Onlangs plaatste ik een berichtje op Twitter, waarin ik beweerde dat ik angst zag in de ogen van mensen die nog steeds een mondkapje dragen, hoewel dit niet meer verplicht is op dit moment. Een hoop commentaar kreeg ik, en opvallend veel kritiek. Ook van een collega, die vond dat het dan om interpretatie gaat.

Zijn stelling: jij duidt het als angst, maar hoe kun je dat nu weten?

Het zette me aan het denken. Als je op straat iemand ziet die lacht, en je constateert hardop dat deze persoon blij of vrolijk is, zal je daar weinig discussie mee uitlokken. Terwijl je ook hier zou kunnen claimen dat je speculeert over de stemming van een onbekende voorbijganger.

Verschillend

Blij en bang zijn allebei emoties. Waarom wordt er dan zo verschillend op gereageerd? Ik kom niet verder dan dat er nog altijd een taboe rust op bang zijn. Ook al ben je bang, je kunt het maar beter niet laten merken. Het wordt ook nu nog steeds gezien als een teken van zwakte, angst. Niet door iedereen gelukkig, maar wel door veel te veel mensen.

Ik ben overtuigd dat we allemaal van nature bekwaam zijn in het herkennen van angst bij onze medemensen. Ik denk ook dat we er onbewust op reageren zelfs. Maar onze behoefte om het te verdringen is sterk. Waarom? Ik weet het niet, het lijkt een cultureel fenomeen van de huidige tijd.

Ontkenning

Zelf vond ik het ook altijd belangrijk om te benadrukken dat ik nergens bang voor ben. Zonder dat ernaar werd gevraagd. ‘Spontane ontkenningen’ zijn verdacht, leerde ik gedurende mijn opleiding tot psychotherapeut. En ik ben bang (!) dat het klopt…

Natuurlijk zit ook ik vol met angsten. Het onderdrukken daarvan heeft me veel gekost in mijn leven. Ik probeerde het mensen naar de zin te maken met geen enkel ander motief dan angst voor afwijzing. Ik had dan wel geen hoogtevrees of angst voor spinnen, maar was voor van alles bang. Vooral in de relatie met anderen, hoe belangrijker ze voor me waren, hoe erger het werd.

‘Bulletje’

De winst? Emoties hebben een functie, zonder voordelen bestaan ze niet in de natuur van ieder dier. Ik kan het inmiddels goed herkennen bij andere mensen, denk ik. Hoewel het hondje dat ik ooit had er nog beter in was: die rook het, en hij bewoog dan in de richting van zo’n angstig mens. Het was een echte hulphond, mijn Bulletje.

Steeds meer probeer ik me als mijn hond te gedragen door niet bij angstige mensen vandaan te bewegen, maar door juist contact met ze te maken. Dat lukt het beste door ze te laten voelen dat je iets herkent, iets dat je zelf ook hebt. Wat levert dat op? Minder angst, voor allebei… Want, zoals mijn oma altijd al zei: ‘Gedeelde smart is halve smart’ En angst is een vorm van smart…

Deze column werd oorspronkelijk gepubliceerd op Meer over Medisch.


 

Blijf-Beter!Welkomsgeschenk

Meld je vandaag nog aan voor Bram's maandelijkse nieuwsbrief en ontvang zijn boek Blijf Beter! (in pdf).

Mis 'm niet!