Er is al veel gezegd over de steeds verder gaande specialisatie in onze gezondheidszorg. Door de almaar grotere kennis is het terrein dat je als dokter nog kunt overzien steeds kleiner geworden.

De algemene internist is uitgestorven, en het aantal specialisaties neemt gestaag toe. KNO-artsen en longartsen kunnen zich tegenwoordig nog verder specialiseren tot ‘somnoloog’ bijvoorbeeld.

Over deze ontwikkeling een oordeel hebben is gemakkelijk, maar het maakt niet zoveel uit of je voor of tegen bent, het gebeurt toch. Wat naar mijn stellige overtuiging wel een doorlopend punt van aandacht moet zijn is dat wat we hierbij dreigen te verliezen: zicht op het totale plaatje van de patiënt die tegenover ons zit.

Tunnelvisie

Als we eerlijk naar ons beroepsmatig handelen durven kijken is de conclusie dat er doorlopend tunnelvisie dreigt onvermijdelijk. Opnieuw: daar hoeven we geen negatief oordeel over uit te spreken, maar enig bewustzijn is wel gewenst. In het belang van de patiënt, maar ook in ons eigen doktersbelang.

Een paar jaar geleden werd ik getroffen door een mysterieuze aandoening van mijn cerebellum. Serieuze klachten had ik, en ik werd zelfs twee keer opgenomen. Een stuk of tien neurologen in uiteenlopende ziekenhuizen probeerden me aan een diagnose te helpen. Dat lukte nooit, en tot de dag van vandaag is mijn frustratie dat ze nooit aandacht schonken aan het grotere geheel: de impact op mijn leven, de mogelijkheid dat deze kwaal niet zomaar uit de lucht was komen vallen.

“Kennis is een heel groot goed voor iedere arts, maar een goed gevoel over hoe en wanneer je die wetenschap moet inzetten bepaalt uiteindelijk veel meer of je iemand kunt helpen.”

Ik schreef er zelfs een boek over, maar dat werd beslist geen hit: de suggestie was dat er teveel kritiek op collega’s in zou zitten.

Gnatholoog

Het kan echt anders: deze week was ik op bezoek bij een tandarts-gnatholoog, die mij in consult riep vanwege de extreem ernstige aangezichtspijnen van een ondernemer van middelbare leeftijd. ‘Als we niets doen dreigt misschien wel suïcide. En ik weet niet wat het is met die man, maar volgens mij ligt het op jouw terrein.’

Het consult moet nog komen, maar zo’n verwijzing maakt me nu al blij: niet steeds verder zoeken in het gebied waar de klachten zich uiten, maar een stap terug durven doen als je voelt dat het belang van de patiënt daar meer bij is gediend.

Pijn is wat mij betreft hét voorbeeld van een klacht waarbij uitzoomen minstens zo belangrijk is als inzoomen.

Kennis is een heel groot goed voor iedere arts, maar een goed gevoel over hoe en wanneer je die wetenschap moet inzetten bepaalt uiteindelijk veel meer of je iemand kunt helpen. De dokter die eerlijk en transparant zijn (on)mogelijkheden bespreekt met de man of vrouw die hem met een gezondheidsprobleem consulteert is een echte hulpverlener.

Als we het plaatje niet helder krijgen hoeven we ons niet te schamen, maar we moeten wel eerlijk blijven naar elkaar: de steeds verder gaande specialisatie leidt niet per definitie tot betere behandelresutaten.

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.


 

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!