Dit is mijn bijdrage aan het fantastische boek “Nederland. Een objectief zelfportret in 51 voorwerpen”

Een aanrader dit boek, een prachtig geschenk voor de komende feestdagen (en vooral vanwege al die andere prachtige bijdragen van befaamde auteurs…).

Bram

Psychiater, publicist en hardloper Bram Bakker werkte mee met het boek Nederland. Een objectief zelfportret in 51 voorwerpen. Hij schreef een bijzonder vermakelijk en humoristisch stuk over ‘de geranium’. Lees hieronder zijn stuk.

De geranium

Sommige woorden gebruik je achteloos, zonder dat je precies weet wat ze betekenen. Dat bedacht ik me pas toen het verzoek kwam iets over de geranium te schrijven. Hoewel ik de uitdrukking ‘achter de geraniums zitten’ goed begrijp en zeer regelmatig gebruik, is mijn kennis van de geranium uiterst beperkt. Het houdt eigenlijk op bij: een kamerplant. Maar of ze de vensterbank sierden bij mijn grootmoeders, die een huis vol planten hadden, weet ik al niet. Ik heb geen flauw benul hoe een geranium eruitziet. Het is vast een plant met gekleurde bloemetjes, maar dat geldt ongeveer voor iedere kamerplant, toch?

De uitdrukking ‘achter de geraniums zitten’ is veel bekender dan de geranium zelf, is mijn inschatting. En door hierboven de geranium onbewust aan mijn oma’s te linken, laat ik al direct zien hoe sterk de plant in ons collectieve bewustzijn wordt geassocieerd met ouderdom. Het is een schitterende uitdrukking, dat achter de geraniums zitten. Via het Genootschap Onze Taal leer ik dat er vergelijkbare uitdrukkingen zijn, zoals ‘achter de kachel blijven’ en ‘achter de toonbank liggen’. Ook aardig, maar veel minder beeldend dan de metafoor met de geraniums. En waarschijnlijk daardoor ook veel minder bekend, die zegswijzen met overeenkomstige strekking. Je kunt je moeiteloos het schilderij voorstellen waarop een bejaarde man of vrouw uit een raam staart, geflankeerd door een vensterbank vol bloeiende geraniums. Mijn gevoel zegt me dat geraniums altijd bloeien, zeker op schilderijen. Het getoonde beeld is uit de eerste helft van de vorige eeuw, schat ik in. De Tweede Wereldoorlog is nog in aantocht. En het is prima zo, met die bejaarde achter het raam, hij of zij zit daar in alle vrede. Ooit was het niet zo gek om achter de geraniums te zitten…

Een eeuw later is alles anders. Geen enkele moderne bejaarde wil nog achter de geraniums. En als je ze ervan beticht, zijn ze diep beledigd. De uitdrukking ‘achter de geraniums zitten’ is hooguit nog bruikbaar als diskwalificatie van de oudere medemens. Steeds meer mensen in de pensioengerechtigde leeftijd zien zichzelf als een ‘oudere jongere’, een begrip dat is gemunt door het legendarische duo Van Kooten en De Bie, dat mannen die nog lang niet bejaard waren ooit zo karakteriseerde. Hun typetjes Koos Koets en Robbie Kerkhof zijn dertig jaar na hun introductie op de Nederlandse buis inmiddels theoretisch ook een jaar of zeventig, maar onverminderd ‘oudere jongeren’. De moderne oudere (nog even en bejaarde is ook een scheldwoord) leidt een dynamisch leven: hij heeft veel sociale contacten, reist graag, doet cultureel verantwoorde dingen, en last but not least: hij zorgt voor ruim voldoende lichaamsbeweging. Want bij dwdd, dat hippe programma waar ook ouderen natuurlijk massaal naar kijken, hebben ze de neurowetenschapper professor Erik Scherder in een van zijn virtuoze colleges horen uitleggen hoe belangrijk het voor hun brein is dat ze blijven bewegen. Omdat het ongeveer het enige is dat je zelf kunt doen om te voorkomen dat je dement wordt. En dement, dat betekent oud. En dat wil niemand nog zijn tegenwoordig. Het vertoeven achter de geraniums staat voor het leven dat je niet moet willen leiden, het is de plek waar je dement wordt, of hooguit mag verblijven als je inderdaad de ziekte van Alzheimer hebt, maar dan wel in een vergevorderd stadium. De bejaarde die zonder excuus voornamelijk thuis zit is in de eenentwintigste eeuw verworden tot een loser, een initiatiefloos medemens. Het is een andere diersoort, iemand uit lang vervlogen tijden die de vooruitgang niet heeft meegekregen.

Achter de geraniums is geen wifi, en is de telefoon nog met een snoer verbonden aan de muur. Gelukkig is er wel een kleurentelevisie, en een van de kinderen, die overigens sporadisch langskomen, heeft nog net gezorgd voor een pakket met 83 zenders, maar daarmee heb je het wel gehad, qua moderne apparatuur. De stokoude platenspeler wordt al jaren niet meer gebruikt, de platen van wijlen James Last staan kromgetrokken onder in een dressoirkast die nooit meer wordt geopend. De geranium is antiek, ook al zo’n populair fenomeen uit lang vervlogen tijden. Mensen die achter de geraniums zitten waren hun hele leven huisvrouw, of ze werkten veertig jaar voor dezelfde baas en gingen op hun 58ste met de vut. Jongeren die na 1990 zijn geboren, herkennen vermoedelijk niets in het bovenstaande. De geranium en de computer hebben net zoveel verwantschap met elkaar als een Bosjesman en een eierkoek: theoretisch is het denkbaar dat ze zich in dezelfde ruimte bevinden, maar de kans is niet erg groot. Is het dan slecht, zo’n geranium? Nee, natuurlijk: de zorg voor de kamerplanten werd door mijn beide oma’s beleefd als een vorm van ontspanning. Ik herinner me van beide oude dames hoe opgetogen ze konden zijn als er weer een exemplaar in bloei stond. Vooral de hertshoorn, nog zo’n plant die ooit populair was, die bloeide bijna nooit.Mijn beide grootmoeders zijn meer dan twintig jaar dood, en met enige weemoed denk ik soms aan ze terug als ik tijdens een hardlooprondje bijna ondersteboven word gereden door een grijsaard op een elektrische fiets. Wat zijn sommige van die pensionado’s toch verworden tot opgefokte types. En dat allemaal als gevolg van de veronderstelde vooruitgang. Wat mij betreft moesten ze eens een tijdje gaan afkoelen, achter de geraniums.

Lees de bijdrage hier (inclusief meer informatie over het boek).

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!