Er bestaat een hardnekkig geloof dat je middels vragenlijsten een beter beeld kunt krijgen van complexe emoties als angst of somberheid. De ernst van een depressie koppelen aan de score op een meetinstrument is gangbare politiek. Maar is het verstandig?
En dat er een verband kan bestaan durf ik niet te betwisten. Wel bestrijd ik dat er altijd een verband is. En dat beleid voeren op basis van getallen voor therapeuten de beste strategie is die ze kunnen volgen geloof ik ook niet.
“Meten is niet verkeerd, maar de betekenis van getallen absolute waarde toekennen is wel onverstandig. In ieder geval als het over emoties gaat.”
We voelen ons geen getal. Niemand dacht vanochtend bij het ontwaken: ik voel me 7,3 qua humeur… En je angstscore over de afgelopen dagen bedenkt toch ook niemand spontaan?
De verwarring schuilt in het begrip ‘weten’. Wat is ‘weten’ precies? Wat bedoelt iemand die zegt ‘ik weet al wat de dokter me gaat vertellen’?
We verwarren weten met kennis: wat je geleerd hebt weet je. Maar we weten soms ook dingen zonder studie of meting vooraf. Dat is non-verbaal, niet-rationeel weten. Dat is iets dat je bij jezelf kunt waarnemen, iets lichamelijks. Een overtuiging die je niet hebt bedacht, maar die je wel in alles voelt. ‘Toen wist ik: nu is het genoeg!’ of ‘Ik werd wakker en wist ineens: vandaag zeg ik mijn baan op’.
Het wordt ook ‘innerlijke wijsheid’ genoemd. En het gaat over verbinding met jezelf, je binnenwereld, en de natuur om je heen.
Je kunt je er in bekwamen, weten zonder denken. Niet met een trainingsschema en dus ook zonder metingen. Misschien klinkt het vaag, maar sinds ik ‘de stem van mijn lichaam’ (Peter Levine) beter beluister weet ik steeds meer.
‘Weten zonder meten’ is ook een doel. En de wereld wordt er niet slechter van als we ons daar wat meer in proberen te bekwamen…
Reacties