Mijn moeder zei: ‘Maar je had ook altijd zoveel bevestiging nodig…’

Ik beet het puntje van mijn tong, maar zei niet: ‘… en hoe zou dat nou zijn gekomen?’

Ze had wel gelijk, de vrouw die mij als beste kent. Het is een motief bij veel jongens en meisjes die de schijnwerpers zoeken: het verlangen naar bevestiging. Het begint meestal bij een vader en/of moeder die ze onvoldoende heeft gezien. Luister naar “De wedstrijd” van Bram Vermeulen en je begrijpt het precies. Een beetje treurig zijn ze, die uitslovers die nooit genoeg bevestiging kunnen krijgen. Of die zich niet gezien voelen door juist die mensen waarvan ze zo graag bevestiging willen krijgen (nodig hebben). Hoeveel mensen er kijken en hoe hard die ook applaudisseren, het compliment van die ene man of vrouw dat uitblijft doet meer pijn.

Ik zit er weer even middenin: het gaat onverwacht goed met mijn boek “Oud zeer”, het theater was gisteren uitverkocht en van talloze onbekenden krijg ik dankbare berichten. Ik kan hun lof inmiddels wel binnen laten komen, en realiseer me ook hoe bijzonder dit succes is. Dat er een boodschap is overgekomen doordat de boodschapper zichzelf een keer niet overschreeuwde.

Maar ik heb last van de reacties die uitblijven: van familieleden, (vroegere) vrienden en (ex)vriendinnen. Ook de gevestigde orde binnen mijn oude beroepsgroep zwijgt als het graf. Terwijl ik zo verlang naar bevestiging van een autoriteit die nog wel in het systeem zit, naar een hoogleraar die me laat weten dat ik een goed punt heb met het vragen om meer lichaamswerk in de ggz. Dat mag anoniem, en hoeft ook niet op de omslag van een volgende druk van het boek, maar laat even weten dat je ziet wat ik probeer te doen. Vanuit passie voor goede zorg, niet om er zelf beter van te worden. Ik ambieer de aandacht steeds minder, maar bevestiging van mensen die er voor mij toe doen…

In de ‘serieuze’ programma’s op radio en tv hoeven ze me steeds minder, en ik hoor daar uiteenlopende autoriteiten veel zeggen dat naadloos aansluit op mijn boodschap. Maar zij zijn nog aan boord, en met de man die het schip vrijwillig verliet hebben ze niets te schaften. Zo simpel is het, toch?

Maar: we kunnen toch samen strijden voor een beter zorgsysteem? Het gaat toch niet om onze plek in de pikorde? Daar heb ik ook lang in geloofd, maar dat bracht het doel niet dichterbij.

Ik voel me van jongs af vaak minder dan mensen in mijn omgeving. Rationeel gezien onzin, maar cognitieve therapie heeft het toch niet weg kunnen nemen. Ik wil me de gelijke voelen van de mensen waar ik tegenop kijk, het voelt als een wrede paradox. Pogingen om mezelf op te blazen en te doen alsof ik niet onder, maar boven hen sta zijn dramatisch mislukt. Die heb ik als ‘oud-psychiater’ achter me gelaten.

Maar het verlangen naar een schouderklop, juist als ik een keer iets presteer, is onuitroeibaar…

 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!