Wie komt er op voor de vrije artsenkeuze van psychiatrische patiënten? Zelf kunnen ze de bres niet op.
Vandaag gaat ook de Eerste Kamer waarschijnlijk akkoord met het schrappen van de vrije artsenkeuze, het zogenaamde artikel 13. Daarmee komt er vanaf 1 januari 2016 een einde aan de mogelijkheid om te kiezen voor een behandelaar die geen contract heeft met jouw zorgverzekeraar. Welke gevolgen heeft dit voor psychiatrische patiënten, die juist behoefte hebben aan specifieke, kleine instellingen?
Nu vindt vergoeding van ziektekosten nog achteraf plaats, op basis van restitutie. De behandelaar of zorginstelling financiert dus zelf het behandeltraject voor en krijgt gemiddeld zo’n 75% vergoed van het officiële tarief dat is vastgesteld voor de betreffende behandeling. Nog een jaar, en dan hoeven zorgverzekeraars ook dat niet meer te doen. Enige oplossing als je wel keuzevrijheid wilt houden is dan nog een duurdere restitutiepolis nemen, die je wel moet kunnen betalen natuurlijk.
Onwetend van deze ingrijpende verandering kiezen deze weken weer heel veel Nederlanders voor de goedkoopste polis die ze kunnen vinden, door de verzekeraars gemanipuleerd in de richting die de meeste winst oplevert. De mensen die het meest gaan lijden onder deze veranderingen zijn de mensen met psychische stoornissen, toch al een groep die vaak extra hard getroffen wordt door bezuinigingen.
Kleine instellingen over het hoofd gezien
Ook al is er een berg aan wetenschappelijk onderzoek dat behandeling van psychiatrische stoornissen economisch rendabel is, de beleidsmakers lijken er alles aan te doen om de toegankelijkheid van de GGZ te verminderen. De enige reden daarvoor is dat er in het verleden veel te gemakkelijk veel te veel werd uitgegeven, onder meer aan zeer vage en soms zelfs dubieuze interventies. Maar dat betekent niet dat de huidige maatregelen daarmee ook de goede zijn. Integendeel: met een objectief aantoonbaar werkzame interventie krijg je echt nog geen zorgcontract, these days. Met name kleine en gespecialiseerde instellingen in de GGZ worden over het hoofd gezien als contractpartij, en de grote GGZ-instellingen die vooral eenheidsworst serveren verdelen de gelden. Marktwerking, zo vurig bepleit door de minister, verdwijnt in hoog tempo uit beeld, met als belangrijkste slachtoffer de mensen met psychische klachten, die nauwelijks invloed hebben op de ontwikkelingen.
Weinig assertief
Mensen met psychische klachten hebben baat bij kleine instellingen, met persoonlijke aandacht voor hun klanten en specifieke expertise op bepaalde klachten. Behandeling van een verslaafde jongeman met achtervolgingswanen is echt heel iets anders dan het helpen van een vrouw met een eetstoornis, die in het verleden ernstig seksueel misbruikt is. De enige overeenkomst tussen deze beide probleemgevallen is dat ze weinig assertief zijn in het maatschappelijk debat en dat ze door hun psychische problemen ook niet goed in staat zijn hun eigen belangen te verdedigen.
Ze moeten het dus hebben van mensen die bij hen betrokken zijn: vrienden, familieleden, maar ook zorgprofessionals, en als het goed is politici en zorgverzekeraars. Maar het is niet goed, want we horen veel te weinig protest. Alleen al daarom ga ik in een theater staan met een ex-patiënte met een angststoornis. Commentaar van een schouwburgdirecteur: “Ik weet niet of dat wel ethisch is.” Zo verandert er dus niks en gaat de kaalslag verder. Soms zou je willen dat de hippietijd nog voor ons lag, toen men streed voor menswaardige behandeling van psychisch leed. Those were the days…
Lees de column (en reacties) op Joop.
Het is heftig wat er allemaal gebeurt! Ik betreur het dat in mijn omgeving de grote instellingen met vaste klaarstaande interventies en velen vragenlijsten opnieuw als zaligmakend gezien worden. Terwijl bij de kleine praktijken en bij mij waar verbinding en steeds per kind of volwassenen kijken waar ligt wat en nieuwe dingen durven te doen. Met elkaar gaan we verder in het echt durven lijken en in verbinding durven gaan. Ga graag naar je voorstelling!!!!!!