Dat ik mijn registratie als psychiater liet verlopen is geen ramp. Het was een vrijwillige keuze.

En zo’n twee maanden nadat het officieel voorbij is voel ik nog altijd geen enkele spijt over dat besluit. Maar verdrietig vind ik het toch ook nog steeds, een licht zeurend pijntje in de bovenbuik meldt zich af en toe. Het voelt als een relatiebreuk: misschien onvermijdelijk, maar wel de scheiding van een grote liefde.

Ik had graag gezien dat het anders was gelopen. Dat ik gewoon met pensioen was gegaan, dat er een receptie was, en een etentje met de meest directe collega’s. Een dankwoordje met een paar kritische noten door de directeur, met humor gebracht: het had me echt wel wat geleken.

Kauwend op het bovenstaande verzon ik een list: ik organiseer mijn eigen afscheidsfeestje. Ik doe net alsof ik via de voordeur afzwaai, met een afscheidscollege dat in de regel alleen is voorbehouden aan de mannen en de vrouwen op de meest prominente plekken van het vak, de hoogleraren. Ik hoor het jullie wel denken hoor, weer die narcistische trekken. Eerst aandacht vragen via ‘Gevoelsarm’, een boek vol veel te persoonlijke ontboezemingen en dan ook nog de stand van zaken in het vak publiekelijk willen duiden.

En toch wil ik het er nog een laatste keer over hebben dat we onze oren te veel hebben laten hangen naar de farmaceutische industrie, dat behandeling met cognitieve therapie wel flinke vooruitgang kan opleveren, maar nooit de onderliggende trauma’s geneest.

Dat de vorm (qua tijd en aandacht) de inhoud van het werk is gaan overheersen, dat DSM-stickers in het dagelijkse leven geen enkele betekenis hebben en dat depressie misschien wel gepaard gaat met gestoorde hersenfuncties, maar dat lang niet zeker is of dat wel de kern is van stemmingsproblemen.

Krijg je er al zin in, als je dit leest? Ikzelf wel gelukkig…

Waar zo’n college meestal mee eindigt is een beschouwing van de afzwaaiende autoriteit over de toekomst: waar moeten we heen met het vak?

Een paar thema’s, als opwarmertje:

Het lichaam verdient een veel prominentere plaats. Niet in plaats van de aandacht voor het brein, maar wel daarnaast. En gelijkwaardig. Runningtherapie is gelijkwaardig aan antidepressiva, lichaamswerk doet niet onder voor inzichtgevende therapie.

De grootste gemene deler onder de meeste psychische problemen, een beschadigende gang van zaken in de jonge jaren, verdient naar mijn overtuiging aandacht bij iedere kwaal: mensen met een paniekstoornis, anorexia nervosa of een alcoholprobleem lijken veel meer op elkaar dan dat ze verschillen.

En als uitsmijter: behandeling is maatwerk. Zorg is het product van de relatie tussen twee mensen, die samen werken aan het kloppend maken van het verhaal van één van hen, de hulpvrager. Dat vereist een klik, weet iedereen. Dat kan zelfs binnen grootschalige ggz-instellingen worden bewerkstelligd, als we tenminste bereid zijn te investeren in onderzoek naar de manier waarop je de kans op zo’n klik maximaal maakt.

Daarin zou technologie belangrijke ondersteuning kunnen bieden, zonder de essentie van het vak aan te tasten: de veilige ontmoeting, het gesprek over de zaken des levens die pijn veroorzaken.

Iedereen, ook ex-collega’s, is welkom op zondagmiddag 12 december in het Posttheater in Arnhem. Via een livestream kijken kan ook, we leven in tijden van corona.

Check de website van dit fijne theater!

p.s. er zijn ook bijdragen van Sanne Winchester – Goemans en Fimme Bakker

 

De opbrengst gaat naar ‘Groeien door te delen’, het project van Allard Droste.

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!