De romanschrijver Philip Huff kreeg de laatste tijd veel aandacht vanwege het verschijnen van zijn autobiografische roman ‘Wat je van bloed weet’. Ik herkende bijna alles.

Het boek gaat over de sporen die een nare jeugd achterlaat. De ouders van Huff hebben hem niet kunnen geven wat het jongetje nodig had. En dan formuleer ik het netjes. Ik herkende bijna alles, het was mijn eigen verhaal in de woorden van een ander, met wat verschil in details.

Het deed me extra goed te lezen dat de ouders van Huff nog leven. Waarom? Ik ben dus niet de enige die over een belaste jeugd schreef zonder het overlijden van mijn ouders eerst af te wachten…

Mijn ouders hebben ‘Gevoelsarm’ vermoedelijk niet gelezen. Na een interview in de krant waarin ik vertelde als kind een gebrek aan liefdevolle aandacht te hebben ervaren, nog los van het feit dat er gemept werd, kreeg ik een bericht van mijn vader dat hij alle contact verbrak.

Dat is nu ruim drie maanden geleden.

Natuurlijk heeft het mijn ouders pijn gedaan, mijn verhaal in de krant. Maar in de reactie van mijn vader zit ook direct het probleem: het bevestigt dat het verhaal van zijn zoon, het verhaal van een kind (ook al is het 58 jaar) er nog altijd niet mag zijn. Het hoeft niet in de krant, dat standpunt begrijp ik. Maar: wat er staat is wel gebeurd.

In hetzelfde artikel vertel ik iets over mijn geschiedenis van seksueel misbruik, die begon toen ik 14 jaar was. Mijn ouders had ik hier nooit iets over verteld. Mijn verlangen, toen ik dat verhaal eindelijk naar buiten durfde te brengen? Liefdevolle aandacht voor wat er gebeurd is, terwijl ik thuis woonde en nog maar in de derde klas van de middelbare school zat… Nee dus, weer niet… Of: nog steeds niet…

We hebben nu ‘dus’ geen contact meer, mijn ouders en ik. Ze zijn bijna 87 en 81 jaar oud. Op hun manier houden ze van me, dat weet ik. En ze hebben gedaan wat ze konden voor hun kinderen. Daar ben ik ze dankbaar voor, en het was ook heel erg veel. Maar wat ze me niet hebben kunnen geven, en wat ik ongevraagd kreeg terwijl het niet goed voor me was, mag niet worden benoemd.

‘Waarom laat je het dan ook in de krant verschijnen?’ vroegen sommige mensen me. Omdat ik denk dat het niet anders meer kon. En omdat ik zelf ook wilde doen wat ik de getraumatiseerde mensen in mijn spreekkamer altijd adviseer: ga er voor staan, probeer niet het te verdringen, laat je de mond niet snoeren door je schuldgevoel, confronteer de mensen die je beschadigd hebben met wat ze hebben aangericht. Ook al hadden ze geen slechte bedoelingen, het is wel gebeurd.

Ik verlang niet naar excuses, ik zou erkenning willen. Maar ik ga er niet om smeken, ik ga ook mijn verhaal niet meer aanpassen. Als de straf ‘geen contact meer’ is, dan accepteer ik die. Het is onverdiend, maar ik ga niet, voor de zoveelste keer, proberen om te lijmen. Ik draag mijn eigen verdriet wel.

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!