Van dwars naar daadkracht Bram Bakker

Bram Bakker (1963) was tot september 2021 psychiater. Hij nam afscheid van het vak maar niet van de inhoud. Hij noemt zichzelf hulpverlener en legt uit wat hem bewogen heeft om deze switch te maken en vooral wat hij in de psychische hulpverlening wil betekenen.

Bakker heeft diverse boeken geschreven waaronder: Runningtherapie, Verademing en Te zot voor woorden. Rond zijn afscheid schreef hij een persoonlijker boek: Gevoelsarm. Zijn volgende boek staat op stapel met als werktitel Oud zeer. Bakker maakt iedere week een podcast vanuit zijn bedrijf de Balanskliniek om mensen die hem inspireren of aan wie hij vragen wil stellen, aan het woord te laten.

Een interview voor het Tijdschrift voor Coaching (TvC) van juni 2022
auteur: Saskia Teppema

Je bent nu dus hulpverlener, vind je dat geen devaluatie van jezelf?
Bram Bakker: “Geenszins. Ik ben gewoon Bram, ik ben mezelf. Ik heb geen titel meer nodig. Ik zie mijn bijdrage werkelijk als hulp verlenen en ik probeer dat zo goed mogelijk te doen. Psychisch hulp verlenen is een gesprek tussen twee mensen in een veilige setting. Dat heb ik in mijn rol als psychiater ook proberen te doen, maar dat paste niet meer. Daar gaat het vooral om de diagnose en de pillen. Voor mij gaat het om de hulpvraag en zoals Jan Foudraine al zei: ‘Het vinden van het verhaal is de kern van de hulpverlening.’ En de kern van de vraag van de cliënt is bijvoorbeeld: ‘Ik wil mijzelf begrijpen.’ Iemand daarmee helpen is heel wat anders dan wat ik als psychiater geacht werd te leveren.”

Diagnose

Nu dus zonder pillen, alleen met praten?
“Er is in de psychiatrie iets niet goed gegaan. Hulpverleners zijn zich gaan beschouwen als medisch specialist. Er is een diagnose nodig om een dienst te kunnen leveren. Daar gaat alle aandacht naartoe. ‘Ik zit niet goed in mijn vel’ leidt daar naar: even in de DSM kijken wat dit is, dan naar de zorgverzekeraar en dan de pillen erin. De vorm die daarin gekozen is, dat is een soort uitvinding. De vorm is de inhoud gaan domineren. Men is vergeten dat de vraag het vertrekpunt is. En ja, dan praten en daarvan vooral luisteren.” “Dat wil niet zeggen dat je met alle vragen bij mij aan het juiste adres bent. Dat geldt voor iedere hulpverlener. Daarom noem ik mezelf geen coach, want dat roept te veel associaties op. Sommige mensen zijn beter af bij jou of iemand anders, anderen kan ik beter helpen. Met mijn achtergrond kan ik zware, ingewikkelde hulpvragen aan en het zou goed zijn als een beginnend coach die doorschuift. Ieder moet zijn eigen hokje kennen, zijn eigen expertise.”

En werk je nu helemaal niet meer met pillen?
“Nauwelijks. Ik heb natuurlijk ooit veel pillen voorgeschreven en dat kan ik als basisarts nog steeds. Maar het zijn hooguit symptoom bestrijdende middelen. Dat was op grond van de medische diagnose om depressies aan te pakken. Maar ik weet eigenlijk al heel lang dat die depressie nooit uit de lucht komt vallen en dat je als hulpverlener naar de oorzaak daarvan op zoek moet gaan. Dat is nog net geen vloeken in de kerk bij de psychiatrie, maar zeker niet de doorsnee aanpak. Depressie is geen ziekte zoals een gebroken been, maar uitkomst van wat er is gebeurd. De vraag waarmee ik met een cliënt in gesprek ga is: ‘Hoe brengen we jou in een situatie dat je minder depressief bent?’”

“Ik ben helemaal uit het DSM-verhaal gestapt en wil alleen nog echt hulp verlenen.”

Dwars

Dus je bent heel anders gaan werken?
“Ja, ik heb geen diagnose meer nodig. Neem een burn-out: dat is geen stoornis maar een logisch gevolg van abnormale belasting. Die uiting van overbelasting is het cadeautje van je lichaam, dat moet je uitpakken. Het lichaam reageert op een situatie, dus wat die persoon nodig heeft is het onderzoek, dat we samen in de gesprekken doen. Ik ben helemaal uit het DSM-verhaal gestapt en wil alleen nog maar echt hulp verlenen.”

Er zijn in Nederland ongeveer een miljoen mensen aan de Prozac en aanverwante middelen, voorgeschreven door huisartsen en psychiaters, hoe kijk jij daar nu naar? “We weten inmiddels een ding zeker: existentiële levensvragen los je niet op met Prozac. Prozac wordt gegeven op grond van een diagnose. Depressief? Hier heb je Prozac. De farmacie levert dat. Je kunt zeggen dat het een product-gedreven aanpak is. Maar kijk om je heen: het helpt in heel veel gevallen totaal niet en waarom? Omdat niet duidelijk is wat de achtergrond van deze problemen is. Waar gaat het bij deze persoon om? En waar gaat het bij die ander om? Om dat te achterhalen kost  tijd – en die krijgt de psychiater niet – dus dan maar pillen voorschrijven. Maar het is bizar dat dit gewoon doorgaat ondanks de lage succespercentages. Dat is zo kortzichtig: als je, zoals nu standaard gebeurt, op de DSM stuurt en je voldoet aan de criteria, dan heb je de diagnose, pillen en vergoeding, maar omdat je de achtergrond niet weet, lost het voor de cliënt niets op.”

Je wordt de dwarse psychiater genoemd, heeft dat hiermee te maken?
“Ja. Ik heb geprobeerd om het systeem van binnenuit te veranderen. Dat is me niet gelukt en werd me niet in dank afgenomen, hoewel ik weet dat velen het met mij eens zijn. Er haken op het moment ook psychiaters af, omdat ze niet meer op deze manier willen werken. Zij willen ook liever een intiem, veilig gesprek kunnen voeren. Dat vindt iedereen immers belangrijk; patiënten die ziek zijn, maar ook mensen die tegen iets heftigs aanlopen en het even niet meer weten. Dan is het niet meer: ach, we geven middeltje A en als dat niet lukt doen we middel B.”

Platform

Wat ga je nu doen?
“Ik ga aan het werk om de zorg terug te brengen tot de essentie en te organiseren dat beide partijen elkaar weten te vinden: hulpaanbieders en hulpvragers. Daar is geen diagnose voor nodig, maar bekwame mensen die te vinden zijn op een platform. Zodat een hulpvrager iemand kan vinden die past bij zijn vraag: Waar kamp je mee? Waar woon je? Wat zoek je? En er komen zoveel bekwame zorgverleners op het platform dat iedereen daar iemand kan vinden.”

Hoe werkt dat?
“Ik denk aan het vrijemarktprincipe. De hulpverleners, coaches, therapeuten en andersoortige professionals betalen om op het platform te staan en de klanten betalen om daar iemand te zoeken. Ze moeten elkaar kunnen vinden, zonder dat daar aan verdiend wordt door middel van commissie of iets dergelijks. Mijn boodschap richting coaches: het platform moet waardevol zijn voor hen, immers voorlopig nog zonder inmenging van zorgverzekeraars, dus het is belangrijk dat ze een groot publiek bereiken. En ik stel me voor: als dit groot wordt, dan gaan de zorgverzekeraars om.”

“Je moet het zo zien: de geestelijke gezondheidszorg zit op een doodlopende weg. Wachtlijsten worden steeds langer, budgetten blijven lastig, eindeloze bureaucratie; het hele bouwwerk staat op omvallen. De succespercentages worden steeds lager. Dat is niet zo gek want de kern van de hulpverlening wordt daar niet geleverd. Stel, iemand krijgt van de huisarts het dringende advies om naar een GZ-psycholoog te gaan – die vergoed wordt – omdat hij echt in de problemen zit, levensmoe is, hij wil niet meer. Dan heb je als huisarts een serieus probleem, want hoe kun je verkopen dat deze persoon negen maanden moet wachten?”

“Dat kan toch niet? Dat is wat er nu speelt in de ggz. En dan krijgt deze klant ‘zomaar’ iemand voor zijn neus, met wie hij misschien helemaal geen klik heeft. Of hij heeft wel een klik, maar dan gaat zijn therapeut net de komende vier weken op vakantie en dan komt er een ander en die is meteen de eerste keer al ziek… Nou ja, je begrijpt dat je dit geen hulpverlening kunt noemen. Als je als hulpverlener niet werkt vanuit het weten dat niet iedereen hetzelfde is, dan krijgt iemand een ‘gemiddelde behandeling’ en dat pas over negen maanden. Het is mij een raadsel dat de zorgverzekeraars nog steeds niets begrijpen van echte hulpverlening en op ‘gemiddelden’ blijven sturen. En die moeten dan ook nog evidence based zijn. Het succes van de hulpverlening begint met een persoonlijke match tussen twee mensen. Vertrouwen. Aandacht. Maar het matchen van cliënt en therapeut is helemaal geen item. Vraag het iedereen die een hulpvraag heeft: hij wil iemand die hij aardig vindt en hij wil iemand die hem begrijpt. Is dit niet het geval? Weggegooid geld en weggegooide moeite.”

Dus het platform.
“Ja. Het platform is autonoom. We sturen hulpverleners die daarop willen een gestandaardiseerd formulier, we vragen naar het cv, een motivatiebrief en een verklaring omtrent gedrag, we gaan in gesprek en als we weten wie je bent en wat je kunt, kun je je aansluiten. Aantoonbare bekwaamheid is doorslaggevend, niet je diploma’s of bevoegdheid. Dan kom je via dit platform aan klanten. Het is een Netflixmodel: je betaalt een paar euro per maand, daar krijg je behalve zichtbaarheid ook podcasts, boeken, films en andere content voor. Klanten kunnen jou daar vinden, wij proberen te helpen bij het matchen (we kennen zorgzoeker en zorgverlener), maar wij zitten er financieel niet tussen. Je maakt zelf afspraken met je klant. En we gaan ook een sociale component inbouwen: iets regelen voor mensen die het echt nodig hebben, die gemotiveerd zijn, maar het zelf niet kunnen betalen.”

Liefde
En hoe is deze ommezwaai voor jouw persoonlijk? “Twintig jaar geleden kwam ik al verder af te staan van de reguliere aanpak in de psychiatrie. Ik kon me steeds minder verhouden tot de opgelegde mores in het vak. Het was net als een liefdesrelatie: ik had er toen ik net psychiater was alles voor over en ik ben er met een enorme passie in gestapt. Maar het is troosteloos geëindigd en alle liefde is verdwenen.”

“Het succes van de hulpverlening begint met een persoonlijke match tussen twee mensen. Vertrouwen. Aandacht.”

“En ja, ik had verwachtingen. Ik wilde dat mijn collega’s van me hielden, maar iedereen ging me meer haten… ik verbeeld me dat ik altijd heb gedaan wat goed was. En dat was heel vaak anders dan wat 90% van de psychiaters deden, hoewel zij hele slechte argumenten hadden om te doen wat ze deden. Nu denk ik meer te kunnen betekenen en met meer vrijheid. Ik heb er veel vertrouwen in en als het platform groot wordt, dan zul je zien, dan sluiten zich steeds meer hulpverleners bij ons aan. Bij ons kun je werken onder je eigen voorwaarden. Trouwens de ggz kampt met enorme personeelstekorten, ook dat is een signaal dat het model niet meer functioneert. Mind my words: over paar jaar is dat klaar.”

Je schrijft in je boeken dat je jezelf altijd meeneemt als hulpverlener, maar er is toch zoiets als professionele distantie?
“Wij hulpverleners mogen niets van onszelf laten zien, want dat zou storend kunnen zijn. Ik weet echter zeker, hoe persoonlijker ik durf te zijn, hoe groter het rendement is. Het gaat in het gesprek niet over mijn problemen, maar hoe persoonlijker ik kan reflecteren, hoe meer het de ander helpt. Ik heb, toen ik behoorlijk ziek was, dat zelf enorm gemist. Er werd nooit gevraagd hoe het met mij was, er was geen enkele spiegeling of persoonlijke invoeling. Het enige wat ze deden toen ik mij meldde met een ziekte was: testjes, bloedonderzoek, contact met een tekstboek waarin ze gingen studeren en waaruit ze me iets dachten te kunnen voorlezen. Een diagnose uit een boek. Maar ik heb me totaal niet begrepen gevoeld als mens. Er zat een onpersoonlijk flatscreen tegenover me. Pas bij de tiende neuroloog kreeg ik eindelijk een gesprek… Hij vroeg me: ‘Wat wil je lichaam je vertellen?’ Dat was het begin van mijn genezing.”

“Dus ik geef terug als een verhaal me raakt, ik leg een link. Het raakt aan mijn verhaal. Als ik mijn emoties durft te tonen, dan vertrouwen mensen mij. Tegenoverdracht is nog steeds een no-go, maar ieder gesprek staat er bol van. Als we het nu eens accepteren in plaats van het te bestrijden.”

“Ik heb het dus niet over professionele distantie, maar over gepaste distantie. Ik verklaar het niet tot taboe, want het is eenvoudigweg niet uit te bannen; het is er nu eenmaal. Dus zorg dat je dat op orde hebt. Anders gaat het inderdaad mis. Als een hulpverlener geliefd wil zijn, dan heb je het niet op orde, dus dan heb je je huiswerk te doen. Bij de een is het nodig afstandelijk te zijn, de ander heeft juist baat bij meer empathie. Bekwame hulpverleners blijven zichzelf onderzoeken, dat zou ik ook mee willen geven: blijf verkennen in hoeverre je jezelf wilt laten zien als mens en waar je de grens trekt. Dit is blijvend huiswerk voor een hulpverlener.”

Hoe kunnen ze dat doen?
“Je kunt als coach je eigen ‘boekje’ schrijven. Schrijf op wat je klanten over je mogen weten. Sommige intieme dingen zal ik nooit beschrijven, maar wel kan ik opschrijven wat liefde met mij doet. Schrijf maar eens op wat je over je sport, over je partner, over je hobby’s, je vakanties zou willen zeggen, dan kom je er ook achter wat je beslist nooit gaat zeggen. Als mens in je rol als hulpverlener geeft dat je kleur. Ik vind het als cliënt fijn om iets van die ander te weten. Het komt de kwaliteit van je werk ten goede als je van jezelf weet wat je wel of juist niet kwijt wil. Dan kun je overal een goed gesprek over krijgen.”

 

Saskia Teppema is auteur van het boek Er gaat niets verkeerd en redacteur van het Tijdschrift voor Coaching. Zie meer op haar website: www.saskiateppema.nl

 

 

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!