de blauwe zone wordt men zeer oud, men kent er geen alzheimer en dementie (in Japan hebben ze er niet eens een woord voor, het was voor de interviewer een heel karwei om uit te leggen wat het was) en ook geen depressie. Men koestert in deze gebieden geen hemelbestormende ambities. Wél iets wat de Japanners “Ikigai” noemen. Dat betekent zoiets als: iets waar je graag voor je bed uit komt.

Ikigai heeft niets te maken met grootse dromen. Het gaat over mensen die je graag ziet en fijne dingen die heel bereikbaar en eenvoudig zijn. Het is de handeling, niet het doel. Het is vast niet voor niets dat we in Nederland vaak in overlijdensadvertenties vermelden wat iemands beroep was. Ons beroep definieert ons in hoge mate. Wij zijn niet wie we zijn, maar wat we doen.

Ik ken mensen die hun werk doen met frisse tegenzin, omdat de schoorsteen moet roken. Zij leven voor hun vakanties. Als die vakantie verregent is het jaar mislukt. Ik ken ook mensen die grootse doelen najagen. Zij moeten iets enorms betekenen, of verwezenlijken. Zij hebben hier zelf voor gekozen, klopt, maar raken gek genoeg net zo gefrustreerd als de broodwerkers die ik hiervoor beschreef. Ik ken mensen die de schaapjes op het droge hebben en vervolgens alvast bij de lunch aan de chablis gaan om de leegte te verzachten. Ik ken mensen die zich hoogst ongemakkelijk voelen in deze maatschappij en zich samen terugtrekken in afgesloten gemeenschappen, om daar tussen eigen groententuin en rondhuppelende geitjes naar een andere dimensie te zoeken.

Ik weet heus wel dat ik chargeer. En ik heb een handvol leukere voorbeelden, maar te weinig. Echt. Dit zijn de keuze-paden die ik velen zie bewandelen. Dit is wie wij zijn. Geen Ikigai te bekennen. Tijd om samen te zijn met je dierbaren te zijn is er ook niet. Zeker niet dagelijks. Ja, pas als je alles hebt gegeven en leeg thuiskomt. Dat is de volgorde.

Een oudere heeft niets te zoeken in dit model. Een oudere in Nederland is minder fit dan in de blauwe zone, over het algemeen, en ook de mentale functies laten hen eerder en heviger in de steek. Dat feit alleen al zou ons een stevige wake-up call moeten geven. En als je hier dan lichamelijk en geestelijk opvallend snel veroudert -want we zouden het ook omgekeerd kunnen bekijken, vanuit de blauwe zone gezien-  wie ben je dan nog? Dan ben je “nutteloos”.

“Nutteloos” is het intens droevige woord dat ik deze ouderen, die een versneld einde wensen, vaak hoor noemen. En zo mogelijk nog erger is het, dat anderen dat een plausibel antwoord vinden, waarmee het gesprek ten einde is, precies daar waar het zou moeten beginnen. Wij brengen onze kinderen weg, en onze ouderen.

We wijden ons aan iets dat is afgedwongen, of aan iets dat we fanatiek najagen en voelen verrassend genoeg in beide gevallen op den duur leegte toeslaan. Ik hoorde iemand zeggen dat wij in sociaal opzicht een ontwikkelingsland zijn. Er wordt momenteel overwogen om “eenzaamheid” als een officieel ziektebeeld te certificeren. Dat vind ik eng. Want eenzaamheid is volgens mij een situatie, geen psychisch aangemaakt gevoel.

Ik wou dat we elkaar hier in totale “nutteloosheid” konden ontmoeten. Dan was het vast ook minder akelig om hier oud te zijn. Wat denk jij hierover, Bram?

Warme groet,
Mirjam

Ha Mirjam,

Een prachtig onderwerp, en belangrijk ook. Het stoort mij steeds vaker en steeds meer dat we van de dood een soort product maken met zijn allen. Zoals je een hotel reserveert, of een goed restaurant, zo boek je ook het levenseinde. Als moderne, intellectuele Westerling. Dat is ook gechargeerd, maar dat roept het onderwerp klaarblijkelijk op. Er wordt ook niet heel gevoelig met het levenseinde omgegaan, vind ik. Als je geen nut meer hebt, of de kwaliteit van leven voldoet niet meer aan de criteria die we daarvoor hebben aangelegd mogen we vragen om een levenseinde op eigen voorwaarden. Alsof dat de hoogste vorm van beschaving is.

De beide ouders van een van mijn liefste vrienden zijn allebei zeer dement. Ze weten nog maar heel weinig, maar ze voelen des te meer. Ze zijn sterk met elkaar verbonden, vooral non-verbaal, en als ik op bezoek kom wordt er heel veel gelachen. Als ik weer opstap ben ik net als zij vaak direct alweer vergeten waarom we hebben moeten lachen. Flauwe grappen over poep en pies en seks zijn het. De beide bejaarde mensjes zijn in hun functioneren extreem beperkt, maar mede dankzij de liefdevolle zorg van hun zoon, die aan het begin van de corona-ellende weer bij ze thuis is gaan wonen, hebben ze een goed leven. Dient hun bestaan nog een maatschappelijk doel? Nee natuurlijk. Economisch zijn ze volstrekt nutteloos, en de onvermijdelijke thuiszorg kost ook alleen maar geld. Maar: ze leven! En nog maximaal ook, binnen de beperkingen van hun aangetaste brein.

In mijn tijd als psychiater werd ik soms in consult geroepen voor een ‘beoordeling suïcidaliteit’. Moest ik in gesprek met een man of vrouw die al dan niet expliciet kenbaar had gemaakt niet verder te willen leven. Mijn hoofdtaak was dan vaststellen of er een stoornis van de geestesvermogens speelde die verantwoordelijk was voor de wens het eigen leven te beëindigen. Als het antwoord ‘ja’ was, bijvoorbeeld omdat iemand leed aan een zware depressie, kon er besloten worden tot een gedwongen opname. Vanuit de gedachte dat de suïcidale neigingen wel zouden verdwijnen als de depressie zou verminderen. Ik denk er inmiddels met de nodige ambivalentie aan terug. Soms deed je het goede, maar even vaak ook niet. En in alle gevallen was het nogal moralistisch, het oordeel van de psychiater over het leven van de patiënt (hier past het woord cliënt ook echt niet…)

In discussies over het zelfverkozen levenseinde worden door de voorstanders vaak ‘foute’ argumenten ingebracht als ‘Moeten die mensen voor de trein dan?’ Nee natuurlijk, maar ik vind het geen goed idee dat iedere Nederlander de pil van Drion in huis heeft. Waarom niet? Omdat iedereen anders is. Er zijn veel mensen die ooit hebben gedacht dat het leven wat hen betreft geen zin meer had, maar die heden ten dage volop genieten van wat datzelfde leven ze te bieden heeft. ‘Zelfmoord is de permanente oplossing voor een tijdelijk probleem’ leerde ik ooit van dichter Rogi Wieg, die uiteindelijk overleed aan euthanasie in verband met ondraaglijk psychisch lijden…

En om het nog ingewikkelder te maken: ik werk met mensen die een uitgewerkt scenario voor zelfdoding bezitten, inclusief de middelen. Dat geeft ze rust, terwijl ik vermoed dat ze nooit tot uitvoering over zullen gaan. Ingewikkeld hè?
Weet je wat ik zo graag zou willen Mirjam? Dat we het gesprek over zo’n belangrijk onderwerp eens volledig proberen los te koppelen van de waan van de dag. De politieke dagkoersen, waarbij D66 en de Christenunie achter de schermen tot een compromis proberen te komen, vanuit haaks op elkaar staande opvattingen, ik heb er zo de pest aan.

Het leven ontleent zijn waarde aan het besef dat het eindig is. Als er aan de horizon geen dood zou gloren werd het best langdradig en saai allemaal. Laten we de dood eens wat meer bij het leven betrekken, en het afscheid vieren. Mijn liefste oom werd een paar dagen geleden dood in bed gevonden, dat is pas heftig. Drie zoons met aanhang, kleinkinderen, en ineens weg… Iedereen die in staat is het naderende afscheid te vieren zou dat echt eens moeten gaan doen. Het heeft toch ook wel wat om het een beetje af te ronden? Zonder dat ik daarmee wil pleiten voor een lang en pijnlijk sterfproces. Maar de balans opmaken, het leven afronden, dat zijn toch mooie doelen?

Ik begon met het denken over de dood als een product, en ik wil er nog een andere grief aan toevoegen, tot besluit: we willen nog steeds alles vast leggen in regel, protocollen en procedures. Zou het niet goed zijn om te proberen dat met het levenseinde niet te doen? Hoe minder wetten een persoonlijk afscheid van het leven in de weg staan, hoe beter…

In dit artikel gaat het over zelfdoding. Mocht je daar vragen over hebben of behoefte te hebben om er over te praten, bel 0900-0113 of bezoek 113.nl.

 

Lees de originele column en reacties op Joop.nl

 


 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!