Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen maandelijks over de geestelijke gezondheidszorg. Dit is de tweede aflevering.
De vraag die je jezelf zou moeten durven stellen, en de meest mensen willen dat niet, is waarom je zo’n zestiger wegzet als narcist.
Beste Bram,
Is een narcist enkel door zichzelf te stoppen? Ik ben mateloos gefascineerd door de narcist. Het heeft de kosmos behaagd om een paar fraaie exemplaren op mijn pad te brengen, waar enkele deuken in mijn persoontje de stille getuigen van zijn. Zo weet ik inmiddels dat je een mooi exemplaar niet alleen aan de top van een of andere indrukwekkende sociale piramide kunt aantreffen, maar net zo goed als vrijwilliger in een vluchtelingenkamp of op de poezenboot. Als-ie maar iets betekent, nietwaar…
Des te frustrerender is het dat ik nog steeds geen idee heb hoe hij tijdig onschadelijk kan worden gemaakt… Je wapenen tegen een naderende epidemie of storm lijkt mij vooralsnog makkelijker.
Dit brengt mij bij het griezeligste aspect: een narcist kan met zijn gezicht onder de kruimels en chocolade-vegen en met één hand in de koektrommel worden aangetroffen, terwijl intelligente toeschouwers glashard blijven volhouden dat hij de koekjesdief niet is.
Ooit stond ik in een kamer vol mensen met hoge koorts. Zo zagen ze eruit: rode konen, fonkelende ogen. Het was een feestje, en op dat feestje was een bijzonder persoon te gast. Ze was naar Nederland gekomen met een bijzondere spiritueel-wetenschappelijke revelatie(sorry voor alle cursieve passages, Bram, een literair zwaktebod, zeker, maar als het over de narcist gaat ontkom je daar niet aan, want alles is zo f*cking bijzonder). De twee met haar meereizende zonen waren ook heel bijzonder, gilde iedereen, dat waren reïncarnaties van bijzondere iemanden (niemand is ooit de reïncarnatie van een loodgieter uit Putten).
Nadat mij de eer te beurt was gevallen van een één-op-één gesprek van een half uur met de bijzondere persoon was mij nog steeds niets duidelijk over haar bijzondere revelatie. Ook niemand anders kon het me uitleggen, maar niemand vond dat een probleem. Ze spraken van een prachtige, lichtgevende vrouw. Ik zag een vrouw met vet haar en een slecht onderhouden gebit. Ze vonden haar jongens net engelen. Mij leken ze behoorlijk depressief. Ze vonden haar een reizende redder. Ik zag een dakloze, voortgejaagde parasiet. Verder vroeg ik mij af waar de vader van de jongens was in dit alles en hoe het met hun leerplicht zat (deze reis was duidelijk langer dan een gemiddelde vakantie); hopeloos saaie en irrelevante vragen natuurlijk, die ik wijselijk voor me hield.
Opeens verstomde de gonzende opwinding. Het was stiller dan tijdens de Dodenherdenking toen ZIJ met zachte, slepende stem tot ons sprak. Ze vertelde hoe fijn het is om lekker rommel te maken en dat dan niet op te ruimen. Dat was het. De koortsigen knikten traag, met open mond.
Gaandeweg de avond diende zich een klein praktisch probleempje aan: het nieuwste wereldwonder en haar twee premium reïncarnaten hadden nog geen slaapplaats voor de nacht. Men struikelde over elkaar heen om die aan te bieden. Enkele weken later lunchte ik met de gastvrouw van die koortsige feestavond. Zij vertelde mij dat de logeerpartij van de uitverkorene en haar engelenkinderen voor het onderdak verschaffende echtpaar niet zo prettig verlopen was; hun verblijf was aardig langer geworden dan verwacht, het uitverkorene wezen voerde vrij weinig uit, behalve dan dat ze de laatste avond door de gastvrouw naakt bovenop de gastheer werd aangetroffen. Dit kon haar niet kwalijk genomen worden, zei de uitverkorene, want ze was op dat moment bezeten door een goddelijke entiteit.
De truc van de narcist is zo doorzichtig als de nieuwe kleren van de keizer in het gelijknamige sprookje. Ik moet me altijd weer inhouden om niet dat kleine jongetje te zijn dat als enige tussen de juichende menigte gilt dat de keizer niets aanheeft. Dat is zinloos…..
Hoe pakt de narcist ons in? Dit is mijn zelfgebreide analyse; De narcist lijkt een quick fix te brengen voor de grauwe alledaagsheid. En voor processen die tergend langzaam verlopen omdat er voor gewetensvolle mensen nou eenmaal ‘meerdere kanten’ aan zitten. Wij, gewone stervelingen, rommelen goedbedoelend voorwaarts, zoals het leven nou eenmaal is….
Dan komt de narcist binnenzwieren. Hij durft wat wij niet durven, omdat wij schaamte kennen en hij niet, omdat wij een geweten hebben en hij niet, omdat wij vinden dat ons handelen goed door feitenkennis moet worden onderbouwd en hij niet, en omdat ie zo’n sexy, hongerig, entertaining, levenslustig ding is.
Dit lijkt mij in een notendop het geheim van zijn gekke charme waarover ik het eerder had: wij bewonderen wat we zelf niet durven te zijn. Opeens gebeurt er wat. We leven weer, de adrenaline raast weer door onze stoffige aderen. Dat er brave lieden sneuvelen, principes sneuvelen, zwaarbevochten allianties sneuvelen: spijtig, maar collateral damage. De narcist is nergens zonder zijn behekste voetvolk… maar ook die bereik je niet op tijd…
Is het hopeloos? Moet je elke keer gelaten wachten tot zijn uitspraken en daden zó belachelijk worden dat er ein-de-lijk een paar mensen ontwaken? Kunnen we op scholen geen verplichte cursus “herken de narcist” aanbieden? Kunnen we het erover eens zijn dat zij een niet te onderschatten bedreiging voor het welzijn van mens, dier, vegetatie, aarde en kosmos zijn? Is er een uitweg, Bram?!
Ha die Mirjam,
De eerste en meest voor de hand liggende reactie zou zijn om jouw beschrijving van deze mevrouw weg te zetten als subjectief en erg persoonlijk. Dat is een zeer veel toegepaste strategie om een boodschap van lading te ontdoen: het zegt meer over de boodschapper dan, etc… Uit het verloop van het verhaal wordt echter duidelijk dat je van meet af aan voelde dat er iets niet klopte. En dat fenomeen zien we veelvuldig optreden waar het narcistische mensen betreft: je voelt dat er iets niet klopt, maar laat je overdonderen, denkt dat het wel aan jou zal liggen.
Ik vind narcisme een fascinerend thema. En ik twijfel er niet aan dat er mensen zijn die het in ziekelijke mate hebben. Tegelijkertijd: het is niet zelden een etiket, dat wordt ingezet door mensen die zich machteloos voelen. De vrouw die tegen mij zegt dat haar ex-man, met wie ze vijfentwintig jaar van haar leven heeft gedeeld en met wie ze drie kinderen heeft, ‘een grote narcist’ was, zegt toch minstens zoveel over haarzelf?
Om te beginnen ben ik overtuigd dat ieder evenwichtig mens narcistische trekken heeft. Het draagt bij aan ons functioneren namelijk en zolang niemand zich eraan stoort wordt het ook van veel aardiger labels voorzien, zoals ‘gezond zelfvertrouwen’ en ‘weet wat-ie kan’.
Er is een vakterm die mij persoonlijk veel meer boeit in dit verband, en dat is ‘narcistische afweer’. We hebben als mensen een uiteenlopend arsenaal aan gedragingen waarmee we kunnen reageren op uitdagende omstandigheden. Als je bedreigd wordt (of dat gevoel hebt) kun je bijvoorbeeld duiken (vermijdingsgedrag) of direct de aanval kiezen. In dat laatste geval realiseert de omgeving zich vaak niet eens dat er een gevoel van bedreiging vooraf ging aan agressief gedrag.
Als mensen zich onzeker voelen, twijfelen, of diep van binnen overtuigd zijn dat ze helemaal niets voorstellen is een veel voorkomende reactie dat ze dat proberen te camoufleren door de nadruk te vestigen op wat ze goed kunnen. Of héél goed kunnen. Niet iedereen slaagt daar even goed in, en in de minst succesvolle vorm wordt het al snel een beetje lachwekkend, of treurig. Opnieuw afhankelijk van het perspectief van degene die het waarneemt.
Een vierjarige die tegen iedereen roept: ‘Kijk eens wat ik kan’ vinden we vaak vertederend. Een zestigjarige man met fors overgewicht die in een peperdure Porsche rondrijdt met een dertig jaar jongere blondine naast zich vinden we meestal niet zo leuk. Terwijl de onderliggende mechanismen waarschijnlijk overeenkomstig zijn: behoefte om gezien te worden, als volwaardig worden beschouwd, niet onzeker hoeven zijn, etcetera.
De vraag die je jezelf zou moeten durven stellen, en de meest mensen willen dat niet, is waarom je zo’n zestiger wegzet als narcist. Hij moet toch ook een paar dingen goed hebben gedaan in dit leven? Anders had hij die auto niet kunnen betalen. En was die jongedame waarschijnlijk niet ingestapt…
Mensen met bovengemiddeld veel narcistische trekken zijn vaak ook bovengemiddeld succesvol in maatschappelijk opzicht. En dat roept niet zelden gevoelens van jaloezie op bij mensen in hun omgeving. Waarom zou je eigenlijk geen bewondering kunnen hebben voor iemand die zijn fundamentele twijfels aan zichzelf heeft weten te vertalen in een glansrijke carrière? Persoonlijk heb ik er altijd wel een zwak voor, in ieder geval zolang iemand nog contact kan maken met het vertrekpunt van het eigen succesverhaal: twijfel en onzekerheid.
Het wordt echt vervelend als mensen geen contact meer kunnen leggen met die kwetsbare kant, diep van binnen. En zelf vind ik het dan ook altijd een beetje zielig, wat vast weer heel veel over mij zegt… Het clichébeeld dat ik er bij heb is dat van de wereldberoemde voetballer of kunstenaar, die denkt dat het uitzonderlijke talent op een bepaald gebied ook direct inhoudt dat ze een heel bijzonder mens zijn. Natuurlijk werkt het op een ongunstige manier in op je karakter als je van jongs af aan te horen krijgt hoe bijzonder je wel niet bent, maar vanuit psychologisch perspectief is het aanbevolen dat nooit te gaan geloven.
We houden stiekem toch allemaal het meest van mensen met bijzondere talenten, die verder ‘gewoon’ zijn gebleven? En is het ook niet zo dat je mensen helpt zichzelf wat minder op te blazen door ze zonder omhaal te complimenteren met waar ze goed in zijn?
Er speelt ook nog een culturele component, naar mijn gevoel. In de Verenigde Staten is succes veel geaccepteerder en worden mensen die het hebben gemaakt ook minder snel weggezet als narcist lijkt het. Is het niet ook onze eigen beperktheid die ons er toe aanzet de mensen die zich aan het gemiddelde onttrekken te diskwalificeren? Als je in een klein, dichtbevolkt land waar de grijze middelmatigheid de stilzwijgende norm is, je kop boven het maaiveld uitsteekt volgt er reactie. En één van de meest voor de hand liggende is iedere paradijsvogel wegzetten als ‘narcist’.
Wat zegt dat over ons?
Lees de originele column en reacties op Joop.nl
Dank voor dit schrijven. Ik lees het per toeval en resoneert op mijn gedachtes. Ik heb er moeite mee hoe vaak of snel ik de laatste tijd hoor dat iemand een narcist genoemd wordt. Ik neig er zelf aan mee te doen. Maar mocht het nou echt zo zijn dat de wereld , of wellicht mijn wereld, opeens gevuld is met narcisten. Dan zal het nog altijd iets van mij vragen, en iets over mij zeggen. Daarnaast verdient ook een narcist een plek op aarde, zoals iedereen en de acceptatie als persoon en zo nodig zoals ieder ander mens, steun in het leven. En hopelijk voelt de narcist of de omstanders van de narcist, de roep van uit zichzelf zich te ontwikkelen en antwoorden op de vraag te vinden , wat ze te doen hebben om een fijn leven te leiden. Dat is voor iedereen persoonlijk en niet aan de ander om over te oordelen.
Ook ik kom het bericht toevallig tegen, en ben het ermee eens dat het begrip ‘narcisme’ vaak te pas en te onpas wordt ingezet. Niet zelden ( denk ik dan) gaat het bij mensen mensen die dit roepen om personen die zelf mogelijk ook narcistische trekken hebben ( zeer krenkbaar zijn).
Toch ben ik niet zo mild als Bram, omdat ik denk dat narcisme gevoed wordt door een samenleving met ver doorgevoerde individualisering, waarin iedereen geacht wordt zich te moeten bewijzen. Heel vermoeiend, heel vervelend, en niet verkeerd om iemand daar soms toch op te wijzen. We zijn hoe dan ook allemaal uniek en bijzonder, daar hoeven we ons zelf niet zo voor op te blazen.
Ik geloof stellig dat de narcisten zijn degenen die anderen daarvan betichten:-)
Ik citeer nog even Bram Bakker:
…’Uit het verloop van het verhaal wordt echter duidelijk dat je van meet af aan voelde dat er iets niet klopte. En dat fenomeen zien we veelvuldig optreden waar het narcistische mensen betreft: je voelt dat er iets niet klopt, maar laat je overdonderen, denkt dat het wel aan jou zal liggen’.
Hier zijn je eigen lichaamsreacties en rationele reacties met elkaar in strijd, je lijf zegt vluchten maar je verstand komt met allerlei rationalisaties.
De kern van het probleem zie ik in de aantrekkingskracht van het bijzondere en het destructieve van het gewetenloze. Hoe kun je jezelf daartegen beschermen. Misschien als kluizenaar gaan leven?