Een opiniestuk voor het Algemeen Dagblad, 9 januari 2010.
Soms stelt iemand je een vraag waar je nog nooit over hebt nagedacht. Dat betekent echter niet dat het geen interessante vraag zou kunnen zijn.
Zo werd mij pas gevraagd of je jaren getrouwd kunt zijn met een seriemoordenaar zonder dat je iets van zijn gruwelijke daden bemerkt. Aanleiding waren de publicaties over de Belg Ronald J., die met diverse moorden en verkrachtingen in verband wordt gebracht, en die naar verluidt ook al vier moorden bekend heeft. Ronalds ex-vrouw schijnt totaal overvallen te zijn door de onthullingen over de vader van haar twee kinderen.
Er zijn veel mensen die onmiddellijk zeker weten dat die vrouw met enorme oogkleppen moet hebben rondgelopen. Want er zal toch iets aan die man te merken zijn geweest? Dit lijkt een logische reactie, maar als je er wat langer over nadenkt ook een iets te simpele: pas als je het weet kun je het juiste perspectief bij bepaalde gebeurtenissen uit het verleden zien. Maar om uit jezelf te bedenken dat je man een seriemoordenaar is, is een heel ander verhaal. Vergelijk het met beleggingsexperts: achteraf verklaren ze perfect waarom de koersen zijn gestegen of gedaald, maar betrouwbaar voorspellen kunnen ze het meestal niet.
Ik denk dat iedereen met een gruwelijke crimineel kan samenwonen, zonder er iets te merken. Ze komen namelijk zelden met bebloede kleren of andere opzichtige sporen van hun daden thuis. Dat is een beangstigende gedachte, maar daarom niet minder reëel. Dagelijks hoor ik verhalen van mensen die stiekem seksverslaafd zijn, al jaren cocaïne gebruiken zonder dat iemand dat weet, of zelfs een compleet dubbelleven leiden, inclusief een tweede gezin. En zo kan iemand in de tijd dat een ander vreemdgaat een moord plegen.
De schok die het in de omgeving teweegbrengt als zo’n geheim uiteindelijk uitkomt is meestal enorm. Omdat niemand het had verwacht. Uiteindelijk worden de meeste mensen ontmaskerd, omdat ze zichzelf verraden. De meesten van ons zijn niet erg bekwaam in het verdoezelen van dubieuze activiteiten. Een beetje oplettende man of vrouw merkt het wel als zijn of haar partner ineens anders doet dan normaal.
En daar zit hem de kneep: de mensen die gruwelijke delicten begaan zijn vaak zeer bedreven in ‘normaal’ doen, onder alle omstandigheden. Doordat ze weinig last hebben van hun geweten kunnen ze bij wijze van spreken gezellig een kopje koffie drinken met de buurvrouw, vlak nadat ze iemand hebben verkracht. Als psychiatrisch label is bij dit soort misdadigers de psychopathie of antisociale persoonlijkheidsstoornis een van de meest waarschijnlijke aandoeningen. Het meest kenmerkende aan deze mensen is hun gewetenloosheid en hun grote talent om te liegen. Tot warme, emotionele relaties met hun medemensen zijn ze niet in staat. Om het nog ingewikkelder te maken: het kille karakter is soms verstopt onder een misleidende oppervlakkige charme. In dit verband spreekt men ook wel van sociopathie.
Intrigerend is de vraag hoe iemand verwordt tot een psychopaat. Kan iemand het helpen dat hij zo is? De deskundigen zijn het er niet helemaal over eens. De hersenen van een psychopaat functioneren duidelijk anders dan die van een psychisch gezond iemand. Maar of dat een aangeboren afwijking is of het product van een ongelukkige levensloop, valt moeilijk vast te stellen. Net als bij de meeste andere psychiatrische stoornissen is het waarschijnlijk een combinatie: zonder enige biologische aanleg word je geen seriemoordenaar, maar met een vlekkeloze jeugd en weinig ingrijpende gebeurtenissen in je leven is de kans ook vrij klein.
Hoe het komt dat je met zo iemand trouwt is nog veel ingewikkelder, en we doen er verstandig aan daar niet teveel over te speculeren.
Algemeen Dagblad, 9 januari 2010
Reacties